Een beschadigd kniegewricht, meestal ten gevolge van verregaande artrose, kan vervangen worden door een kunstgewricht of totale knieprothese.
De totale knieprothese bestaat uit 3 aparte delen of componenten:
Enkele weken voor de operatie komt u één dag naar het ziekenhuis voor een aantal onderzoeken:
U bespreekt dan ook met de anesthesist (slaapdokter) uw onderzoeksresultaten, de verdoving tijdens de ingreep en de pijnbestrijding erna. Nadien wordt u gevraagd om een toelating te tekenen voor de gekozen verdoving en de operatie.
De dag voor de operatie wordt u ’s avonds in het ziekenhuis verwacht. De medewerkers aan het onthaal wijzen u de weg naar de verpleegeenheid. Op de verpleegeenheid begeleidt een verpleeg- of zorgkundige u naar uw kamer. De verpleegkundige overloopt samen met u uw medicatie en zegt u wat u de ochtend van de operatie nog mag innemen. Stel gerust vragen.
De avond voor de ingreep treffen we een aantal voorbereidingen:
De verpleeg- of zorgkundige verwittigt u als het tijd is om naar het operatiekwartier te gaan. U krijgt een operatiehemd aan en er wordt een checklist overlopen (nuchter, juwelen, tandprothese, make-up …). Er wordt ook een TED-kous (anti-thrombosekous) aangetrokken aan uw niet te opereren been, om flebitis (aderontsteking) te voorkomen. U krijgt een kalmerend smelttablet. Hierna wordt u in uw eigen bed naar het operatiekwartier gebracht.
Tijdens de operatie vervangen we het versleten, slecht functionerende gewricht door een kunstgewricht. We verwijderen de versleten oppervlakten van het scheenbeen, het dijbeen en eventueel de knieschijf en vervangen ze door nieuwe delen (of componenten), die we verankeren met een cement. De knieschijf moet niet altijd vervangen worden. Ook vervangen we enkel het zieke kraakbeen, niet uw gewrichtsbanden, kapsel of bot.Een as-afwijking van de knie wordt ook gecorrigeerd.
U wordt wakker in de ontwaakzaal (recovery) en verblijft daar enkele uren of een nacht, afhankelijk van uw algemene toestand.
Vanaf de vierde dag na de operatie start de intensieve revalidatie. Op de revalidatie-afdeling wordt u begeleid door een team van kinesitherapeuten en ergotherapeuten. Lees in onze brochure alles over de revalidatie na een totale knieprothese.
U mag het ziekenhuis verlaten als u in staat bent om bepaalde bewegingen uit te voeren. De orthopedisch chirurg beslist hierover in overleg met u.
U mag het ziekenhuis verlaten als u de volgende dingen kan:
De wonde moet ook volledig droog zijn.
Na uw herstel mag u opnieuw wandelen, fietsen en zwemmen. Na een intensieve revalidatieperiode mag u rustig beginnen sporten, zoals joggen, golf, dubbeltennis, langlaufen of skiën. Vermijd sporten met een langdurige schokbelasting zoals lange afstandslopen en springen. Ook sporten die een extreme plooiing van de knie vragen zijn niet toegelaten.
Moderne knieprotheses gaan meestal meer dan 15 jaar mee. Nadien kunnen ze verslijten of loskomen. In dat geval kunnen ze vervangen worden.
Met uw knieprothese zou uw pijn moeten verdwijnen, of op zijn minst fel verminderen. Een knieprothese is even beweeglijk als een echt gewricht, maar meestal kan u minder diep buigen. U kunt uw knie na de ingreep soepeler maken door veel en goed te oefenen.
De risico’s van de ingreep zijn beperkt. Het belangrijkste risico van elke operatie is een infectie (minder dan één procent). Een infectie kan echter goed behandeld worden. Vaak is er dan wel een extra operatie nodig.