Het UZA biedt verschillende technieken aan om leverkanker te behandelen. Naast een leverresectie en levertransplantatie, is ook leverablatie een zeer doeltreffende behandeling met kans op volledige genezing. Van de 100 patiënten met leverkanker die jaarlijks in het UZA behandeld worden, komt meer dan de helft in aanmerking voor ablatie.
Ablatie is een ingreep waarbij de tumor wordt weggeschroeid. De arts brengt hiervoor een naald tot in de tumor en verhit deze met microwave (MWA), radiofrequentie (RFA) of irreversibele electroporatie (IRE) zodat de tumorcellen afsterven.
Ablatie kan zowel tijdens open chirurgie, een kijkoperatie als percutaan worden uitgevoerd. Sinds 2020 is percutane ablatie de standaardbehandeling.
Bij percutane ablatie wordt een naald door de huid heen tot in de tumor geprikt (onder begeleiding van de CT-scan). Percutane ablatie is de minst ingrijpende techniek, omdat een kleine punctie in de huid volstaat en het lichaam niet geopend moet worden.
De grote uitdaging is om de naald zo nauwkeurig en zo veilig mogelijk tot in de tumor te krijgen, zonder omliggende bloedvaten en organen te beschadigen. Sinds maart 2020 past het UZA als eerste en enige centrum in België een nieuw navigatiesysteem toe waarmee dit veilig en heel nauwkeurig kan gebeuren.
Voor de ingreep is een recente MRI van de lever en een bloedonderzoek nodig. Je gaat vooraf ook op raadpleging bij de anesthesist (preoperatieve raadpleging).
De ochtend van de ingreep meld je je nuchter aan in het UZA bij het centrale onthaal van het UZA.
De ingreep gebeurt onder algemene narcose en duurt ongeveer 1-2 uur (afhankelijk van het aantal letsels).
Eerst wordt met het navigatiesysteem de exacte positie van de tumor bepaald en de optimale route van de naald naar de tumor berekend, gevisualiseerd en gepland. Die virtuele planning vermijdt dat de bloedvaten, darmen of longen aangeprikt zouden worden.
Op de buikwand worden navigatiepunten aangebracht, die de camera van het navigatiesysteem herkent, zodat de vooraf geplande route tijdens de punctie van de tumor heel precies kan worden gevolgd op de CT-scan.
Zodra de tumor is aangeprikt, kan deze verhit worden met de ablatie-energie. Hierna gebeurt er een controle CT-scan om de volledigheid van de ablatie na te gaan. Indien nodig kan nadien nog bijkomende ablatie toegepast worden.
Na de ingreep word je rustig wakker in de ontwaakzaal of ‘recovery’ en kan je meteen terug naar je kamer op de afdeling. Je mag ’s avonds gewoon eten en drinken.
De ochtend na de ingreep nemen we bloed af en als alles in orde is kan je naar huis.