Galsteenziekte (laparoscopische cholecystectomie of galblaasingreep)
Bij galsteenziekte hebt u last van galstenen in de galblaas. Die steentjes kunnen vanuit de galblaas in de galweg terechtkomen en leiden tot geelzucht, galwegeninfectie (= cholangitis) of ontsteking van de alvleesklier (= pancreatitis). In dat geval is een galblaasingreep of laparoscopische cholecystectomie aangewezen. Omdat galsteentjes oplossen of verbrijzelen niet effectief is, wordt die behandeling niet meer toegepast.
Wat is een laparoscopische cholecystectomie of galblaasingreep?
Uw galblaas zal samen met de galstenen worden verwijderd. Zo vermijden we dat er zich later opnieuw galstenen kunnen ontwikkelen. Ook eventuele steentjes in de galweg worden dan verwijderd. Dat kan op 2 manieren:
- voor of na de galblaasingreep met endoscopie (ook endoscopische sfincterotomie of ERCP)
- tijdens de ingreep zelf
Om ruimte te krijgen in de buikholte wordt een soort luchtbel gecreëerd door de buik met koolzuurgas op te blazen. Vervolgens gebruikt de chirurg 3 of 4 trocars (holle kokertjes voorzien van kleppen) om de videocamera en de chirurgische instrumenten binnen te brengen. Deze kokers worden ingebracht via kleine sneetjes in de huid.
Hoe verloopt een laparoscopische cholecystectomie of galbaasingreep?
De ingreep gebeurt altijd onder volledige verdoving. Daarom mag u de avond voor de operatie vanaf middernacht niet eten of drinken.
Als u dagelijks geneesmiddelen neemt, moet u dit melden. Dat is ook het geval als u aspirine neemt, anticoagulantia (bloedverdunners) of antiflammatoire geneesmiddelen (tegen artritis, artrose…). In bepaalde gevallen vragen we u de ochtend van de operatie bepaalde geneesmiddelen in te nemen.
Wat gebeurt er na een laparoscopische cholecystectomie of galbaasingreep?
Na de ingreep ervaren sommige patiënten pijn in de schouder door het koolzuurgas dat tijdens de ingreep tussen lever en middenrif achterblijft. Dit gas zal echter snel en zonder gevaar door uw organisme te worden geabsorbeerd. De pijn is tijdelijk en verdwijnt binnen enkele dagen na de operatie.
Soms zijn pijnstillers noodzakelijk. Misselijkheid en braken zijn uitzonderlijk.
Patiënten krijgen na de operatie ook dagelijks een bloedverdunner toegediend door middel van een injectie om het risico op flebitis en trombose ter hoogte van de onderste ledematen te verkleinen. Meestal worden die injecties nog enkele dagen na het ontslag uit het ziekenhuis voortgezet.
Wat gebeurt er na de ziekenhuisopname voor een laparoscopische cholecystectomie of galbaasingreep?
De opname bij een laparoscopische ingreep duurt meestal 3 tot 4 dagen (afhankelijk van het herstel). De arbeidsongeschiktheid bedraagt meestal 3 weken.