Wat is sondevoeding?

Sondevoeding is een dunne vloeibare voeding die via de sonde rechtstreeks in de maag of darmen terecht komt. Ze bevat alle voedingsstoffen die het lichaam elke dag nodig heeft zoals vetten, koolhydraten, eiwitten, vezels, vitamines en mineralen.

Sondevoeding wordt gegeven als u door ziekte, na een operatie of door een behandeling niet voldoende of helemaal niet kan of mag eten.

Een stap verder is totale parenterale voeding (TPN), die via een katheter, een dun buisje zeg maar, rechtstreeks in de bloedbaan terechtkomt

Welke soorten sondes zijn er? 

Afhankelijk van uw situatie krijgt u een van volgende soorten sondes:

Neus-maagsonde of nasogastrische sonde

• Deze sonde loopt via de neus en keel naar de maag. 
• Meestal krijgt u deze sonde wanneer we verwachten dat u slechts voor een korte periode (< 6 weken) sonde-voeding zal gebruiken.

Neus-darmsonde, nasoduodenale of nasojejunale sonde

• Deze sonde loopt via de neus en keel naar de darm. De voeding komt dus in de darm terecht. 
• Deze sonde krijgt u wanneer voeden voorbij de maag noodzakelijk of wenselijk is en wanneer we verwachten dat u slechts voor een korte periode (< 6 weken) sondevoeding zal gebruiken.

Gastrostomie of PEG-sonde

• De sonde wordt tijdens een gastroscopie of kleine chirurgische ingreep rechtstreeks in de maag gebracht en komt door de buikwand naar buiten. 
• Meestal krijgt u deze sonde wanneer we verwachten dat u voor een langere periode (> 6 weken) sondevoeding zal gebruiken.

Darmsonde, PEJ of chirurgische jejunostomie

• Deze sonde wordt tijdens een endoscopie of chirurgische ingreep rechtstreeks in de dunne darm gebracht en komt door de buikwand naar buiten. 
• Meestal krijgt u deze sonde wanneer voeden voorbij de maag noodzakelijk of wenselijk is en wanneer we verwachten dat u voor een langere periode (> 6 weken) sondevoeding zal gebruiken.

In de brochure leest u meer over de toediening van de sondevoeding (zwaartekracht of voedingspomp), medicatie en water. 

Begeleiding bij elke stap

U en uw familie worden tijdens het hele proces goed begeleid: de diëtiste geeft de nodige uitleg, neemt samen met de maatschappelijk werkster de aanvraag voor terugbetaling en de andere administratie op zich en legt contact met de thuiszorgfirma, de huisarts, de apotheker en de thuisverpleegkundige. In het ziekenhuis leren u en uw familie van de diëtiste en de verpleegkundigen hoe u zelf de sondevoeding kunt toedienen. Eens de voeding ingesteld, wordt u blijvend gevolgd. 

Mogelijke ongemakken

• misselijkheid en braakneigingen
• diarree
• constipatie
• verstopte sonde

Tegemoetkoming