Bij een hartaanval of hartinfarct (infarct of myocardinfarct) raakt een kransslagader van het hart plotseling verstopt door een bloedklonter. Een deel van het hart krijgt daardoor geen bloed en zuurstof meer.
De klonter ontstaat als er een scheurtje optreedt op een zwakke plek in de slagaderwand.
De diagnose gebeurt op basis van een:
De acute behandeling van een hartinfarct bestaat uit een stentplaatsing om het verstopte bloedvat open te maken. Dat gebeurt tijdens een hartkatheterisatie.
Patiënten met een acuut hartinfarct moeten zo snel mogelijk hulp inroepen (via 112) en zo snel mogelijk naar de hartkatheterisatiekamer worden gebracht. In het UZA kan een verstopte kroonslagader dag en nacht met spoed worden opengemaakt.
Na de acute behandeling verdwijnen de klachten snel. U wordt naar de hartafdeling gebracht voor verdere opvolging en herstel. U moet ook extra bloedverdunners innemen om te voorkomen dat het bloedvat met de stent terug zal dichtklonteren.
De behandelende arts bespreekt met u ook hoe u in de toekomst nieuwe hartproblemen kunt voorkomen (een aangepaste levensstijl, medicatie ...).