Vernauwing van de halsslagader of carotisstenose
Je kan voor de behandeling van een vernauwing van de halsslagader (carotisstenose) terecht op de dienst thorax- en vaatheelkunde van het UZA. De vernauwing bevindt zich bij de meeste patiënten op de overgang van de gemeenschappelijke halsslagader (arteria carotis communis) en de inwendige tak (arteria carotis interna).
Wat is een vernauwing van de halsslagader?
Je kan voor de behandeling van een vernauwing van de halsslagader (carotisstenose) terecht op de dienst thorax- en vaatheelkunde van het UZA. De vernauwing bevindt zich bij de meeste patiënten op de overgang van de gemeenschappelijke halsslagader (arteria carotis communis) en de inwendige tak (arteria carotis interna).
Oorzaken vernauwing van de halsslagader
Eén van de meest voorkomende oorzaken van een vernauwing van de halsslagader (carotisstenose) is atherosclerose (aderverkalking door vetafzetting in de vaatwand). In meer zeldzame gevallen ligt een dissectie of een fibromusculaire dysplasie aan de basis.
Symptomen vernauwing van de halsslagader
Waarneembare symptomen
Een vernauwing van de halsslagader kan één van de oorzaken zijn van een beroerte (Cerebrovascular Accident of CVA zoals een herseninfarct of hersenbloeding) of van een tijdelijke beroerte (Transient Ischemic Attack of TIA). Symptomen van een beroerte zijn plotse verlammingsverschijnselen, spraakstoornissen, blindheid aan één oog of andere uitvalsverschijnselen.
Dergelijke uitvalsverschijnselen dienen altijd urgent behandeld te worden. De patiënt wordt op de afdeling spoedgevallen opgenomen. Daarna wordt de oorzaak van de beroerte op de afdeling beroertezorg (stroke unit) onderzocht. Als een vernauwing van de halsslagader aan de basis van de beroerte ligt, dringt een behandeling zich op, na multidisciplinair overleg tussen verschillende specialisten waaronder ook de vaatchirurg.
Geen waarneembare symptomen
Er is ook een grote groep van mensen die wel een vernauwing van de halsslagader hebben, maar daar geen klachten van ondervinden. Bij hen wordt de vernauwing meestal per toeval vastgesteld in het kader van een ander probleem, zoals etalagebenen (doorbloedingsstoornis in de benen), een hartaanval (doorbloedingsstoornis in de kransslagaders: coronaire ischemie of acuut myocardinfarct) of een aneurysma (uitzetting van de borst- of buikslagader).
Bij een vernauwing zonder klachten wordt alleen een behandeling opgestart als er een belangrijke vernauwing aanwezig is of als we denken dat de vernauwing mogelijks op korte termijn aanleiding geeft tot een beroerte.
Vooronderzoek bij vernauwing van de halsslagader
Angio-CT
Behandeling vernauwing van de halsslagader
Een vernauwing van de halsslagader (carotisstenose) kan de vaatchirurg op 2 manieren behandelen:
- Open chirurgische behandeling (carotisendarterectomie)
- Endovasculaire behandeling (carotisstent plaatsing)
Welke behandeling nodig is, hangt af van verschillende factoren, zoals:
- De lokalisatie
- De ernst en de samenstelling van de vernauwing
- De comorbiditeit (het tegelijk voorkomen van twee of meer lichamelijke of psychische aandoeningen of stoornissen) van de patiënt
- Het al dan niet hebben van klachten
- …
Soms wordt er ook gekozen voor een hybride behandeling (combinatie van operatie en stentplaatsing).
1. Open chirurgische behandeling (carotisendarterectomie)
Een open chirurgische behandeling is een operatie waarbij we de vernauwing in de halsslagader wegnemen. Dankzij onze meest gebruikte techniek hechten we de slagader gewoon terug op de gemeenschappelijke slagader. Zo hoeft de slagader niet gesloten te worden met een patch uit kunststof of een stukje ader.
Omdat er in de hals geopereerd wordt, gebeurt de operatie meestal onder algemene narcose. Hoewel de ingreep ook onder lokale verdoving kan, is er geen duidelijk voordeel aangetoond in eerdere studies.
Wat is het risico van de operatie?
- Hoewel de operatie als doel heeft om het ontstaan of verergeren van een beroerte te vermijden, kan er ook een beroerte ontstaan door de operatie. Dit risico moet duidelijk lager liggen dan het risico op een beroerte zonder behandeling.
- De patiënt kan, tijdens of na de ingreep, problemen ter hoogte van het hart ontwikkelen. Het risico op hartproblemen, een beroerte of overlijden door een hartprobleem en/of beroerte ligt echter lager dan 3% voor patiënten zonder klachten (asymptomatische patiënten) en is lager dan 6% voor patiënten die een ingreep ondergaan naar aanleiding van een beroerte (symptomatische patiënten).
- Er zijn specifieke complicaties die eigen zijn aan een open chirurgische behandeling (carotisendarterectomie). Die bespreekt de vaatchirurg met jou.
Een strikte indicatiestelling tot behandeling is daarom heel belangrijk. Dit wordt multidisciplinair in groep overlegd op basis van de huidige nationale en internationale richtlijnen.
Verloop van de behandeling:
- 1
Incisie hals
We leggen de halsslagader vrij door een incisie in de hals.
Incisie hals
- 2
Registratie hersenactiviteit
Tijdens de ingreep registreren we de hersenactiviteit op verschillende manieren (direct en indirect). Als we voor of tijdens de operatie vaststellen dat het nodig is om bloed naar de hersenen te brengen, brengen we een tijdelijke overbrugging of shunt in. We dienen bloedverdunners toe en brengen klemmen in.
Tijdelijke overbrugging of shunt tijdens de ingreep
- 3
Wegnemen vernauwing van de halsslagader
De vernauwing van de halsslagader wordt weggenomen en de slagader wordt terug gesloten.
Standaardtechniek in het UZA
De inwendige slagader wordt aan de oorsprong (divisie) doorgenomen. Daarna nemen we de vernauwing weg (endarterectomie) en hechten we de inwendige slagader terug op de gemeenschappelijke slagader (reïmplantatie). Op die manier is het gebruik van een verbredingspatch uit kunststof of een ader niet nodig.
Minder gebruikte techniek in het UZA
Na afklemming openen we de slagader in de lengte, waarna we de vernauwing wordt wegnemen en de slagader sluiten met een verbreding: ofwel met een patch uit kunststof, ofwel met een stukje ader.
- 4
Sluiting wonde
We sluiten de wonde in lagen en er laten een buisje achter voor het wondvocht. Het buisje wordt meestal op de eerste of tweede dag na de ingreep verwijderd.
2. Endovasculaire behandeling of carotisstent plaatsing
Een endovasculaire behandeling is de plaatsing van een stent in de halsslagader om de vernauwing open te rekken.
Voordat de stent geplaatst wordt, maken we de bloedvaten zichtbaar via röntgenfoto’s en contrastvloeistof. De ingreep gaat dan ook door op een speciale tafel in een angiografiekamer waar we onderzoeken en behandelingen met stralingen uitvoeren. De stralingsspecialist beperkt de straling tot een minimum, uit voorzorg voor de patiënt en zichzelf. De vaatchirurg, die de stent plaatst, draagt een beschermingsbril, een schildklierbeschermer en een loodschort.
De effectieve plaatsing van de stent gebeurt meestal onder lokale verdoving. Als patiënten beademd worden, onrustig zijn of de ingreep niet bewust willen meemaken, kiezen we voor een algemene narcose.
Wat is het risico van de stentplaatsing?
- Hoewel de stentplaatsing als doel heeft het ontstaan of verergeren van een beroerte te vermijden, kan er ook een beroerte ontstaan door de ingreep.
- De patiënt kan, tijdens of na de ingreep, problemen ter hoogte van het hart ontwikkelen. Het risico op hartproblemen ligt echter lager dan 3% voor patiënten zonder klachten en ligt lager dan 6% voor patiënten die een beroerte hadden ontwikkeld voor de ingreep.
- Er zijn specifieke complicaties die eigen zijn aan een endovasculaire behandeling (carotisstent plaatsing). Die bespreekt de vaatchirurg met jou.
Een strikte indicatiestelling tot behandeling is daarom heel belangrijk. Dit wordt multidisciplinair in groep overlegd op basis van de huidige nationale en internationale richtlijnen.
Verloop van de behandeling:
- 1
Aanprikken liesslagader
De liesslagader wordt aangeprikt. Bij patiënten die wakker blijven, wordt de lies eerst lokaal verdoofd.
- 2
Stent inbrengen
De vaatchirurg brengt de stent vanuit de lies helemaal naar boven tot in de halsslagader. De stent wordt in de halsslagader geplaatst om de vernauwing open te rekken. Dankzij de permanente plaatsing van de stent blijft de slagader open en kunnen er geen klonters naar de hersenen gaan.
- 3
Registratie hersenactiviteit
Tijdens de ingreep registreren we de hersenactiviteit op verschillende manieren (direct en indirect). In de meeste gevallen worden de hersenen ook beschermd door een proximaal beschermingssysteem in te brengen. Het unieke systeem passeert niet langs de vernauwing in de halsslagader en zuigt eventuele losse klonters weg tijdens de stentplaatsing. Op die manier is het risico op een beroerte tijdens de ingreep nog kleiner.
Resultaat na stentplaatsing
3. Hybride behandeling (combinatie van operatie en stentplaatsing)
Een hybride behandeling is de combinatie van een open chirurgische behandeling met de plaatsing van een stent. We kiezen voor een hybride behandeling wanneer:
- Een vernauwing van de slagader in de hals samengaat met een vernauwing van de oorsprong van de gemeenschappelijke halsslagader.
- Er enkel een vernauwing van de oorsprong van de gemeenschappelijke halsslagader is.
Aangezien een vernauwing van de oorsprong van de gemeenschappelijke halsslagader achter het borstbeen ligt, is een behandeling met een stent vanuit de lies gevaarlijk voor het losmaken van klonters. Een open chirurgische behandeling van die vernauwing is dan weer complex, omdat we het borstbeen moeten openen en we de aortaboog moeten klemmen. Daarom wordt er bij deze aandoening gekozen voor een hybride techniek.
Wat is het risico?
- Hoewel een hybride behandeling als doel heeft het ontstaan of verergeren van een beroerte te vermijden, kan er ook een beroerte ontstaan door de ingreep.
- De patiënt kan, tijdens of na de ingreep, problemen ter hoogte van het hart ontwikkelen. Het risico op hartproblemen ligt echter lager dan 3% voor patiënten zonder klachten en ligt lager dan 6% voor patiënten die een beroerte hadden ontwikkeld voor de ingreep.
- Er zijn specifieke complicaties die eigen zijn aan een hybride behandeling (combinatie van operatie en stentplaatsing). Die bespreekt de vaatchirurg met jou.
Een strikte indicatiestelling tot behandeling is daarom heel belangrijk. Dit wordt multidisciplinair in groep overlegd op basis van de huidige nationale en internationale richtlijnen.
Verloop van de behandeling:
- 1
Vrijleggen halsslagader
We leggen de halsslagader vrij in de hals.
Vrijleggen halsslagader
- 2
Stentplaatsing
De halsslagader wordt omgekeerd (naar beneden toe) aangeprikt om een stent te plaatsen in de vernauwing aan de oorsprong van de gemeenschappelijke halsslagader.
Stentplaatsing
- 3
Sluiting wonde
We sluiten de wonde in lagen en laten een buisje achter voor het wondvocht. Het buisje wordt meestal op de eerste of tweede dag na de ingreep verwijderd.
- 4
Registratie hersenactiviteit
Tijdens de ingreep registreren we de hersenactiviteit op verschillende manieren (direct en indirect).
Klinische studies
Elk jaar nemen er in het UZA heel wat patiënten deel aan klinisch onderzoek via de dienst waar ze behandeld worden. Zij worden door hun arts gevraagd om hieraan eventueel deel te nemen. Soms zijn er echter ook studies waarvoor gezonde vrijwilligers gezocht worden.