Gehoorverlies en erfelijkheid
Gehoorverlies
- Mild gehoorverlies bij een gemiddelde gehoordrempel van 20 tot 40 dB. Enkel zachte geluiden worden niet gehoord.
- Matig gehoorverlies bij een gemiddelde gehoordrempel van 41 tot 70 dB. Verschillende geluiden uit de omgeving worden moeilijk gehoord, een gesprek is moeilijk te horen vooral in een luidruchtige omgeving.
- Ernstig gehoorverlies bij een gemiddelde gehoordrempel van 71 tot 90 dB. De taalontwikkeling wordt ernstig bemoeilijkt.
- Zeer ernstig gehoorverlies bij een gemiddelde gehoordrempel van meer dan 91 dB. In dit stadium zal er geen spraak ontwikkelen.
- Een geleidingsgedeelte dat bestaat uit het buitenoor en het middenoor
- Een perceptief gedeelte dat enkel het binnenoor omvat
- Spraak-taalontwikkeling
- Communicatie
- Schoolprestaties
- Sociaal-emotioneel functioneren
- Levenskwaliteit
- Professionele mogelijkheden
Multidisciplinaire aanpak
Oorzaken permanent gehoorverlies
Kinderen
Permanent gehoorverlies bij kinderen kan verschillende oorzaken hebben. Het kan ontstaan door schade aan het binnenoor wanneer de moeder tijdens de zwangerschap een virale infectie doormaakt. Dit komt in de Westerse wereld vooral door infecties met cytomegalovirus (CMV) of rubella (indien de moeder hiervoor niet gevaccineerd is). Gehoorverlies kan ook het gevolg zijn van ongunstige omstandigheden op het moment van de geboorte zoals zuurstoftekort of ernstige prematuriteit.
Bij kinderen is de oorzaak echter meestal genetisch (erfelijk) bepaald. Dit wil zeggen dat veranderingen zijn opgetreden in genen die betrokken zijn bij de werking van het oor. Deze genetische veranderingen worden overgeërfd en doorgegeven in een familie. Soms ontstaat gehoorverlies ook door een combinatie van genetische en omgevingsfactoren. Zo is er bijvoorbeeld een genetische verandering die sommige mensen meer vatbaar maakt om gehoorverlies te ontwikkelen na het innemen van bepaalde antibiotica. In sommige gevallen is het ook onmogelijk de juiste oorzaak te achterhalen.
Volwassenen
- Familiaal voorkomen van gehoorverlies (meerdere aangetaste personen in 1 gezin en/of meerdere generaties) waarbij het belangrijk is dat het om hetzelfde type gehoorverlies gaat (audiogram configuratie)
- Congenitaal gehoorverlies of aanvangsleeftijd < 16 jaar, waarvoor geen oorzaak is aangetoond
- Gehoorverlies in combinatie met oorsuizen en/of evenwichtsproblemen, passend bij mutaties in het COCH gen
- Klinische kenmerken van een syndroom waar gehoorverlies deel van uit maakt
- Anatomische afwijkingen op beeldvorming die kunnen passen bij een syndroom
Erfelijk gehoorverlies
Hoe werkt erfelijkheid?
Alle genen in ons lichaam zijn opgebouwd uit DNA. DNA is een chemische stof die bestaat uit 4 verschillende bouwstenen of basen: adenine (A), cytosine (C), guanine (G) en thymidine (T). Deze bouwstenen vormen samen een genetische code, zoals letters in een zin. De unieke code van een gen wordt gebruikt voor de opbouw en werking van ons lichaam.
Mensen hebben in totaal ongeveer 30.000 verschillende genen die zich bevinden in de kern van alle lichaamscellen en gegroepeerd zijn op verschillende kleine DNAstructuren, de chromosomen. Mensen hebben 23 paar chromosomen, waaronder de twee geslachtchromosomen. Elk paar bestaat uit één chromosoom dat wordt overgeërfd van de moeder en één van de vader. De geslachtschromosomen bevatten genen die het geslacht van een persoon bepalen. Meisjes erven 2 X chromosomen, één van elke ouder, en jongens ontvangen een X van de moeder en een Y van de vader.
Omdat mensen twee versies of kopijen van elk chromosoom hebben, één van de moeder en één van de vader, hebben ze daardoor ook twee kopijen van elk gen. De DNA-code van elk gen is min of meer hetzelfde bij iedereen. Soms is er echter een klein verschil in iemands genetische code in vergelijking met de meerderheid van de populatie. Deze DNA-verandering wordt ook wel een variant of mutatie genoemd.
Hoe wordt erfelijk gehoorverlies overgeërfd?
Dominante overerving
Kinderen krijgen één kopij van elk gen van hun moeder (weergegeven in grijs) en één kopij van hun vader (weergegeven in paars). In volgend voorbeeld vertegenwoordigt de paarse band een dominante variant in één kopij van het gen van de vader. Omdat de moeder twee normale kopijen heeft van het gen zullen al haar kinderen een normale kopij van haar ontvangen.
De kinderen hebben daarentegen elk een kans op twee (50%) om de kopij met de dominante variant van hun vader over te erven. In het geval van een dominante variant is één kopij voldoende voor een individu om ziekte te veroorzaken.