Een arterioveneuze fistel of AV-fistel is een directe verbinding tussen een slagader en een ader ergens in het lichaam die in het loop van het leven ontstaat door een onderliggende aandoening, trauma of aanlegstoornis van bloedvaten.

De behandeling van een AF-fistel bestaat meestal uit embolisatie, waarbij de directe verbinding via een katheter wordt dichtgemaakt met lijm, coils of vasculaire plugs.

Op de consultatie zal de arts de aandoening en de te plannen embolisatie met jou bespreken.

Hoe verloopt de embolisatie van een arterioveneuze fistel?

De interventieradioloog voert de ingreep uit in de angiografiekamer (kamer voor bloedvatonderzoek) op de dienst radiologie. Over het algemeen gebeurt een embolisatie van een AV-fistel onder lokale verdoving, maar dit hangt af van de plaats waar de fistel zit, de uitgebreidheid van de aandoening en je algemene toestand.

De interventieradioloog prikt de lies aan en schuift via de liesslagader een katheter op tot aan de fistel. Zodra de katheter goed zit, wordt contrastvloeistof ingespoten en maken we röntgenopnames van het bloedvat (angiografie). De verbinding wordt vervolgens dichtgemaakt met lijm, coils of vasculaire plugs.

Na de behandeling blijf je nog minstens 24 uur ter observatie op de afdeling in het ziekenhuis.

Wat zijn mogelijke complicaties van de procedure?

De complicaties zijn afhankelijk van de plaats van de aandoening, de uitgebreidheid en je algemene toestand. Belangrijkste specifieke risico is het kunnen optreden van een bloeding of de afsluiting van normale gezonde bloedvaten met een infarct als gevolg.