Multiple Sclerose (MS) is een chronische aandoening die gepaard gaat met ontsteking (inflammatie) en beschadiging (degeneratie) in de hersenen en het ruggenmerg (het centrale zenuwstelsel). Dit gebeurt op verschillende plaatsen en op verschillende tijdstippen. Letterlijk betekent multiple sclerose: vele plaatsen (multiple) met littekens (sclerose).
Bij MS raakt myeline, de isolatielaag rond de zenuwbanen (witte stof), beschadigd. Daardoor geraakt de geleiding van de zenuwbanen verstoord. Ook de zenuwcellen zelf (grijze stof) kunnen beschadigd raken, en dat al vroeg in het ziekteproces. Dit leidt tot tijdelijke of meer permanente uitvalsverschijnselen.
De zorg voor personen met multiple sclerose is multidisciplinair:
In het UZA wordt daarnaast wetenschappelijk onderzoek verricht rond multiple sclerose. Voor vragen rond lopende studies kunt u contact opnemen met de studiecoördinatoren (studies [dot] neurologie [at] uza [dot] be of +32 3 821 57 59), of met dr. Barbara Willekens, neuroloog (+32 3 821 34 23).
MS heeft een zeer verschillend verloop bij verschillende patiënten. We kunnen de volgende vormen van ziekteverloop onderscheiden:
De meeste MS-patiënten lijden aan relapsing-remitting MS of aan secundair-progressieve MS.
Doordat de ontstekingen zich kunnen voordoen in het hele centraal zenuwstelsel, zijn de symptomen zeer divers. Het kan bijvoorbeeld gaan om:
De oorzaak van MS is nog onduidelijk. Waarschijnlijk ontstaat MS pas als er aan een combinatie van voorwaarden is voldaan. Hierbij denken we aan de invloed van factoren van buitenaf (zoals infectie, hormonen, gebrek aan zonlicht, voeding, hygiëne) die een abnormale reactie van het immuunsysteem opwekken bij personen die hiervoor gevoeliger zijn door bepaalde genetische factoren.
In eerste instantie wordt gekeken naar het ziekteverhaal en de afwijkingen bij het neurologisch onderzoek. Als er op basis hiervan een vermoeden is op MS, kunnen andere onderzoeken de diagnose bevestigen of uitsluiten. Dit is niet altijd eenvoudig en soms kan er lange tijd overheen gaan vooraleer er zekerheid is. Mogelijke aanvullende onderzoeken zijn:
Momenteel is er geen genezing mogelijk bij MS. Opstoten kunnen behandeld worden met een ‘cortisone-kuur’. Meestal wordt dan methylprednisolon in hoge dosis via een infuus toegediend gedurende enkele dagen, om de symptomen van de opstoot sneller voorbij te doen gaan.
Opstoten kunnen we gedeeltelijk voorkomen door ziektemodulerende behandelingen, die inwerken op de ontstekingsreactie bij MS. Om de progressieve achteruitgang door MS af te remmen of te stoppen, zijn de behandelmogelijkheden momenteel nog beperkt.
U kunt ook overwegen om deel te nemen aan wetenschappelijk onderzoek, dat nieuwe behandelingen test. Daarnaast bestaan er veel behandelingen voor de symptomen van MS, van medicatie tot kinesitherapie.
In het UZA doen experten al jarenlang research naar de mechanismen van MS. Ze onderzoeken momenteel de mogelijkheden van celtherapie en het diabetes-medicijn metformine.
Meer informatie ontdekt u ook bij: