Immuuntherapie in combinatie met andere therapieën

donate

"Het is niet onze bedoeling om de bestaande behandeling van de baan te vegen, maar wel om immuuntherapie aan te bieden in een gecombineerde behandeling.", aldus prof. Evelien Smits. 

Het UZA: pionier in het combineren van immuuntherapie met andere therapieën

Het wetenschappelijk onderzoek naar immuuntherapie via het toedienen van medicijnen, in combinatie met andere kankerbehandelingen gebeurt door de Solid Tumor Immunology Group (STIG). Dit onderzoeksteam staat onder leiding van prof. Evelien Smits, in het Centrum voor Oncologisch Onderzoek (CORE) aan de Universiteit Antwerpen. Deze onderzoeken gebeuren in nauwe samenwerking met de onderzoekers van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen.

Eigen afweersysteem is een natuurlijk verdedigingssysteem tegen kanker

Prof. Evelien Smits raakte tijdens haar studies biomedische wetenschappen gefascineerd door het afweersysteem dat kan ingezet worden als verdedigingsmechanisme tegen kanker. Het doel van immuuntherapie is duidelijk: het immuunsysteem versterken om de kankercellen aan te vallen en uiteindelijk te vernietigen. Het afweersysteem verschilt van persoon tot persoon en een kankercel verschilt van kanker tot kanker. Daarom is het noodzakelijk een breed pallet van immuuntherapiemethodes te onderzoeken. Immuuntherapie heeft reeds haar nut bewezen in de kliniek. Overlevingskansen van kankerpatiënten stijgen, zelfs enkele genezen. Dit alles met behoud van een goede levenskwaliteit. ‘Door immuuntherapie te combineren met klassieke behandelingen zijn we in staat meer patiënten te helpen’, aldus prof. Smits. 

Plasmatherapie en immuuntherapie

Immuuntherapie combineren met reeds bestaande therapieën (zoals chemotherapie, radiotherapie,…)  biedt perspectief om betere resultaten te boeken. Daarnaast is het ook zeer interessant om nieuwe therapieën te onderzoeken in combinatie met immuuntherapie. Zo onderzoekt prof. Evelien Smits samen met de onderzoeksgroep PLASMANT (departement chemie) of plasma de werking van immuuntherapie kan versterken. 

Plasma is een geïoniseerd gas, dat ook in schermen van plasmatelevisies gebruikt wordt. Plasmatherapie wordt al verschillende jaren gebruikt om bacteriën in wondinfecties te doden, maar is nog zeer nieuw als kankerbehandeling. Uit de eerste onderzoeken blijkt dat plasma kankercellen selectief kan doden met behulp van reactieve zuurstof- en stikstofdeeltjes. Zo doodt plasma de kankercellen en tast het de gezonde cellen niet aan, wat de traditionele behandelingsmethodes wel doen. Plasma heeft dus het potentieel om een kankerbehandeling te zijn met weinig bijwerkingen. Verder onderzoek is nodig om de werking van deze therapie te ontrafelen en te standaardiseren voordat deze nieuwe behandeling kan doorbreken in de kliniek. 

Ontsnappingsmechanismes van kankercellen ontrafelen

Een kankercel zit complex in elkaar. Bovendien kan hij verschillen van patiënt tot patiënt en van tumorstukje tot tumorstukje. We hebben nog meer inzicht nodig in de manieren waarop kankercellen ontsnappen aan het immuunsysteem. Zo kunnen we immuuntherapie specifiek inzetten op maat van de patiënt. Dit biedt mogelijkheden om therapieën aan te bieden met minder nevenwerkingen en om de levenskwaliteit van de patiënten te verhogen. Om dit te realiseren is er meer onderzoek nodig naar deze ontsnappingsmechanismes.

Maak mee het verschil

De eerste stappen zijn gezet. Verder onderzoek blijft noodzakelijk om immuuntherapie aan te bieden aan meer patiënten en de resultaten te verbeteren. Prof. Evelien Smits: “Immuuntherapie combineren met reeds bestaande behandelingen is de sleutel tot succes. Zo wordt de kankercel vanuit verschillende kanten aangevallen en kan ze niet meer ontsnappen aan de therapie.” 

Klik hier en ontdek hoe prof. Evelien Smits in 1 minuut uitlegt wat immuuntherapie is. 

Bekijk hier het filmpje van Universiteit van Vlaanderen waarin prof. Evelien Smits vertelt over de stand van zaken van immuuntherapie.

Klik hier om het onderzoek naar de combinatie van immuuntherapiemedicijnen met andere therapieën te ondersteunen. 

Laatst aangepast: 20 augustus 2020
Auteur(s):