Rekanalisatie (bloedvaten open maken)

Rekanalisatie is het openmaken van een bloedvat via een katheter. Er zijn verschillende redenen om een rekanalisatie uit te voeren, bijvoorbeeld een bloedvat dat afgesloten is als gevolg van aderverkalking, bloedklonters of compressie (door bijvoorbeeld een tumor of littekenweefsel). Het openmaken van een bloedvat kan met behulp van medicatie, een ballon, een stent...

Hoe verloopt een rekanalisatie?

De interventieradioloog voert de ingreep uit in de angiografiekamer (kamer voor bloedvatonderzoek) op de dienst radiologie. De rekanalisatie gebeurt onder lokale verdoving, soms ook onder algemene verdoving.

De interventieradioloog prikt je lies (of pols) aan en voert via je liesslagader een katheter op tot in het juiste bloedvat. Zodra de katheter goed zit, wordt contrastvloeistof ingespoten en maken we röntgenopnames van het bloedvat (angiografie). Daarna brengt de interventieradioloog materiaal in om het bloedvat te openen (bv. stent of ballon). Welk materiaal er gebruikt wordt, hangt af van de oorzaak en het bloedvat dat geopend moet worden.

Bij welke aandoeningen is rekanalisatie mogelijk?

Via één aanprikgaatje in de lies (of pols) kan de interventieradioloog via de binnenkant van de bloedvaten katheters (dunne kunststof slangetjes) opvoeren tot in nagenoeg elke slagader of ader in het menselijk lichaam. Met rekanalisatie kunnen dan ook vele verschillende ziekten behandeld worden.

 

Trombectomie: verwijderen van een bloedklonter

Trombolyse: oplossen van een bloedklonter door lokale medicatietoediening

Ballondilatatie/stenting van een (slag)ader

  • Dilatatie of stenting van een slagader
  • Ballondilatatie van een dialysefistel
  • Stenting van de vena cava
  • Rekanalisatie van een vena porta trombose (zowel acuut als chronisch)
  • Andere
     
Laatst aangepast: 13 juli 2021
Auteur(s): Team interventieradiologie