Trans Opturator Tape (TOT) of Tension free Vaginal Tape (TVT) operatie

Inspanningsgebonden urineverlies bij vrouwen kan chirurgisch behandeld worden met een:

  • Trans Opturator Tape-operatie (TOT)
  • Tension free Vaginal Tape-operatie (TVT)

Bij beide ingrepen is het doel het afsluitmechanisme van de blaas te ondersteunen door de onderzijde van de plasbuis te verstevigen met een kunststof draagbandje. Het verschil tussen beide ingrepen is de weg waarlangs het bandje in het lichaam loopt.

Uw arts maakt op basis van een aantal parameters samen met u de beslissing of een TOT dan wel een TVT procedure zal uitgevoerd worden.

Hoe verloopt de ingreep?

Voor de ingreep

  • Stop 2 tot 7 dagen voor de ingreep met bloedverdunnende medicatie (afhankelijk van het type bloedverdunning). Uw arts zal dit voor de ingreep met u bespreken.
  • Stop 6 uur voor de procedure met eten en drinken. Onze collega’s van de perioperatieve raadpleging anesthesie zullen dit met u bespreken.
  • Scheer (bij voorkeur de dag voor de ingreep) uw onderbuik en schaamstreek.
  • Als u moeilijk stoelgang kan maken is het aangewezen voor de ingreep reeds de inname van een laxeermiddel te starten.

De ingreep zelf

De ingreep neemt 30 – 60 minuten in beslag en vindt plaats onder algemene narcose of spinale anesthesie (ruggenprik).

  • U krijgt een operatieschort aan en wordt in bed naar het operatiekwartier gebracht.
  • Na de narcose of ruggenprik wordt u in gynaecologische positie (met uw benen in de daarvoor voorziene beensteunen) geopereerd.
  • U krijgt een antibioticum om een urineweginfectie en infectie van het bandje te vermijden.
  • De chirurg maakt in de voorwand van de vagina een incisie van een 2-tal cm. Via deze incisie brengt de arts een kunststof draagbandje in tot onder de plasbuis. Het bandje wordt niet vastgehecht maar zal snel vergroeien met de omgevende weefsels en op die manier op de juiste plaats blijven.
  • De incisie wordt gesloten met hechtingen die vanzelf verdwijnen.

Verschil TOT en TVT

Het verschil tussen een TOT en een TVT procedure bestaat in de weg waarlangs het bandje in het lichaam loopt.

  • Bij een TOT procedure is dit via een natuurlijke opening die bestaat in de bekken botten waarbij er 2 kleine littekens (maximaal 5mm) bestaan in de lies.
  • Bij een TVT procedure is dit achter het schaambeen door waarbij er 2 kleine littekens bestaan net boven het schaambeen.

 

Links TOT- en rechts TVT-bandje
Bron: 2019 UpToDate, Inc. 

Na de ingreep

  • U blijft 1 nacht in het UZA. Gedurende deze nacht heeft u een verband in de vagina en een blaassonde. Deze worden de ochtend na de ingreep verwijderd.
  • Hierna wordt met een bladderscan na het plassen gecontroleerd of de blaas goed geledigd wordt. Een bladderscan is een echografisch toestel waarmee blaasvulling pijnloos kan gecontroleerd worden.
  • Als het plassen terug goed is opstart, kan u het ziekenhuis verlaten.
  • Bij moeite met plassen en onvolledige lediging wordt er een sonde geplaatst die 5-7 dagen ter plaatse blijft. U kan met deze sonde naar huis na aanvullende informatie via de uroloog en de verpleegkundige.

Terug thuis

  • Uw arts informeert u over het heropstarten van bloedverdunnende medicatie.
  • Tot de controle urologie 6 weken na de ingreep dient u persen te vermijden. Dit wil zeggen dat u gedurende deze tijd best geen zware lasten kan tillen en niet aan sport (inclusief fietsen) doet. Lichte huishoudelijke taken en wandelen zijn geen probleem. Ook hard persen bij maken van stoelgang kan bloeding veroorzaken. Indien u hier gevoelig voor bent kan u best voor de ingreep starten met een laxeermiddel.
  • De eerste twee weken na de ingreep is vaginaal bloedverlies te verwachten. Gebruik hiervoor geen tampon. Bij het loskomen van de hechtingen enkele weken na de ingreep kunnen er bloedklontertjes of kleine vlokjes naar buiten komen.
  • Douchen is geen probleem. Baden, zwemmen en saunabezoek is terug toegestaan eens het vaginaal bloedverlies is gestopt.
  • Seksuele gemeenschap (penetratie) wordt de eerste zes weken tot de postoperatieve controle bij uw arts afgeraden. Na deze periode is er geen bezwaar mits de vaginale bloeding is gestopt.

Ervaart u volgende symptomen? Neem contact op met uw arts.

  • Koorts > 38.5°C
  • Toenemende pijn die niet onder controle te krijgen is met standaard pijnmedicatie
  • Toenemend vochtverlies of vaginaal bloedverlies
  • Problemen bij plassen met bemoeilijkte urinedoorgang
  • Pijn bij plassen
  • Bloedverlies bij plassen

Hoe verloopt de opvolging?

Zes weken na de ingreep komt u op eerste urologische controle. Daarna komt u jaarlijks op controle om post operatieve problemen op tijd op te vangen.

U krijgt de planning van de opvolgingscontroles mee bij uw ontslag uit het ziekenhuis.

Mogelijke complicaties

  • Heel uitzonderlijk kan als gevolg van de ingreep een bloeding ontstaan. Meestal zal deze zich spontaan oplossen, in uiterst zeldzame gevallen is er een tweede ingreep nodig.
  • Ondanks de beschermende antibiotica is ontsteking van de urinewegen mogelijk waarvoor verlengde antibiotica opgestart zal worden.
  • Het is mogelijk dat het plassen na de ingreep niet meteen terug op gang komt. Meestal komt dit door zwelling rond de plasbuis na de ingreep. Hierbij wordt er een sonde geplaatst die 5-7 dagen ter plaatse blijft.
  • Het kan zijn dat u last krijgt van een verhoogde aandrang tot plassen. Hierdoor is het soms lastig om de urine op te houden en ontstaat een nieuwe vorm van incontinentie: aandrangincontinentie. Meestal is dit tijdelijk. Deze klachten kunnen opgelost worden met (tijdelijke) medicatie.
  • Soms wordt het bandje na verloop van tijd zichtbaar in de vagina. Dit kan laattijdig na de ingreep voorkomen, soms zelfs jaren na de procedure. Dit hoeft niet altijd gepaard te gaan met symptomen, maar geeft soms wel klachten als vaginaal bloedverlies, toegenomen vaginale afscheiding of een oncomfortabel gevoel in de vagina.

 

Laatst aangepast: 14 juli 2021
Auteur(s): Team urologie