Een inspanningstest levert gegevens voor een objectief verslag van jouw huidige conditie. Op basis van deze (eenvoudige tot heel uitgebreide) test kunnen de sportfysiologen de optimale intensiteit van de verschillende trainingsvormen inschatten. Zo kan je efficiënter en preciezer trainen.

Welke inspanningstests zijn er?

Het S.P.O.R.T.S.-team neemt in het labo inspanningstests af op jouw eigen koersfiets, de ergometerfiets (Lode Excalibur Sport) of de loopband (HP Cosmos Pulsar). Met het isokinetisch krachttoestel (Biodex System 4) kan de kracht van je bovenbenen gemeten worden. Ook veldtests zijn mogelijk, bijvoorbeeld in het zwembad of op de atletiekpiste. 

Wie dat wenst, kan de test ook afleggen op zijn of haar eigen koersfiets. Deze wordt op een Cyclus II ergometer gemonteerd waardoor je een maximale inspanning kan leveren op vertrouwd materiaal en ‘ideale’ fietspositie. De metingen van zuurstofopname, lactaat, getrapt vermogen en hartslag (via ECG-registratie) blijven dezelfde in vergelijking met de ‘klassieke’ testopstelling op een fietsergometer. Zorg voor een perfect onderhouden fiets en grondig gereinigde ketting. Breng je je eigen fiets mee, meld dit dan bij het boeken van je afspraak.

Wat wordt gemeten tijdens een inspanningstest?

Deze parameters komen aan bod tijdens een inspanningstest:

• hartfrequentie (via ECG of hartslagmeter)
• zuurstofopname (VO2-meting via ergospirometrie) 
• melkzuurconcentratie in het bloed (via bloedname aan de oorlel)

Hoe verloopt een inspanningstest?

In functie van jouw gewenste sportdoel spreek je met de specialist af welke inspanningen je zal leveren en wat er gemeten wordt. Klassiek werkt een inspanningstest met inspanningsprotocols van 3 minuten, maar zowel kortere als langere protocols liggen binnen de mogelijkheden.

Elke inspanningstest in het labo verloopt onder verantwoordelijkheid van een arts, meestal na afname van een ECG in rust en onderzoek door de sportarts. Alleen sporters die in het voorbije jaar sportmedisch gekeurd werden, leggen zonder consult bij de sportarts een inspanningsproef af. Breng het resultaat van deze test (verslag van de arts) altijd mee!

Bij de start overloopt de inspanningsfysioloog jouw profiel en wensen. Hij zal je voorbereiden voor de test. Moet je een maximale inspanning leveren, dan doorloop je altijd eerst een doorgedreven opwarming. Hou er dus rekening mee dat een test ongeveer 30 minuten (vaak meer) in beslag neemt met opwarming en cooling-down inbegrepen.

Wat gebeurt er na een inspanningstest?

Na de test kan je douchen op de dienst, als je zelf een handdoek en zeep/shampoo meebrengt. Je krijgt ook meteen mondelinge feedback en een testverslag. Op basis van een inspanningstest en de ingevulde vragenlijst krijg je in de nabespreking te horen hoe jouw ideale trainingsschema er uitziet. Je krijgt praktische tips om je training te perfectioneren en zo je sportieve prestaties te verbeteren.