In-vitrofertilisatie (IVF)
Bij in-vitrofertilisatie of proefbuisbevruchting (letterlijk in-glasbevruchting) gebeurt de bevruchting niet in de eileider, maar in een schaaltje in het laboratorium. In dat schaaltje brengt de embryoloog zaadcellen samen met de verzamelde eicellen. Daarna gaat het schaaltje in een broedstoof om bevruchting en embryodeling toe te laten. Vervolgens worden 1 of 2 embryo’s in de baarmoeder teruggeplaatst, in de hoop dat 1 embryo zich innestelt en tot een gezond kind uitgroeit.
Om meerlingen te voorkomen, plaatsen de artsen maar een beperkt aantal embryo’s terug volgens de wettelijke normen, en in functie van de leeftijd, aard en duur van het vruchtbaarheidsprobleem, alsook het aantal voorafgaande behandelingen. (Zie terugbetaling Belgische ziekenfondsen).
Hoe verloopt in-vitrofertilisatie (procedure)?
Een ivf-behandeling bestaat uit 5 à 6 fasen: de stimulatie van de eierstokken, de eicelpick-up, de in-vitrofertilisatie, de embryoterugplaatsing (transfer), (eventueel) het invriezen van embryo’s en de zwangerschapstest.
Verschillende fasen
Fase 1: stimulatie van de eierstokken
Uw natuurlijke menstruatiecyclus wordt vervangen door een medisch gecontroleerde stimulatie. Daarom moet u bij aanvang van de behandeling medicatie nemen. Met hormonale inspuitingen stimuleren we de eierstokken om verschillende eicellen te laten rijpen in de eierstokken. De stimulatie wordt opgevolgd met bloedafnames en echografieën.
Er zijn verschillende stimulatieprotocols of -schema’s: de fertiliteitsarts zal - rekening houdend met de diagnose, uw leeftijd en eventuele vorige behandelingen - een schema voorstellen. Met een echografie van de follikels (eiblaasjes) en bloedanalyses (voor hormonale waarden) wordt de stimulatie opgevolgd.
Fase 2: eicelpick-up (eicelaspiratie) en productie spermastaal
Eicelpick-up
Na een 10-tal dagen met hormonale inspuitingen, zijn de eiblaasjes (follikels) groot genoeg (15 tot 20mm) en kunnen de rijpe eicellen geoogst worden. De eicellen worden verzameld (pick-up of aspiratie) met een fijne, holle naald via een vaginale punctie onder echografie. Dit gebeurt tijdens een dagopname onder plaatselijke verdoving en duurt zo’n 15 tot 30 minuten.
Productie spermastaal
Uw partner moet op de dag van de pick-up een sperma-staal aanmaken en afleveren op het CRG. In bepaalde gevallen wordt een beroep gedaan op donorsperma, ingevroren sperma, ingevroren teelbalweefsel of moet er een punctie bij de man uitgevoerd worden. Over deze uitzonderingen krijgt u individueel informatie.
Fase 3: de in-vitrofertilisatie
Na een selectie van de meest beweeglijke zaadcellen worden ze in een schaaltje bij de eicellen gebracht*. Daarna gaat het schaaltje in een broedstoof om bevruchting en embryodeling toe te laten. 18 tot 24 uur later onderzoekt het labo of en hoeveel eicellen er bevrucht zijn. We bellen u op met het resultaat van de bevruchting en u krijgt een afspraak voor de transfer (terugplaatsing).
De bevruchte eicellen (zygoten) gaan weer in de broedstoof om ze verder te laten delen en waar ze uitgroeien tot embryo’s. Het groeiproces en de kwaliteit worden goed opgevolgd. Op basis van deze gegevens wordt bepaald welke embryo's in aanmerking komen voor terugplaatsing in de baarmoeder (embryotransfer) of voor invriezing (cryopreservatie).
* Bij ICSI wordt de eicel in het schaaltje rechtstreeks geïnjecteerd met een zaadcel.
Fase 4: terugplaatsing embryo's (embryotransfer)
Enkele dagen na de pick-up worden de embryo’s geselecteerd voor terugplaatsing in de baarmoeder. Een terugplaatsing kan op de 2de, 3de of 5de dag na de eicelpick-up. Voor de terugplaatsing is geen ziekenhuisopname nodig.
De terugplaatsing gebeurt met een fijne katheter die via de baarmoederhals tot in de baarmoederholte wordt gebracht. Daar wordt de embryo onder echografische controle in een klein druppeltje vloeistof achtergelaten.
U komt best met een volle blaas. Het aantal embryo’s dat wordt teruggeplaatst is wettelijk bepaald en afhankelijk van uw leeftijd en het aantal pogingen. Het doel is om de kans op zwangerschap optimaal te laten zijn en tegelijkertijd het risico op een meerlingzwangerschap te beperken.
Fase 5: invriezen van overgebleven embryo’s (cryopreservatie)
Wanneer na de embryotransfer nog embryo’s van topkwaliteit overblijven, kunnen deze worden ingevroren (cryopreservatie). Bij een nieuwe ivf-poging dienen de ingevroren eicellen eerst worden ontdooid in een cryocyclus. De terugplaatsing van ontdooide embryo’s gebeurt in een spontane, een optimaal gestimuleerde of een gesubstitueerde (= vervang-)cyclus.
Niet alle embryo’s overleven de procedure van invriezing en ontdooiing. De embryo’s zullen na ontdooien nog 1 of 2 dagen verder groeien in het laboratorium om na te gaan of ze verdere deling goed hervat hebben. Alleen de embryo’s die de ganse procedure goed doorstaan, worden teruggeplaatst. Dankzij vitrificatie geeft het terugplaatsen van ingevroren/ontdooide embryo’s bijna evenveel kans op zwangerschap als een terugplaating van verse embryo’s na een klassieke IVF-behandeling.
Het aantal teruggeplaatste embryo’s is ook hier weer afhankelijk van de leeftijd van de patiënte en van het aantal voorgaande pogingen en is bij wetgeving bepaald. Zo kan het zijn dat een verse cyclus waarbij een aantal embryo’s werden ingevroren, gevolgd wordt door meerdere cryocycli.
Alle ingevroren embryo’s blijven eigendom van het koppel dat hiervoor de volle morele verantwoordelijkheid draagt. Meld daarom elke adres- of relatiewijziging aan de afdeling. Wanneer het centrum u niet meer kan bereiken, verliest u de rechten op de embryo’s.
Fase 6: Zwangerschapstest
Een tweetal weken na de embryotransfer kan u bloed laten nemen voor de zwangerschapstest. Als u zwanger blijkt, nemen we de eerste echo op 7 weken. Nadien gaat u terug naar uw eigen gynaecoloog.
In-vitrofertilisatie: risico’s
Een complicatie van een hormonale stimulatie is dat de eierstokken gaan overreageren en er meer dan gemiddeld aantal follikels aangemaakt wordt. Wanneer er een sterke reactie op de hormonale behandeling wordt vastgesteld, zal er een nog nauwgezettere monitoring volgen met aanpassing van de dosis. Soms kan de arts ook opteren om de cyclus stop te zetten.
Bij een ovarieel hyperstimulatie syndroom (OHSS) zien we vaak de volgende symptomen:
- onderbuikpijnen
- opgezette buik
- gewichtstoename
- maaglast
- misselijkheid
- kortademigheid.
Bij het optreden van dergelijke klachten moet u altijd contact opnemen met het CRG. Met een echografie kunnen we vergrote eierstokken en vrij vocht in de buikholte zien. We voeren ook een algemene bloedname uit. In eerste instantie schrijven we bedrust en een eiwitrijke voeding voor. De patiënt moet regelmatig op controle komen voor echografie en bloedname. Een ernstige OHSS kan leiden tot een ziekenhuisopname. Er bestaat een potentieel risico voor het vormen van bloedklonters.
Een minder ernstige complicatie is het voorkomen van allergische reacties op de hormonale therapie.
De eicelpick-up is een operatieve ingreep met mogelijke complicaties, zoals een hevige nabloeding (op de punctieplaats van de naald) of een infectie. Zeer zelden kunnen er ook organen in de buurt (met name de blaas of darmen) of bloedvaten geraakt worden.