Verloop van een hartingreep

Een hartoperatie is een ingrijpende gebeurtenis voor uw lichaam. Daarom doen we voor uw ingreep enkele voorbereidende medische onderzoeken. Ook tijdens de operatie wordt u nauwgezet opgevolgd. Na de ingreep verblijft u even op intensieve zorg voor u weer naar uw kamer gaat.

Wat gebeurt er voor de operatie?

Om een optimaal verloop van de operatie te garanderen, moeten wij uw medische conditie volledig kennen. Daarom worden vooraf de volgende onderzoeken uitgevoerd:

  • röntgenfoto (RX) van de borstkas (hart en longen)
  • elektrocardiogram (ECG of film van het hart)
  • bloedafname voor verschillende bepalingen
  • urinestaal
  • meten van beenlengte om maat te bepalen van elastische kous (om een trombose na de operatie te voorkomen)
  • bepalen van lengte en gewicht

Volgende UZA-medewerkers zullen voor de operatie nog bij u langskomen:

  • De verpleegkundige zal u vragen stellen over vorige hospitalisaties, medicatie, bloedgroep, eventuele allergieën en telefoonnummers van familieleden. Geef alle belangrijke informatie door (zoals over diabetes, dieet of hepatitis).
  • De afdelingsarts voert een lichamelijk onderzoek uit en zal u gelijkaardige vragen stellen.
  • De kinesist bezoekt u regelmatig om u ademhalingsoefeningen aan te leren. Deze helpen u na de ingreep beter te ademen en te hoesten.

Wat gebeurt er in de operatiekamer?

Op het operatiekwartier draagt iedereen steriele schorten, mutsen en mondkappen. De verpleegkundigen controleren nogmaals uw identiteit en nemen nu de zorg voor u op zich. U wordt verbonden met een hartmonitor, die permanent het ritme van uw hart meet. U krijgt ook een infuus voor vochttoediening via een ader en een infuus in de slagader van de pols om de bloeddruk te meten.

Een hartoperatie vindt plaats onder volledige verdoving (narcose). Dat gebeurt via hetzelfde infuus. Zodra u slaapt, krijgt u nog pijnstillende en spierontspannende middelen toegediend. De anesthesie wordt tijdens de operatie voortdurend bijgestuurd. De anesthesist blijft ook altijd bij u in de buurt en zorgt ervoor dat uw hart en longen correct blijven werken. Ademhaling, hartslag, bloedsomloop, suikergehalte en lichaamstemperatuur worden onafgebroken gecontroleerd. Uiteraard zorgt de anesthesist dat u pijnloos onder narcose blijft zolang de operatie duurt.

Normaal duurt de ingreep ongeveer vier uur.

Wat gebeurt er na de operatie?

U ontwaakt ongeveer 6 uur na de operatie op de dienst intensieve zorgen. In het begin ziet u uw omgeving meestal niet helder en is alles een beetje wazig. U hoort ongekende geluiden en stemmen.

Een hartoperatie is een ingrijpende gebeurtenis voor uw lichaam. Daarom wordt u continu in observatie gehouden en gaan we van minuut tot minuut na hoe uw lichaam reageert met behulp van apparatuur:

  • Beademing: tijdens de ingreep en tot enkele uren erna zal een beademingsapparaat uw ademhaling overnemen.
  • Hartfunctie controleren: een toestel registreert uw hartslag. Op ieder moment hebben we een beeld van uw hartactiviteit zoals dat te zien is op een elektrocardiogram.
  • Bloedafnames via het fijne buisje aan uw pols. Zo hoeven we niet telkens te prikken.
  • Nierfunctie controleren: om te controleren hoe uw nier functioneert na de operatie, wordt een buisje in de blaas (blaassonde) geschoven.
  • Maagfunctie nakijken: via de neus en de slokdarm loopt een slang tot in de maag (maagsonde). Het geproduceerde maagsap vloeit via deze maagsonde af zodat het niet te lang in de maag blijft.
  • Wondvocht: 2 tot 4 afvoerbuisjes in de operatiestreek zorgen dat het wondvocht zich niet kan opstapelen in de borstkas.

Om te zorgen dat u door een ongecontroleerde beweging niet één of ander buisje zou lostrekken, maken we uw handen de eerste 24 uur lichtjes vast. Meestal kunt u de volgende dag al terug naar de afdeling. Daar verblijft u voor verdere controles op de medium care (kamer A218), een tussenstation tussen intensieve zorg en uw eigen kamer.

Wat gebeurt er als u terug op uw kamer bent?

Als u terug op uw kamer bent, is het ergste voorbij. Volgende zaken blijven wel nodig:

  • dagelijkse bloeddruk-, pols- en temperatuurmeting
  • regelmatige bloedafname, elektrocardiogrammen, foto's van hart en longen en echografie
  • nakijken of de nierfunctie in orde is en blijft
  • registratie van het hartritme

Daarnaast zult u dagelijks een kinesist op bezoek krijgen. Aanvankelijk vooral voor de ademhaling en het ophoesten van fluimen, daarna voor bewegingsoefeningen. Na ontslag uit het ziekenhuis worden deze oefeningen voortgezet, ofwel bij een kinesist of in een cardiale revalidatieprogramma.

Meestal kunt u een week na de operatie naar huis.

Laatst aangepast: 12 februari 2018
Auteur(s): Team cardiochirurgie