Een hartoperatie is een ingrijpende gebeurtenis voor uw lichaam. Daarom doen we voor uw ingreep enkele voorbereidende medische onderzoeken. Ook tijdens de operatie wordt u nauwgezet opgevolgd. Na de ingreep verblijft u even op intensieve zorg voor u weer naar uw kamer gaat.
Om een optimaal verloop van de operatie te garanderen, moeten wij uw medische conditie volledig kennen. Daarom worden vooraf de volgende onderzoeken uitgevoerd:
Volgende UZA-medewerkers zullen voor de operatie nog bij u langskomen:
Op het operatiekwartier draagt iedereen steriele schorten, mutsen en mondkappen. De verpleegkundigen controleren nogmaals uw identiteit en nemen nu de zorg voor u op zich. U wordt verbonden met een hartmonitor, die permanent het ritme van uw hart meet. U krijgt ook een infuus voor vochttoediening via een ader en een infuus in de slagader van de pols om de bloeddruk te meten.
Een hartoperatie vindt plaats onder volledige verdoving (narcose). Dat gebeurt via hetzelfde infuus. Zodra u slaapt, krijgt u nog pijnstillende en spierontspannende middelen toegediend. De anesthesie wordt tijdens de operatie voortdurend bijgestuurd. De anesthesist blijft ook altijd bij u in de buurt en zorgt ervoor dat uw hart en longen correct blijven werken. Ademhaling, hartslag, bloedsomloop, suikergehalte en lichaamstemperatuur worden onafgebroken gecontroleerd. Uiteraard zorgt de anesthesist dat u pijnloos onder narcose blijft zolang de operatie duurt.
Normaal duurt de ingreep ongeveer vier uur.
U ontwaakt ongeveer 6 uur na de operatie op de dienst intensieve zorgen. In het begin ziet u uw omgeving meestal niet helder en is alles een beetje wazig. U hoort ongekende geluiden en stemmen.
Een hartoperatie is een ingrijpende gebeurtenis voor uw lichaam. Daarom wordt u continu in observatie gehouden en gaan we van minuut tot minuut na hoe uw lichaam reageert met behulp van apparatuur:
Om te zorgen dat u door een ongecontroleerde beweging niet één of ander buisje zou lostrekken, maken we uw handen de eerste 24 uur lichtjes vast. Meestal kunt u de volgende dag al terug naar de afdeling. Daar verblijft u voor verdere controles op de medium care (kamer A218), een tussenstation tussen intensieve zorg en uw eigen kamer.
Als u terug op uw kamer bent, is het ergste voorbij. Volgende zaken blijven wel nodig:
Daarnaast zult u dagelijks een kinesist op bezoek krijgen. Aanvankelijk vooral voor de ademhaling en het ophoesten van fluimen, daarna voor bewegingsoefeningen. Na ontslag uit het ziekenhuis worden deze oefeningen voortgezet, ofwel bij een kinesist of in een cardiale revalidatieprogramma.
Meestal kunt u een week na de operatie naar huis.