Stoelgangsincontinentie

Stoelgangsverlies komt erg frequent voor. Er zijn heel wat behandelingsmogelijkheden die een drastische impact op de levenskwaliteit kunnen hebben.

Hoe ontstaat stoelgangsincontinentie?

De meest voorkomende oorzaken:

  • Schade aan de sluitspier of bekkenbodem spier (bv. na een bevalling) zorgen ervoor dat stoelgangsdrang slechts kort kan uitgesteld worden.
  • Bij algemene verzwakking van de bekkenbodem kan er een verzakking optreden van de darm, wat stoelgangsverlies kan veroorzaken.
  • Soms werken de zenuwen van de endeldarm te fel (waardoor je bij minste vulling van de darm hevige stoelgangsdrang krijgt) of juist te traag (waardoor je niet voelt dat de darm zich meer en meer vult en stilaan lekjes optreden)

Welke onderzoeken vinden plaats?

Hoe verloopt de behandeling?

  • De stoelgang kan ingedikt worden met vezelsupplementen en/of Imodium.
  • Afhankelijk van het onderliggende probleem wordt bekkenbodemkinesitherapie ingeschakeld, met aandacht voor de kracht van de bekkenbodem en de gevoeligheid van de endeldarm. Als deze behandeling geen effect heeft, proberen we de darm zo leeg mogelijk te houden door lavementen op regelmatige basis. Soms wordt een zenuwstimulator ingeplant ter hoogte van het heiligbeen. Die verbetert de werking van de darm en de bekkenbodem (sacrale neuromodulatie), waardoor zowel het ledigen van de darm als het ophouden van de stoelgang verbetert.
  • Als de sluitspier zwaar beschadigd is (bv. na een ingreep aan de aars of na een bevalling) kan deze operatief hersteld worden.
  • Als een significante verzakking wordt aangetoond kan deze operatief hersteld worden (bv. een rectopexie-ingreep bij een darmverzakking).
Laatst aangepast: 06 juni 2018
Auteur(s): Team klein bekken kliniek