Totale knieprothese

Een beschadigd kniegewricht, meestal ten gevolge van verregaande artrose, kan vervangen worden door een kunstgewricht of totale knieprothese. 

De totale knieprothese bestaat uit 3 aparte delen of componenten:

  • een onderdeel voor het onderbeen;
  • een onderdeel voor het bovenbeen;
  • en eventueel een onderdeel voor de knieschijf.
     

Hoe verloopt de ingreep?

Voor, tijdens en na

Voorbereiding op de ingreep

Enkele weken voor de operatie komt u één dag naar het ziekenhuis voor een aantal onderzoeken:

  • een uitgebreid bloedonderzoek
  • een urineonderzoek
  • een hartfilmpje (ECG) met een aanvullend onderzoek indien nodig door de cardioloog
  • een RX-opname van uw longen
  • een RX-opname van het te opereren been

U bespreekt dan ook met de anesthesist (slaapdokter) uw onderzoeksresultaten, de verdoving tijdens de ingreep en de pijnbestrijding erna. Nadien wordt u gevraagd om een toelating te tekenen voor de gekozen verdoving en de operatie.

De dag voor de ingreep

De dag voor de operatie wordt u ’s avonds in het ziekenhuis verwacht. De medewerkers aan het onthaal wijzen u de weg naar de verpleegeenheid. Op de verpleegeenheid begeleidt een verpleeg- of zorgkundige u naar uw kamer. De verpleegkundige overloopt samen met u uw medicatie en zegt u wat u de ochtend van de operatie nog mag innemen. Stel gerust vragen.

De avond voor de ingreep treffen we een aantal voorbereidingen:

  • De operatiestreek wordt geschoren.
  • De darmen worden met behulp van een lavement/klysma geledigd.
  • De operatiestreek wordt onder de douche gewassen met ontsmettende zeep.
  • Er wordt bloed bij u afgenomen om uw bloedgroep te laten bepalen. Zo kunt u bloed krijgen als u tijdens of na de operatie veel bloed verliest.
  • U mag vanaf middernacht niets meer eten of drinken (roken is ook verboden).
  • De anesthesist (slaapdokter) komt nog even langs als u dit wenst.

De dag van de operatie

De verpleeg- of zorgkundige verwittigt u als het tijd is om naar het operatiekwartier te gaan. U krijgt een operatiehemd aan en er wordt een checklist overlopen (nuchter, juwelen, tandprothese, make-up …). Er wordt ook een TED-kous (anti-thrombosekous) aangetrokken aan uw niet te opereren been, om flebitis (aderontsteking) te voorkomen. U krijgt een kalmerend smelttablet. Hierna wordt u in uw eigen bed naar het operatiekwartier gebracht.

U wacht in de voorbereidingszaal tot de verpleegkundige u komt halen. In de operatiezaal wordt er een infuus geprikt. We kleven elektroden op uw borst om uw hartritme tijdens de operatie te registreren. We plaatsen een katheter voor verdoving tijdens de ingreep en pijnstilling achteraf. De anesthesist brengt u onder narcose. Soms is een blaassonde nodig om te kunnen plassen na de operatie.

De ingreep zelf

Tijdens de operatie vervangen we het versleten, slecht functionerende gewricht door een kunstgewricht. We verwijderen de versleten oppervlakten van het scheenbeen, het dijbeen en eventueel de knieschijf en vervangen ze door nieuwe delen (of componenten), die we verankeren met een cement. De knieschijf moet niet altijd vervangen worden. Ook vervangen we enkel het zieke kraakbeen, niet uw gewrichtsbanden, kapsel of bot.Een as-afwijking van de knie wordt ook gecorrigeerd.

Na de ingreep

Meteen na de ingreep

U wordt wakker in de ontwaakzaal (recovery) en verblijft daar enkele uren of een nacht, afhankelijk van uw algemene toestand.

  • De infusen, de pijnkatheter en de blaaskatheter (indien geplaatst) blijven zitten. 
  • Een pijnpomp geeft een vaste dosis medicatie tegen de pijn via de pijnkatheter. U kunt uzelf extra pijnstilling toedienen door te drukken op het knopje. De anesthesist stelt de pijnpomp zodanig in dat u zichzelf onmogelijk teveel medicatie kan toedienen. 
  • Om uw knie zit een groot verband en een wonddrain. Dat is een buisje dat overtollig bloed of vocht uit de operatiestreek afvoert.
  • Van zodra u wakker bent, is het nuttig dat u regelmatig diep in- en uitademt. Als u veel last hebt van hoesten en slijmvorming, dan kan de verpleegkundige de hulp van een kinesitherapeut inroepen.

De eerste dag na de operatie

Als uw algemene toestand goed is, brengt de verpleegkundige van de afdeling orthopedie u terug naar uw kamer.
  • Houd uw been gestrekt in bed. Leg de knie nooit op een steuntje of kussen, dit is misschien comfortabeler, maar is niet goed voor de strekmogelijkheden van uw knie en uw herstel. 
  • U kunt voorzichtig beginnen met eten. Eet niet te veel zodat u niet misselijk wordt. 
  • U wordt in bed geholpen bij het wassen. 
  • Verder is deze dag een rustdag.

De tweede en derde dag na de operatie

  • Op de tweede dag wordt de wonddrain verwijderd en komt de kinesitherapeut bij u aan bed om te starten met oefentherapie. Eerst doet u voorzichtig enkele algemeen mobiliserende oefeningen. Op dag drie gaat u een eerste maal naar de fysiozaal en mag u volledig steunen ophet geopereerde been.
  • De derde dag worden de pijnkatheter, het infuus en de blaaskatheter (indien van toepassing) verwijderd.
  • Een verpleegkundige helpt u om enkele malen per dag in de zetel te gaan zitten om bewegingsbeperking en doorligwonden te voorkomen. Zodra het mogelijk is, wordt u naar de badkamer geholpen om uzelf te wassen. Het is normaal dat u tijdens de eerste stappen wat pijn ondervindt.
  • Er wordt ook een cpm-toestel aangelegd. Dit apparaat buigt en strekt uw knie geleidelijk om verstijving te voorkomen. Dit gebeurt dagelijks gedurende uw verblijf.

Vanaf de vierde dag na de operatie

Vanaf de vierde dag na de operatie start de intensieve revalidatie. Op de revalidatie-afdeling wordt u begeleid door een team van kinesitherapeuten en ergotherapeuten. Lees in onze brochure alles over de revalidatie na een totale knieprothese.

Naar huis

U mag het ziekenhuis verlaten als u in staat bent om bepaalde bewegingen uit te voeren. De orthopedisch chirurg beslist hierover in overleg met u.

U mag het ziekenhuis verlaten als u de volgende dingen kan:

  • de knie 90° plooien
  • het geopereerde been gestrekt heffen
  • zelfstandig in en uit bed gaan
  • stappen met krukken of looprek
  • trappen doen
     

De wonde moet ook volledig droog zijn.

Leven met een knieprothese

Na uw herstel mag u opnieuw wandelen, fietsen en zwemmen. Na een intensieve revalidatieperiode mag u rustig beginnen sporten, zoals joggen, golf, dubbeltennis, langlaufen of skiën. Vermijd sporten met een langdurige schokbelasting zoals lange afstandslopen en springen. Ook sporten die een extreme plooiing van de knie vragen zijn niet toegelaten.

Moderne knieprotheses gaan meestal meer dan 15 jaar mee. Nadien kunnen ze verslijten of loskomen. In dat geval kunnen ze vervangen worden.

Met uw knieprothese zou uw pijn moeten verdwijnen, of op zijn minst fel verminderen. Een knieprothese is even beweeglijk als een echt gewricht, maar meestal kan u minder diep buigen. U kunt uw knie na de ingreep soepeler maken door veel en goed te oefenen.

Wat zijn de risico's? 

De risico’s van de ingreep zijn beperkt. Het belangrijkste risico van elke operatie is een infectie (minder dan één procent). Een infectie kan echter goed behandeld worden. Vaak is er dan wel een extra operatie nodig.

Laatst aangepast: 12 juni 2023
Auteur(s): Team orthopedie