Transjugulaire leverbiopsie

Transjugulaire leverbiopsie

Bij een leverbiopsie nemen we een stukje lever weg om de oorzaak van leverproblemen te achterhalen als andere onderzoeken geen zekerheid geven. Het onderzoek wordt ook gebruikt om een chronische leverziekte op te volgen en de gepaste behandeling te bepalen. Bij de transjugulaire leverbiopsie gebeurt de punctie via de bloedvaten.

Welke voorbereiding is nodig bij een transjugulaire leverbiopsie?

  • Zorg dat u volledig nuchter bent.
  • Meld eventuele allergische reacties op radiologische contraststoffen aan de artsen.

Hoe verloopt een transjugulaire leverbiopsie?

Het onderzoek verloopt in dagopname.

  1. U ligt op uw rug.
  2. We brengen enkele klevers op de polsen en borstkas aan om het hartritme te kunnen volgen.
  3. De hals wordt plaatselijk verdoofd.
  4. De halsader wordt aangeprikt met een naald. Hierlangs schuift de arts een fijn draadje op, waarover een korte katheter wordt geschoven die tijdens het onderzoek in de hals blijft. Doorheen deze katheter wordt een 2e, lange en fijne katheter opgeschoven tot in de leverader om de drukken te meten. De positie van de katheter wordt met röntgenstralen gecontroleerd en er wordt een beetje contrastmiddel ingespoten.
  5. De procedure wordt herhaald met een andere katheter, waarlangs met behulp van een aangepaste naald een leverbiopsie wordt genomen. Op het moment dat de biopsie wordt genomen, moet u de ademhaling tijdelijk blokkeren.
  6. Het onderzoek wordt beëindigd met het meten van een aantal drukken ter hoogte van het hart en het meten van het hartdebiet.

Wat kunt u verwachten na een transjugulaire leverbiopsie?

Als u verdoofd geweest bent, zult u na het onderzoek uitslapen. U mag dan ook 24 uur geen voertuig besturen.

U blijft 4 uur in bed liggen en wordt regelmatig gecontroleerd op bloeddruk en pols.

Na minstens 30 minuten kunt u opnieuw eten (na advies van de arts).

Laatst aangepast: 23 maart 2016
Auteur(s):