Euthanasie

Euthanasie

Sinds september 2002 heeft ons land een wet op euthanasie. Na Nederland was België het tweede land wereldwijd dat zo’n wet invoerde. Dankzij de euthanasiewet kunnen patiënten in bepaalde omstandigheden aan hun behandelend arts vragen om hun leven te beëindigen. Sinds februari 2014 kunnen ook minderjarigen in bepaalde omstandigheden euthanasie aanvragen.

Wat is euthanasie?

Euthanasie is volgens de euthanasiewet van 2002 ‘het opzettelijk levensbeëindigend handelen door een ander dan de betrokkene, op diens verzoek.’ Die andere is altijd een arts. Wettelijk gezien is er geen absoluut recht op euthanasie, ook niet als aan alle voorwaarden is voldaan. Een arts kan altijd beslissen niet op het euthanasieverzoek in te gaan.

Euthanasie is een duidelijk omschreven begrip in de wet. De pijnstilling bij een terminale patiënt verhogen, een medisch zinloze behandeling stoppen, een therapie niet starten of iemand niet reanimeren vallen niet onder de noemer euthanasie. Euthanasie kan alleen uitgevoerd worden onder een aantal voorwaarden.

Als aan alle wettelijke voorwaarden is voldaan, wordt euthanasie beschouwd als een natuurlijke dood. Dat kan belangrijk zijn in het kader van verzekeringscontracten.

Wanneer is euthanasie toegelaten?

Euthanasie is alleen wettelijk als de patiënt zich bevindt in een medisch uitzichtsloze toestand van aanhoudend en ondraaglijk fysiek of psychisch lijden, dat niet kan worden verholpen. De toestand is het gevolg van een ernstige en ongeneeslijke aandoening, veroorzaakt door ziekte of een ongeval. Niet-ontvoogde minderjarigen kunnen enkel om euthanasie vragen wanneer ze ondraaglijk fysiek lijden.

Het is aan de patiënt zelf om uit te maken wat voor hem ondraaglijk lijden is. Het moet bovendien gaan om een vrijwillig, overwogen en herhaald verzoek dat van de patiënt zelf komt; er mag geen sprake zijn van externe druk. De arts moet zich ervan verzekeren dat aan al deze voorwaarden voldaan is.

Wie kan om euthanasie vragen?

De wet stelt nadrukkelijk dat alleen de patiënt zelf om euthanasie kan verzoeken. Familieleden kunnen dus niet om euthanasie vragen, bijvoorbeeld voor een terminaal familielid dat niet meer bij bewustzijn is. De patiënt moet op het moment van zijn verzoek wilsbekwaam zijn.

Een handelingsbekwame meerderjarige en een ontvoogde minderjarige kunnen om euthanasie vragen. Sinds kort kan ook een oordeelsbekwame minderjarige dat. Een kinderpsychiater of psycholoog oordeelt of de minderjarige oordeelsbekwaam is. Kunnen niet om euthanasie vragen:

  • Een niet-ontvoogde minderjarige die onvoldoende oordeelsbekwaam is
  • Een ernstig dement persoon die niet langer wilsbekwaam is. Ook een wilsverklaring voor euthanasie bij onomkeerbare coma kan niet worden ingeroepen voor een dement persoon. Zo’n wilsverklaring is alleen van toepassing bij een onomkeerbaar coma. 

In geval van een psychiatrische ziekte is euthanasie in principe enkel mogelijk als de patiënt meerderjarig of ontvoogd minderjarig is, wilsbekwaam is en een ongeneeslijke ziekte heeft die blijvend ondraaglijk lijden met zich meebrengt.

Procedure bij euthanasie

-

Euthanasieverzoek indienen

Een euthanasieverzoek zal meestal mondeling beginnen en herhaald worden. Er moet immers sprake zijn van een duurzaam verzoek. De wet vereist dat het verzoek schriftelijk wordt geformuleerd.

De patiënt stelt een eigenhandig geschreven document op dat hij ondertekent en dateert. Als hij dat zelf niet meer kan, mag dat ook gebeuren door een andere persoon naar zijn keuze in het bijzijn van de behandelende arts. De patiënt of de persoon die hem bijstaat, geeft het euthanasieverzoek aan de behandelende arts. Die neemt het op in het medisch dossier.

Behandeling van het verzoek

De arts moet uiterst zorgvuldig te werk gaan voor hij eventueel aan het euthanasieverzoek tegemoet komt.

  • De arts verzekert zich ervan dat aan alle wettelijke voorwaarden voldaan is. 
  • De arts bespreekt met de patiënt zijn gezondheidstoestand, levensverwachting, eventueel resterende behandelingsmogelijkheden en de mogelijkheden van palliatieve zorg. 
  • De arts moet ervan overtuigd zijn dat de patiënt fysiek of psychisch aanhoudend lijdt. 
  • Hij moet zich er ook van verzekeren dat het verzoek geen bevlieging is of dat er geen andere vraag achter schuil gaat, bijvoorbeeld naar meer pijnstilling of een betere ondersteuning. 
  • Verder moet de arts altijd een andere arts raadplegen, die helemaal onafhankelijk is van de patiënt en de behandelende arts. Bij niet-terminale patiënten moet de behandelende arts ook nog een tweede arts raadplegen. 
  • Ook moet de arts het verzoek bespreken met het verpleegkundig team en, als de patiënt dat wil, met zijn naasten. 

Bij niet-terminale patiënten is er een wachttijd van een maand, die begint zodra de patiënt het schriftelijk verzoek heeft ingediend. Bij terminale patiënten is die wachttijd er niet.

Bij een minderjarige informeert de arts de patiënt en zijn wettelijke vertegenwoordigers over het resultaat van de raadpleging van de kinderpsychiater of psycholoog die beoordelen of de minderjarige oordeels bekwaam is. Hij geeft de wettelijke vertegenwoordigers alle informatie over de gezondheidstoestand van de patiënt, zijn levensverwachting, de eventueel nog resterende therapeutische mogelijkheden alsook die van palliatieve zorg en hun gevolgen. Hij verzekert zich van het akkoord van de wettelijke vertegenwoordigers over het verzoek van de minderjarige.

Geen enkele arts kan worden verplicht om euthanasie toe te passen. Weigert de arts het verzoek, dan kan de patiënt of zijn vertrouwenspersoon een andere arts aanduiden. De behandelende arts moet het medisch dossier dan overmaken aan die arts. Het is aangewezen om al in een vroeg stadium na te gaan hoe uw arts tegenover euthanasie staat.

Een schriftelijk euthanasieverzoek kan steeds mondeling worden herroepen. Dat kan uiteraard ook schriftelijk. Het verzoek wordt dan uit het medisch dossier gehaald.

De euthanasie

De euthanasie wordt uitgevoerd door de behandelende arts, meestal in het bijzijn van een verpleegkundige. De patiënt krijgt achtereenvolgens een snelwerkend slaapmiddel en een spierverslappende stof toegediend, waarna de ademhaling en de hartslag stoppen. De hele procedure duurt maar enkele minuten. De belangrijke naasten mogen aanwezig zijn bij deze procedure indien de patiënt en de naasten dit wensen.

Federale Controle- en EvaluatieCommissie Euthanasie

De Federale Controle- en Evaluatiecommissie Euthanasie controleert of de euthanasieprocedure wettelijk is verlopen. De arts moet een rapport opmaken over de euthanasie via een registratiedocument. Na het overlijden van de patiënt stuurt hij dat document binnen de vier werkdagen naar de commissie. Als die vindt dat niet aan alle voorwaarden is voldaan, kan ze de arts om meer uitleg vragen.

Voorafgaande wilsverklaring inzake euthanasie bij onomkeerbaar coma

De wet voorziet de mogelijkheid om een wilsverklaring op te stellen waarin men vraagt dat er euthanasie wordt verricht indien men op onomkeerbare wijze het bewustzijn verliest. Deze wilsverklaring kan alleen worden opgesteld door een handelingsbekwame meerderjarige of ontvoogde minderjarige.

De euthanasieverklaring wordt opgesteld in het bijzijn van twee meerderjarige getuigen. Minstens één van hen moet een persoon zijn die geen belang heeft bij uw overlijden, met andere woorden geen wettelijke erfgenaam of begunstigde. De getuigen moeten de verklaring mee ondertekenen. De opsteller kan een of meerdere vertrouwenspersonen aanduiden, die de behandelende arts indien nodig op de hoogte brengen van de wil van de patiënt. Ook zij ondertekenen de verklaring.

Een euthanasieverklaring heeft geen dwingende waarde. Bovendien kan ze alleen worden ingeroepen als de patiënt in een onomkeerbaar coma is beland, dus niet in geval van dementie.

U kunt het document 'Wilsverklaring inzake euthanasie' opvragen bij de dienst patientenbegeleiding of downloaden via www.leif.be.

Wat als u zelf niet meer fysiek in staat bent om een verklaring op te stellen?

In dat geval kunt u een meerderjarig persoon aanduiden om de verklaring in uw plaats op te stellen en te tekenen. De persoon in kwestie mag geen enkel materieel belang hebben bij uw overlijden. Op de wilsverklaring moet worden vermeld dat u die zelf niet kunt opstellen en waarom, inclusief een medisch getuigschrift. Wat de getuigen en eventuele vertrouwenspersonen betreft, gelden dezelfde regels als bij een zelf opgemaakte euthanasieverklaring (zie eerder).

Hoe lang is een euthanasieverklaring geldig?

Een euthanasieverklaring kunt u op elk moment opstellen, aanpassen of weer intrekken. Opgesteld na 5 april 2020 is ze onbeperkt geldig. Indien ze opgesteld werd voor 5 april 2020 moet ze herbevestigd worden. Voor 5 april 2020 was een wilsverklaring inzake euthanasie bij onomkeerbaar coma slechts 5 jaar geldig. Als u dat wenst, kunt u uw verklaring in uw gemeentehuis elektronisch laten registreren in de centrale databank van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Artsen kunnen die databank raadplegen. Maar ook een niet-geregistreerde verklaring is geldig.

Wat gebeurt er nadat de arts op de hoogte is gebracht van de euthanasieverklaring?

Net als bij een actueel euthanasieverzoek moet de arts een grote zorgvuldigheid aan de dag leggen. De arts moet nagaan of:

  • de patiënt lijdt aan een ernstige en ongeneeslijke aandoening, veroorzaakt door een ongeval of ziekte.
  • de patiënt niet meer bij bewustzijn is, en deze toestand onomkeerbaar is. 

Daarnaast gelden dezelfde zorgvuldigheidsregels als bij een actueel euthanasieverzoek: de arts moet een andere arts en het verplegend personeel raadplegen. Indien van toepassing, moet hij ook met de vertrouwenspersoon en de naasten overleggen.

Meer info?

Wilt u graag met iemand spreken over euthanasie? Vraag dan een gesprek aan via de dienst patiëntenbegeleiding op tel. +32 3 821 37 00.
 
Laatst aangepast: 18 september 2023
Auteur(s):