Met een manometrie wordt druk opgemeten. Praktisch wordt dit gedaan met een fijn slangetje of katheter waaruit water stroomt. Dit slangetje wordt via de aars ingebracht tot in de endeldarm. Als de sluitspier dichknijpt, kan deze het water niet meer vlot doorstromen en stijgt de druk. Door die druk om te zetten in een cijfer krijgen we een idee over de kracht van de sluitspier. Op het uiteinde van de katheter is een klein ballonnetje gemonteerd. Dit blazen we stelselmatig op om de gevoeligheid van de endeldarm op te meten (welk ballonvolume wekt stoelgangsdrang op). Op het einde van de test wordt dit ballonnetje nogmaals opgeblazen en wordt er gevraagd dit naar buiten te duwen alsof men op het toilet stoelgang zou persen.
Het volledige onderzoek duurt ongeveer 30 minuten.