Complexe pancreaschirurgie en onderzoek naar pancreaskanker

donate

UZA, Referentiecentrum voor complexe pancreaschirurgie en onderzoek naar pancreaskanker

 

Sinds juni 2019 is het UZA één van de 15 referentiecentra voor pancreaschirurgie in België. Pancreaschirurg en kliniekhoofd Hepato-Pancreato-Biliaire-heelkunde (HPB-heelkunde) Geert Roeyen legt uit dat pancreaschirurgie complex is en veel risico’s inhoudt. “Door pancreaschirurgie uit te voeren in erkende referentiecentra bundelen we expertise en kwaliteit. Ook geeft deze clustering ons meer kans om onderzoek te doen naar pancreaskanker.” De focus van het pancreasonderzoek op de dienst HPB-heelkunde ligt vooral op de functie van de pancreas en de gevolgen die patiënten hiervan na een ingreep ervaren. “Hiermee willen we de levenskwaliteit van patiënten na een pancreasoperatie kunnen verbeteren.” 

Pancreaskanker wordt door de overheid tot de zeldzame ziektes gerekend. Het is een moeilijk behandelbare kanker die ook na een succesvolle operatie meestal nog 6 maanden chemotherapie vereist. “De behandeling van pancreaskanker is een zwaar traject voor de patiënt. Er gebeuren jaarlijks maar 450 à 500 pancreaskopresecties in heel België, en er is een hoog risico verbonden aan deze operaties,” zegt pancreaschirurg Geert Roeyen.

Roeyen zetelt in de stuurgroep Complexe Kankerzorg Pancreasheelkunde vanuit het RIZIV. Deze stuurgroep monitort de 15 referentiecentra, waar het UZA sinds juni 2019 deel van uitmaakt.

Referentiecentra voor pancreaschirurgie

Omwille van de complexiteit van pancreaschirurgie, en meer bepaald van de pancreaskopresectie, besliste de overheid om de ingrepen te bundelen in 15 referentiecentra. Eén van de kwaliteitskenmerken om als referentiecentrum erkend te worden, was een drempel van minstens 20 uitgevoerde pancreaskopresecties per jaar. “Het UZA voert jaarlijks meer dan 40 pancreaskopresecties uit en is daarmee het derde grootste centrum in België. Het zijn drie Vlaamse universitaire ziekenhuizen die de top drie uitmaken, maar er zijn ook regionale ziekenhuizen met een samenwerkingsverband erkend.” Zo wil de overheid voldoende kennis van zaken en kwaliteit garanderen. Door de centralisatie maximaliseert men de kans dat de correcte behandeling bij een bepaalde patiënt gekozen wordt.

Het UZA heeft ook een consortium (vastgelegd samenwerkingsverband) met AZ Klina, en werkt daarnaast ook samen met maagdarm-specialisten en chirurgen van verschillende andere ziekenhuizen op het vlak van pancreaspathologie. “Patiënten die in deze ziekenhuizen gediagnosticeerd worden met pancreaskanker worden naar het UZA overgebracht voor de ingreep. Dat is zo voorzien in de wet die sinds 1 januari 2020 van kracht is. Men gaat ervan uit dat de expertise hoger is als je de behandeling van post-operatieve complicaties op 1 plaats groepeert. Het is niet zozeer de chirurgie die de risico houdende factor is, maar vooral de complicaties die na de operatie kunnen optreden. Om die reden moeten er bijvoorbeeld 24/24 en 7/7 diensten intensieve zorgen en interventieradiologie aanwezig zijn in een referentiecentrum.” 

Wetenschappelijk onderzoek 

Eén van de voorwaarden die de referentiecentra opgelegd krijgen, is het feit dat ze wetenschappelijk werk moeten doen om het programma van de behandeling van pancreasgezwellen vooruit te helpen. “Met het UZA hebben we op dat vlak een bevoorrechte positie. Via onze dienst oncologie (onder leiding van professor dokter Hans Prenen) hebben we al verschillende studies lopen in verband met nieuwe systemische behandelingen, zoals chemotherapieschema’s of nieuwe moleculen die belangrijk kunnen zijn in de behandeling van pancreaskanker. Ook werkt onze HPB-dienst nauw samen met de Universiteit Antwerpen en het Centre for Oncological Research (CORE). Zij doen preklinisch wetenschappelijk onderzoek op cellulair niveau en werken aan het traject van immuuntherapie voor pancreaskanker (onder leiding van professor dokter Evelien Smits). En een derde pijler waar onze dienst aan meewerkt, is onderzoek naar het vroegtijdig detecteren van pancreaskanker en eventueel teruggekeerde ziekte door middel van ‘liquid biopsy’ (onder leiding van professor dokter Patrick Pauwels). Daarbij gebruikt men een beetje bloed, maar eventueel ook urine, in de plaats van de grote weefselbiopten.

Waar wij, als dienst heelkunde, zelf vooral op focussen is onderzoek naar de functie van de pancreas en de levenskwaliteit van patiënten na een operatie,” motiveert Roeyen.

Levenskwaliteit na een pancreasoperatie

De pancreas heeft twee belangrijke functies, namelijk vetvertering en suikerregeling. “Als je een stuk van de pancreas wegneemt, kunnen die functies verstoord worden. Enerzijds kunnen de patiënten de neiging hebben om diabetes te ontwikkelen en anderzijds kunnen ze problemen krijgen met de vetvertering. We zien dat toch 60 à 70% van de mensen na een pancreaskopoperatie een vetverteringsprobleem heeft,” aldus Roeyen. Wanneer de pancreas niet meer optimaal functioneert, wordt het vet dat met de voeding ingenomen wordt niet goed genoeg verteerd, wat leidt tot vetdiarree. Het vet gaat verloren met als gevolg dat de patiënt te weinig aanvoer van energie krijgt, gaat vermageren en in een slechtere gezondheidstoestand geraakt. “Hier is wel medicatie voor, maar wij willen onderzoek doen om deze problemen vroegtijdig te herkennen en de toediening van die medicatie te verbeteren. Door vroegtijdig met deze medicatie te starten, kunnen we de patiënt in een betere conditie houden na een operatie en zal ook zijn kwaliteit van leven beter zijn. Dit is erg belangrijk omdat de patiënt na een ingreep ook vaak nog zes maanden chemotherapie moet kunnen verdragen.”

Onderzoek verbeteren en versnellen

“Pancreaskanker wordt frequent zeer laattijdig ontdekt,” zegt Roeyen. “De helft van de mensen die gediagnosticeerd worden, hebben al uitzaaiingen. En een deel van degenen die geen uitzaaiingen hebben, hebben een type kanker dat niet onmiddellijk geopereerd kan worden. Daar werken we met een voorbehandeling, meestal onder de vorm van chemotherapie, om toch te proberen de patiënt naar chirurgie te brengen. Dat zijn zeer moeilijke en complexe behandelingsstrategieën.” Volgens hem is de clustering van de referentiecentra belangrijk om het onderzoek omtrent pancreaskanker te verbeteren. “Als we een bepaald onderzoek willen doen, hebben we daar ten eerste voldoende patiënten voor nodig. Vorig jaar hebben we dus iets meer dan 40 patiënten geopereerd aan de pancreaskop. Dit jaar gaan we misschien 70 operaties doen door de samenwerking met AZ Klina en de andere ziekenhuizen in maar ook buiten ons netwerk. Dan hebben we een grotere groep patiënten die we eventueel kunnen voorstellen om mee te doen aan onderzoek. Zo kan het onderzoek sneller vooruitgaan. En ten tweede moeten er natuurlijk de financiële middelen zijn om onderzoek te doen. Want daar begint alles mee.” 

Wil jij het onderzoek naar pancreaskanker mee ondersteunen?

Ondersteun jij mee het onderzoek naar de functie van de pancreas? Jouw gift maakt het verschil! Samen met jou zorgen we voor een verbeterde levenskwaliteit van patiënten na een pancreasoperatie.

Lees hier meer over het chirurgische zorgtraject bij panceaskanker.

Laatst aangepast: 15 Mei 2023
Auteur(s):