Hyperbare zuurstoftherapie
Wat is hyperbare zuurstoftherapie?
Hyperbare zuurstoftherapie is een medische behandeling waarbij je in een ruimte met verhoogde omgevingsdruk (2,5 ATA of een duikdiepte tot 15 meter) via een masker 100% zuivere zuurstof inademt. Periodes van zuivere zuurstof worden afgewisseld met korte periodes waarbij je normale lucht inademt.
Bij een hyperbare zuurstofbehandeling volg je dagelijks een sessie van 60, 90, 120 minuten of langer. De duur van de sessie en de periode waarin je de behandeling volgt, zijn afhankelijk van je aandoening. Deze therapie is niet schadelijk.
In sommige gevallen wordt er op 2,8 ATA of 18 meter duikdiepte behandeld. Maximaal hanteren we een druk van 22 meter.
Wat levert hyperbare zuurstoftherapie op?
Tijdens hyperbare zuurstoftherapie krijgt je lichaam 10 tot 15 keer meer zuurstof, wat het herstel van bepaalde aandoeningen en infecties kan bevorderen door de vorming van nieuwe cellen.
Waar vindt de hyperbare zuurstofbehandeling plaats?
De hyperbare zuurstofbehandeling vindt plaats in een afgesloten ruimte of drukkamer. Dit is een buisvormige kamer met comfortabele zitplaatsen, een beetje vergelijkbaar met de romp van een vliegtuig. Er zijn 12 zitplaatsen beschikbaar. Indien nodig kan ook een hospitaalbed geïnstalleerd worden. Andere woorden voor drukkamer zijn:
- caisson
- druktank
- hyperbare zuurstoftank
- hyperbare kamer
De drukkamer op de dienst spoedgevallen in het UZA heeft een diameter van 2,1 meter en is 6,5 meter lang. Je gaat de ruimte binnen via een grote, ronde deur. Een verpleegkundige of arts kan via een sas ten allen tijde mee in de drukkamer komen.
Wanneer krijg je een hyperbare zuurstofbehandeling?
Na bepaalde ongevallen kan een behandeling in de drukkamer je helpen. Bijvoorbeeld:
- na een duikongeval
- bij CO-vergiftiging
- bij een gasembool (luchtbel in de bloedbaan)
- bij ernstige pletwonden
Een zuurstofbehandeling wordt ook toegepast bij:
- gehoorverlies
- ernstige weke-weefsel infecties
- 'flap'-problemen na een huidtransplantatie
- letsels na radiotherapie
- slecht genezende wonden: vertraagde en langdurige genezing of wondgenezig bij diabetespatiënten
- niet-genezende osteomyelitis (botinfectie)
- plotse blindheid door een afgesloten bloedvat in het netvlies
Hoe verloopt de hyperbare zuurstofbehandeling?
Voorbereidend gesprek
Voor je behandeling met hyperbare zuurstof krijg je de nodige uitleg van de begeleidende verpleegkundige:
De verpleegkundige toont je hoe je het zuurstofmasker correct opzet en zorgt voor de juiste maat
Het is belangrijk dat het masker goed aansluit zodat er geen zuurstof kan ontsnappen.
De verpleegkundige leert je hoe je je oren in evenwicht brengt
Ons middenoor is van de buitenwereld afgesloten door een trommelvlies. Het staat via een klein kanaaltje (buis van Eustachius) in verbinding met de keelholte. Als de omgevingsdruk stijgt, wordt het trommelvlies naar binnen gedrukt. Je merkt aan je trommelvlies dat de omgevingsdruk stijgt. Dit is te vergelijken met wat je voelt tijdens het opstijgen of landen van een vliegtuig.
Om dit te verhelpen moet je de druk in de keel gelijk maken aan de druk buiten het lichaam. Zo opent de buis van Eustachius zich, komt er lucht in het middenoor en wordt het trommelvlies terug naar buiten gedrukt.
Je kan als volgt je oren klaren:
- Slikken, geeuwen of kauwen
- Het Valsalvamanoeuvre: Doe alsof je je neus snuit terwijl je je neus dichtknijpt. Als je je trommelvliezen voelt 'klikken', doe je het correct. Opgelet: forceer niets.
Meld het altijd aan de begeleider als het je niet lukt om de oren te klaren, of wanneer je oorpijn hebt. Forceer het trommelvlies zeker niet. De drukcompensatie tijdens de laatste fase van de behandeling (van druk gaan) gebeurt meestal automatisch. Hier moet je zeker geen Valsalvamanoeuver toepassen.
De verpleegkundige maakt je attent op enkele veiligheidsmaatregelen
Door de zuurstofrijke omgeving is er in de drukkamer een verhoogd brandgevaar. Door de drukverschillen kunnen tal van voorwerpen problemen veroorzaken of beschadigd raken. Daarom zijn onder meer volgende zaken verboden in de kamer:
- kledij, kousen en sjaals van nylon en zijde, fleecetruien (statische elektriciteit)
- aanstekers, lucifers en rookwaren
- alcohol
- parfum (mag je aanbrengen maar het flesje mag niet mee in de kamer)
- elektrische toestellen op batterijen: walkman, laptop, mp3-speler, smartphone, tablet, gsm, dvd-speler, autosleutels ...
- hoorapparaten
- vulpennen, stiften, balpennen (kunnen lekken)
- spuitbusjes (deo!), puffers en aërosols
- koolzuurhoudende drankjes (spuitwater, limonade, cola ...)
- horloges
Voorbereidend hart- en longonderzoek
Er wordt meestal een cardiogram en een foto van de longen gemaakt. Heb je een van deze onderzoeken uiterlijk zes maanden voor je zuurstofbehandeling al gehad? Dan volstaat het deze documenten (de foto, het protocol is onvoldoende) voor te leggen.
Wanneer kan je mogelijk geen zuurstofbehandeling krijgen?
Verwittig de arts zeker in geval van:
- pneumothorax (klaplong)
- verkoudheid of een infectie van de bovenste luchtwegen
- een chronische longinfectie (COPD)
- een operatie van de borstkas of van het oor
- ongecontroleerde koorts
- epilepsie (‘stuipen’)
- zwangerschap
- claustrofobie
- chemotherapie
- een pacemaker, neurostimulator, pijnpomp of inwendige defibrillator (ICD)
Tijdens de zuurstofbehandeling
Na je voorbereidend gesprek en onderzoeken kan de behandeling met hyperbare zuurstof van start gaan. Bij je eerste behandeling gaat de verpleegkundige meestal met je mee in de kamer. Het aantal behandelingen hangt af van je aandoening en hoe je op de therapie reageert. Vaak worden er verschillende patiënten samen behandeld. Boven de drukkamer ligt de controlekamer: een continue camera- en microfoonverbinding zorgt voor een permanent contact met de verantwoordelijke verpleegkundige (operator).
De kamer wordt op druk gebracht (± 10 min)
- Als iedereen geïnstalleerd is, wordt de deur van de drukkamer gesloten.
- De omgevingsdruk wordt geleidelijk verhoogd van 1 ATA naar maximum 2,8 ATA. Deze druk is te vergelijken met de druk onder water op een diepte van 18 meter.
- Je merkt dat het tijdens de drukverhoging warmer wordt. Door de drukverhoging stijgt de omgevingstemperatuur: de temperatuur in de drukkamer kan stijgen van 25°C naar 28°C. Tijdens de laatste fase van de behandeling (van druk gaan) gebeurt het omgekeerde en kan je het koud krijgen. Draag dus lichte kledij die makkelijk aan en uit kan.
Zet het zuurstofmasker op
Zorg dat het masker goed aansluit. Twijfel je? Vraag de begeleider gerust om hulp.
De begeleider verlaat de drukkamer via het sas
- Bij problemen kan de begeleider via het sas opnieuw de behandelruimte betreden.
- Jij en je medepatiënten worden gevolgd met camera's.
- Je kan met de verpleegkundige praten via het intercomsysteem.
Verblijf op druk
- Adem rustig langs het masker. Tijdens de luchtpauzes kan je dit even afzetten.
- Een behandeling in de drukkamer duurt meestal 1,5 tot 2 uur. U kunt zich intussen rustig bezighouden met:
- lezen (maar niet via een tablet of e-reader!)
- tijdens de pauzes praten met uw medepatiënten
- schrijven, tekenen of kleuren (enkel met een potlood)
- radio beluisteren via de hoofdtelefoon die in de caisson aanwezig is.
- Elektronische apparatuur (bv. smartphones, laptops, pc en tablets) mogen niet in de behandelkamer.
- Je mag ontbijten voor je naar de sessie komt. Drink voldoende water tijdens de sessie, want een caissonbehandeling heeft een uitdrogend effect.
- Eten of kauwgom mogen niet tijdens de sessie. Lucht inslikken tijdens het eten kan bij de drukverlaging op het einde van de behandelingssessie maagpijn, krampen en misselijkheid veroorzaken.
De druk in de kamer wordt teruggebracht tot 1 ATA
Als de druk in de kamer opnieuw 1 ATA is, gaat de deur open en is de sessie voorbij.
Na de zuurstofbehandeling
Na een behandelsessie kan je vermoeid zijn omdat je iets meer dan anders moeite hebt gedaan om te ademen en omdat het een warme omgeving is. Sommige mensen voelen ook aan hun trommelvliezen dat ze actief hebben moeten klaren. Je mag geen pijngevoel hebben na de sessie.
Contact
- Hyperbare kamer: 03 821 30 55
- Secretariaat spoedgevallen: 03 821 46 07 / spoed [at] uza [dot] be