De hoestmachine:
De machine kan zowel via een neusmondmasker (niet-invasief) als via een tracheacanule (buisje in de luchtpijp; invasief) worden toegepast.
De hoestmachine bootst een natuurlijke hoest na waardoor slijm in de luchtwegen (of materiaal dat tijdens verslikken in de longen is terecht gekomen) uit de longen verwijderd kan worden.
Eerst blaast de machine onder een positieve druk lucht in de luchtwegen (insufflatie), waarna het toestel met een negatieve druk de lucht er weer uitzuigt (exsufflatie). Zo ontstaat een krachtige uitademingsluchtstroom, net zoals bij spontaan hoesten, waardoor slijm gemakkelijker opgehoest en verwijderd kan worden.
Het toestel werkt op elektriciteit, maar kan eventueel van een batterij voorzien worden zodat u het toestel ook onderweg kunt gebruiken.
Tijdens een opname:
Zodra u goed met de hoestmachine kunt omgaan, mag u er thuis zelf mee aan de slag. U gebruikt het toestel zoals aangeleerd tijdens uw opname. U krijgt ook steeds een informatiebrochure mee voor het correcte gebruik en onderhoud van het toestel.
Als alles vlot verloopt, komt u om de 6 maanden of om het jaar bij de longarts op controle.
De conventie staat in voor het toestel, vervangt het indien nodig en zal het op het einde van de therapie terugnemen.
Het ziekenfonds komt tegemoet in de kosten van de behandeling met een toestel voor ademhalingsondersteuning (derdebetalersregeling). Hiervoor betaalt u geen persoonlijk aandeel (remgeld).
Voor de consultaties bij de arts betaalt u wel iedere keer een persoonlijk aandeel.
Uit de voorwaarden waaraan u moet beantwoorden, kan worden afgeleid dat in sommige gevallen een hospitalisatie nodig kan zijn om de vereiste onderzoeken te doen. Voor die hospitalisatie betaalt u de gebruikelijke kosten verbonden aan uw ziekenhuisverblijf.
Tijdens kantooruren
Buiten de kantooruren