Neurochirurgische aandoeningen bij kinderen worden in het UZA multidisciplinair behandeld.
Bij craniosynostosis is het hoofd vervormd door te vroeg gesloten schedelnaden. Het komt voor bij ongeveer 1 op 2.000 pasgeboren baby’s.
Een benigne externe hydrocefalus is een goedaardige vochtophoping tussen de hersenen en de hersenvliezen.
Bloedingen in het hoofd kunnen op verschillende plaatsen voorkomen en verschillende oorzaken hebben.
Een hersentumor is een aandoening waarbij bepaalde cellen zich in een abnormale hoeveelheid ophopen in de hersenen.
Een ruggenmergtumor of een spinale tumor is een tumor in of rond het ruggenmerg.
Spina bifida is een aangeboren aandoening gekenmerkt door het niet sluiten van een of meerdere ruggenwervels.
Syringomyelie is een verwijding van de centrale holte in het ruggenmerg.
Het Tethered cord syndroom is een aangeboren aandoening waarbij het ruggenmerg vastzit aan de structuren onderaan de rug.
Bij een waterhoofd is de aanvoer, circulatie of afvoer van het hersenvocht verstoord, waardoor er een vochtophoping ontstaat in de hersenkamers.
Een wortelcyste is een met vocht gevulde uitstulping in of rond een zenuwwortel in de rug. Het komt vrij zelden voor bij kinderen.
Een CT-scan is een onderzoekstechniek met röntgenstraling. Door technische innovaties is er steeds minder straling nodig tijdens het onderzoek.
Een echografie is een onderzoekstechniek die ultrasone (niet-hoorbare) geluidsgolven gebruikt om anatomische structuren in beeld te brengen zonder röntgenstraling.
Via een prik in de onderrug wordt er hersenvocht of cerebrospinaal vocht afgenomen uit de ‘zak’ rond de zenuwuitlopers van het ruggenmerg.
Een MR-onderzoek maakt gebruik van sterke magneetvelden en radiogolven (geen röntgenstraling).
Wat mag u verwachten?