Eigenlijk bestaat wiegendood amper of niet

Eigenlijk bestaat wiegendood amper of niet

Datum: 
23/04/2019

Werner Jacobs (49) is niet de minste. Hij is de grote baas van de dienst Gerechtelijke Geneeskunde van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen. Als forensisch patholoog onderzoekt de professor al meer dan twintig jaar de lichamen van mensen die in onduidelijke, verdachte of gewelddadige omstandigheden om het leven kwamen. Zijn team haalt vlot 250 gerechtelijke autopsies per jaar. In opdracht van het gerecht onderzoekt hij niet alleen de doodsoorzaak, maar probeert hij ook de precieze omstandigheden van het overlijden te achterhalen én wie ervoor verantwoordelijk is.

Vandaag komt het boek 'De doden praten' uit. Daarin maakt Jacobs met twintig 'verhalen' over waargebeurde overlijdens en autopsies aan de lezer duidelijk dat alles niet altijd is wat het op het eerste gezicht lijkt. Hij geeft ook zijn kijk op autopsies bij baby'tjes. De gerenommeerde wetsarts voert aan dat de term 'wiegendood' in Vlaanderen te vlug wordt bovengehaald. "Het is volgens mij vooral een troostwoord om de pijn te verzachten." Jacobs valt liever terug op de Engelse term Sudden Unexpected Infant Death Syndrome (SUIDS). Dat staat voor het plotse en onverwachte overlijden van een kind onder de achttien maanden, waarvan de oorzaak na grondige autopsie en doorgedreven onderzoek van de politie onverklaard blijft.

Misdrijf

"Het aantal baby's dat volgens de strikt wetenschappelijke interpretatie overlijdt zonder duidelijke doodsoorzaak is zeer beperkt", zegt Jacobs. "Op enkele uitzonderingen na kunnen we als wetsarts stellen dat wiegendood in feite amper of niet bestaat. Het bestaat alleen maar omdat men niet grondig wil zoeken naar de oorzaak van het overlijden. Ik ben er rotsvast van overtuigd dat de plotse en onverwachte dood van baby's vroeger vaak als wiegendood bestempeld werd, terwijl er wel een doodsoorzaak gevonden had kunnen worden. In het ergste geval was er misschien zelfs een misdrijf mee gemoeid." 

Jacobs wijst met de vinger naar sommige artsen die te snel terugvallen op het zogeheten wiegendoodprotocol. "Door dat protocol kunnen die artsen zonder tussenkomst van politie en gerecht beslissen dat er voor hen niets aan de hand is. Op basis van wat de ouders zeggen en een beperkt uitwendig onderzoek dat weinig diagnostische waarde heeft. Ik heb kinderen op mijn autopsietafel gehad aan wie uiterlijk niets te zien was. Maar uit mijn autopsie bleek wel dat ze doodgeslagen waren."

De professor wijst ook naar de absurditeit dat het wiegendoodprotocol stelt dat een autopsie wenselijk is maar niet verplicht, en dat de ouders er toestemming voor moeten geven. "Als ik mijn kind heb vermoord en ze vragen me of ze een autopsie mogen doen, zou ik ook zeggen: 'Liever niet.' Een gerechtelijke autopsie daarentegen kan niet geweigerd worden. Door niemand."

Hersenschade
 
In Antwerpen onderzoekt Jacobs elk jaar een vijftiental zogenaamde wiegendoden. "Gemiddeld zijn daarvan drie kinderen door extern geweld om het leven gebracht. Daarnaast is ongeveer één op de drie wiegendoden vermoedelijk een accidentele 'dooddrukking' door de ouders: tijdens de slaap rolt de moeder of vader over het baby'tje en verstikt het zonder het te beseffen. Als ze wakker worden, stellen ze vast dat het kind niet meer ademt. In paniek leggen sommigen het dan weer in zijn wieg en pas dan bellen ze de hulpdiensten. Die treffen dan wel een dood kind in een wieg aan, maar van wiegendood in de wetenschappelijke betekenis is hier geen sprake. Dat zijn drama's en géén criminele feiten. Maar het zijn ook geen natuurlijke overlijdens."
 
In het boek beschrijft Werner Jacobs hoe hij jaren geleden een oproep kreeg voor een overleden jongetje in het ziekenhuis. Enkele dagen voordien had de moeder de baby levenloos aangetroffen in bed. Toen ze wakker werd, zag ze dat haar zoontje slap en blauw was. Het kindje kon nog gereanimeerd worden. In het ziekenhuis wees een MRI-scan van de hersenen op zware schade. De autopsie van professor Jacobs toonde aan dat het zuurstoftekort in de hersenen ontstaan was door een vorm van verstikking.
 
Pas tijdens een tweede of derde verhoor vertelden de ouders dat ze het kindje bij hen in bed hadden genomen. Door enkele lastige weken op hun werk waren ze allebei zo moe dat ze direct in slaap waren gevallen. Toen ze wakker werden, lag één van hen met de romp deels op het kindje. Door het gewicht van de ouder op de slechts 5 à 6 kilo wegende baby werd hij wellicht per ongeluk doodgedrukt tijdens de slaap. "Een echt drama en natuurlijk was er geen enkel opzet om het kind te doden. Maar een natuurlijk overlijden kon je het bezwaarlijk noemen, laat staan wiegendood."
 
Brave mensen
 
"Dertig tot veertig jaar geleden werd nog in alle handboeken over gerechtelijke geneeskunde beschreven dat mensen hun kinderen smoren door 'overliggen'. Vandaag ligt dat blijkbaar te gevoelig en mag het niet meer gezegd worden. Ik vind dat heel frappant. In de huidige vakliteratuur gaat het enkel nog over softere beschouwingen, die dan misschien wel verdrietige mensen kunnen opmonteren, maar er wetenschappelijk volledig naast zitten. Ik heb geen wetenschappelijke argumenten om te zeggen dat zulke fenomenen verdwenen zijn. Maar niemand staat te springen om de ouders van een overleden baby te vertellen dat het géén wiegendood was. Ik heb nog artsen horen zeggen: 'We kennen die ouders, het zijn brave mensen. Die zouden hun kind nooit kwaad doen.' Dat is een belachelijk argument, want ook brave mensen doden hun kinderen."
 
Bij 90% van de autopsies bij baby's vindt Werner Jacobs de doodsoorzaak. "Naast het overlijden door extern geweld en de dooddrukking door overligging, blijkt ruim 40% van de plotse en onverwachte overlijdens van baby's achteraf verklaard te kunnen worden door natuurlijke doodsoorzaken (vaak ten gevolge van longontsteking, red.) of door verslikking in pap."
 
Delicaat
 
Het onderzoek van een zogenaamde wiegendood is volgens Jacobs altijd een delicate kwestie. "Een kind ligt dood in zijn wieg en uitwendig is er niets aan te zien. Op het eerste gezicht zijn er geen sporen van geweld. De baby lijkt vredig te slapen, maar is al koud en stijf. Voor de ouders is dit verschrikkelijk. In het gerechtelijk arrondissement Antwerpen wordt in dergelijke gevallen nu bijna altijd een gerechtelijke autopsie en politioneel onderzoek bevolen. Aangenaam voor ouders en familie is dat zeker niet. Ze zijn overmand door verdriet en willen in alle sereniteit afscheid nemen, als het even kan zelfs uren bij hun dode kindje blijven. Velen vinden dat je het dan niet kan maken om de politie en het gerechtelijk lab langs te sturen voor een huiszoeking en het baby'tje mee te nemen voor een autopsie. Ik begrijp dat dit hard is, maar we hebben als forensische onderzoekers geen andere keuze. Het is onze plicht om dit te doen. Ik ben een wetsdokter en mijn taak is om de doden nog een laatste keer te laten spreken. De grootste slachtoffers in onze maatschappij zijn kinderen die gedood worden. Ze kunnen niet alleen niets meer zeggen na hun dood, ook tijdens hun leven hebben ze geen signalen kunnen geven dat ze in gevaar waren. Ze waren nog te klein, te onmondig of bang voor grote mensen. Ik vind dat je als wetsarts extra inspanningen moet doen om de waarheid te achterhalen als er een dood kind op je tafel ligt."
 
'De doden praten' van Werner Jacobs en José Masschelin telt 208 bladzijden en is uitgegeven bij Manteau/Standaard Uitgeverij.
 

Blijf op de hoogte van nieuws in het UZA via Twitter @uzanieuws en Facebook