Immunotherapie bij insectengifallergie

Een steek van een wesp, bij of hommel is nooit fijn, maar het ongemakkelijke gevoel gaat meestal snel voorbij. Voor wie allergisch is voor het gif, zo’n 4% van de bevolking, kan een dergelijke steek echter levensbedreigend zijn. 

Als je allergisch reageert op een wespen-, bijen- of hommelsteek, heb je één kans op twee om na een volgende steek even heftig of zelfs nog heftiger te reageren. Immunotherapie kan het risico op een tweede heftige allergische reactie verlagen naar minder dan 5% voor wespengif en ongeveer 15% voor bijengif. 

Bij immunotherapie spuiten we onderhuids insectengif in waaraan je allergisch bent. Het gif toedienen gebeurt op basis van een strikt schema. De eerste inspuitingen bevatten zeer kleine hoeveelheden gif (minder dan de hoeveelheid die bij een steek vrijkomt). Progressief wordt de hoeveelheid ingespoten gif verhoogd. Op deze manier proberen we je immuunsysteem aan te leren om niet meer tegen het gif te reageren. Je wordt dus tolerant.

Hoe verloopt immunotherapie bij insectengifallergie?

Op basis van je verhaal en bijkomende tests gaat de arts eerst na ten opzichte van welk gif je allergisch bent en of je in aanmerking komt voor immunotherapie. 

Er zijn 2 methoden voor immunotherapie bij insectengifallergie:
  • de ultrarush methode
  • de semirush methode

Je behandelend arts bekijkt steeds samen met jou welke methode voor jou het meest geschikt is.

 
Patiënten die alleen een grote plaatselijke steekreactie vertonen (een sterke zwelling, roodheid, pijn of jeuk op de getroffen plek), komen niet in aanmerking voor immunotherapie en moeten dus ook niet getest worden.

Verloop

Opstartfase (startbehandeling)

Ultrarush methode (enkel bij wespengifallergie):

De startbehandeling gebeurt in dagopname en neemt slechts 2,5 uur in beslag. Je mag na enkele uren observatie alweer naar huis en bent dan voor 95% beschermd tegen een heftige reactie bij een volgende steek.

Semirush methode

De startbehandeling gebeurt tijdens een korte ziekenhuisopname (2 tot 3 overnachtingen) omdat de dosis gif die nodig is voor bescherming onvoldoende veilig kan worden toegediend in een tijdspanne van 3 uur. 

Vervolgtherapie (onderhoudsbehandeling)

Zowel na de ultrarush als de semirush methode volgt elke patiënt een onderhoudsbehandeling. De totale duur van deze onderhoudsbehandeling is onafhankelijk van de opstartmethode en bedraagt doorgaans 5 jaar tenzij je arts daar anders over beslist. Soms duurt de vervolgtherapie langer, zoals bij patiënten met mastocytose

Tijdens de onderhoudsbehandeling krijg je op regelmatige tijdstippen (elke 4 tot 6 weken) gif ingespoten. Deze inspuitingen gebeuren altijd door een arts of onder toezicht van een arts. Zelftoediening of inspuiten door thuisverpleging zijn geen optie. Na elke inspuiting blijf je 30 minuten onder toezicht. De onderhoudsbehandeling kan bij ons of een arts naar keuze worden opgestart. Je komt wel jaarlijks op controle bij je allergoloog in het UZA.

Het is belangrijk dat je het behandelschema strikt volgt. Contacteer ons daarom tijdig als je een afspraak wil annuleren. We zorgen dan voor een nieuwe afspraak en bekijken of we het toedieningsschema moeten aanpassen. Mis je meerdere afspraken, dan kan het nodig zijn om de behandeling opnieuw op te starten.

Resultaten

In geval van een allergie voor wespengif zijn patiënten na de behandeling voor 98 tot 99% beschermd. De kans op een allergische reactie bedraagt dus nog maar 1 à 2%. Treedt er toch nog een allergische reactie op, dan is die meestal een stuk milder. Voor bijen- of hommelgif daalt het risico naar 10 à 15 procent. 

Wat zijn mogelijke risico's en bijwerkingen? 

  • Allergische reacties: Het risico op ernstige allergische reacties, zoals bloeddrukdaling, shock of hartstilstand is uitermate klein. Toch is het noodzakelijk dat je na elke injectie minstens 30 minuten onder toezicht van een arts blijft zodat we een eventuele (allergische) bijwerking correct kunnen behandelen.

  • Zwelling en roodheid: Het komt vaak voor dat de injectieplaats opzwelt of rood wordt. Dat betekent niet dat we de behandeling moeten stoppen. 

  • Adrenalinepen: Voor immunotherapie gestart wordt, maar ook tijdens de behandeling, moet je altijd twee adrenalinepennen bij je hebben. 85 tot 95% van de patiënten is na het opstarten van de immunotherapie beschermd, maar als je toch een allergische reactie ontwikkelt na een steek, gebruik je deze adrenalinepennen. Ook na de onderhoudsbehandeling houd je deze adrenalinepennen best bij je. 

Vragen?

Secretariaat immunologie, allergologie en reumatologie: tel. +32 3 821 32 99
 
Laatst aangepast: 18 november 2021
Auteur(s): Team immunologie