Somato-sensorisch-geëvoceerde potentialen-onderzoek (SSEP)

Een onderzoek met somato-sensorisch-geëvoceerde potentialen (SSEP) meet en registreert de werking van de gevoelsbanen. 

Waarom een SSEP?

Een SSEP-onderzoek wordt uitgevoerd bij voosheid, tintelingen, gevoelsstoornissen, gangstoornissen en neurologische aandoeningen. De arts kan zo meten of er ergens vertraging van de normale zenuwgeleiding is en nakijken of er een links-rechtsverschil is.

Hoe verloopt een SSEP?

Voorbereiding

Als voorbereiding op een SSEP mag u geen bodylotion of andere crèmes aanbrengen.

Onderzoek

De SSEP wordt door een hiervoor opgeleide verpleegkundige uitgevoerd en kort nadien gecontroleerd door een neuroloog.

  1. U gaat liggen en de verpleegkundige brengt kleefpleisters met elektroden aan op uw armen/benen, nek/rug en het hoofd. De exacte plaats van de kleefpleisters hangt af van de te onderzoeken ledematen.
  2. Gedurende enkele minuten geven we repetitieve elektrische schokjes ter hoogte van de polsen/enkels. De sterkte van de schokjes hangt van persoon tot persoon af en wordt langzaam opgebouwd.
  3. De schokjes worden over de zenuwen naar het ruggenmerg en de hersenen geleid. Met behulp van de kleefpleisters kunnen we meten of de schokjes met een normale snelheid toekomen op bepaalde plaatsen en kunnen we links en rechts vergelijken.

Een onderzoek van de bovenste of onderste ledematen neemt een half uur in beslag. Als alle vier de ledematen worden onderzocht, duurt het onderzoek een uur.

Als het geteste lidmaat al om andere redenen slecht aanvoelt, zoals bijvoorbeeld door zenuwschade ten gevolge van suikerziekte, kan dit de resultaten beïnvloeden.

Het kan zijn dat er gevraagd wordt om een onderdeel van het onderzoek te herhalen indien de resultaten niet duidelijk zijn. Dit onderzoek wordt gewoonlijk goed verdragen.

Wat gebeurt er na een SSEP?

Na het onderzoek wordt een verslag opgestuurd naar de verwijzende arts. Het is niet steeds mogelijk om op het onderzoeksmoment zelf al feedback te geven over de resultaten.

Laatst aangepast: 19 november 2021
Auteur(s): Team neurologie