Bij hartfalen kan het hart niet op voldoende wijze bloed rondpompen om het lichaam normaal te laten functioneren. Omdat hartfalen een chronische aandoening is, kan ze wel behandeld worden, maar niet volledig genezen.
Er zijn 2 verschillende vormen van hartfalen.
Bij systolisch hartfalen is de pompkracht van het hart verminderd, waardoor bepaalde delen van het lichaam (zoals nieren of hersenen) niet voldoende bloed en zuurstof krijgen. Daarnaast gaat er zich bloed ophopen op plaatsen waar het niet hoort (longen, nieren, lever, maag, benen enz.).
Bij diastolisch hartfalen kan de hartkamer zich onvoldoende vullen. Hoewel het hart nog wel voldoende bloed kan uitpompen, ontstaan er klachten van kortademigheid en wateropstapeling in de ledematen door een verhoogde bloeddruk in de voorkamers en aders.
Hartfalen is meestal het gevolg van:
Soms ontstaat de hartziekte na een virale infectie. In zeldzame gevallen gaat het om een erfelijke aandoening.
Hartfalen ontstaat niet van de ene op de andere dag. De hartfunctie gaat geleidelijk achteruit.
De arts stelt u een aantal vragen en voert aanvullend een aantal onderzoeken uit:
U komt terecht bij het multidisciplinaire team van de hartfalenkliniek om:
Hartfalen kan niet behandeld worden door middel van medicatie alleen. Om de behandeling te laten slagen en minder last te hebben van klachten, is ook uw inzet nodig.
Neem elke dag uw medicijnen correct in. Gebruik eventueel een medicijndoosje en een wekkertje om de medicatie op het juiste moment in te nemen. Meld aan elke arts dat u hartfalen heeft. Bepaalde medicijnen zoals Voltaren zijn niet goed voor u.
Begin uw dag langzaam en las regelmatig pauzes in. Zorg wel voor regelmatige beweging om uw conditie op peil te houden.
Soms zal de arts u voorstellen om deel te nemen aan het cardiale revalidatieprogramma.
Als uw lichaam vocht vasthoudt, is dat een signaal dat uw hart het niet meer aankan. Om de signalen in de gaten te houden, dient u zich elke ochtend te wegen en uw gewicht te noteren.