Embolisatie is het afsluiten of dichtmaken van een bloedvat via een katheter. Er zijn verschillende redenen om een embolisatie uit te voeren, bijvoorbeeld bij een bloeding of om de bloedtoevoer naar een tumor of vleesboom te beïnvloeden.

Hoe verloopt een embolisatie?

De interventieradioloog voert de ingreep uit in de angiografiekamer (kamer voor bloedvatonderzoek) op de dienst radiologie. De embolisatie gebeurt onder lokale verdoving, soms ook onder algemene verdoving.

De interventieradioloog prikt je lies (of pols) aan en voert via je liesslagader een katheter op tot in het juiste bloedvat. Zodra de katheter goed zit, wordt contrastvloeistof ingespoten en maken we röntgenopnames van het bloedvat (angiografie). Daarna brengt de interventieradioloog materiaal in om het bloedvat af te sluiten (bv. lijm of coils). Welk materiaal er gebruikt wordt, hangt af van de oorzaak en het bloedvat dat afgesloten moet worden.

Bij welke aandoeningen is embolisatie mogelijk?

De interventieradioloog kan via één aanprikgaatje in de lies een katheter opvoeren tot in nagenoeg elke (slag)ader in het menselijk lichaam. Met embolisatie kunnen dan ook vele verschillende ziekten behandeld worden.