Een klinische studie bestaat uit onderzoek bij gezonde vrijwilligers of patiënten met als doel de geneeskunde te verbeteren. Meer concreet zijn klinische studies erop gericht om:
Een klinische studie is dus een bundeling van wetenschappelijke vragen. Door een antwoord te zoeken op die vragen hopen de onderzoekers de geneeskunde te verbeteren. Deelnemers aan klinische studies helpen zo mee aan de vooruitgang van de gezondheidszorg.
Alle klinische studies zijn streng gereglementeerd door de wet en ethisch goedgekeurd alvorens ze van start kunnen gaan.
Het initiatief voor een klinische studie kan uitgaan van het UZA, een andere niet-commerciële instelling of een commerciële instelling zoals een farmaceutisch bedrijf. In de twee eerste gevallen spreken we van een academische studie, in het derde geval van een commerciële studie.
In het UZA worden zowel commerciële als academische studies uitgevoerd. Voor de studiedeelnemers is er weinig verschil. Ze worden in beide gevallen even goed beschermd en hebben dezelfde rechten en plichten.
Een ‘commerciële’ klinische studie gaat uit van een farmaceutische firma, die het ziekenhuis ook vergoedt voor de gemaakte onkosten. De meeste onderzoeken naar nieuwe geneesmiddelen of bijwerkingen zijn ‘commerciële’ studies. Meestal gaat het om nationale of internationale multicentrische studies (dat zijn studies die in verschillende ziekenhuizen of onderzoekscentra worden uitgevoerd) waar een grote groep patiënten aan deelneemt.
Een ‘niet-commerciële’ of academische klinische studie loopt op initiatief van onderzoekers aan het UZA of de UAntwerpen, of op initiatief van een andere niet-commerciële organisatie en wordt met eigen beperkte middelen of door overheidsfondsen gefinancierd.
Het gaat om onderzoek naar geneesmiddelen en medische hulpmiddelen, vragenlijsten of beperkte interventies (zoals een injectie of een RX-opname). Dit steeds onder toezicht van een arts-onderzoeker. De onderzoekers worden doorgaans niet extra vergoed voor hun onderzoeksprestaties. Verpleegkundestudenten, artsen of specialisten in opleiding, kinesisten, stafleden en andere zorgverleners zetten vaak dit soort onderzoek op om meer te leren over een aandoening of om de geneeskundepraktijk te verbeteren. Dit soort onderzoek is aan dezelfde regels onderworpen als het grootschalige onderzoek.