Gehoorverlies (slechthorend of doof)
Gehoorverlies is het verminderde vermogen om geluiden op te vangen. Het kan een tijdelijke of blijvende aandoening zijn.
We spreken van:
- Slechthorendheid bij een gehoorverlies van minstens 30 decibel
- Doofheid vanaf een gehoorverlies van 90 decibel
Hoe werkt het menselijk oor?
Het oor bestaat uit drie grote delen.
- Het buitenoor: omvat de oorschelp en de uitwendige gehoorgang tot aan het trommelvlies
- Het middenoor: is een met lucht gevulde ruimte waarin zich de drie gehoorbeentjes bevinden die samen de gehoorbeentjesketen vormen
- Het binnenoor: omvat het slakkenhuis en het evenwichtssysteem

Als een geluidsgolf het trommelvlies bereikt, worden de trillingen via de gehoorbeentjesketen doorgegeven aan het slakkenhuis. De haarcellen in het slakkenhuis geven de geluidsinformatie door aan de gehoorzenuw. De gehoorzenuw stuurt de informatie dan weer door naar de hersenen waar de bewustwording van geluidsprikkels plaatsvindt. Zo kunnen we geluiden horen.
Er kan op verschillende plaatsen iets mis lopen en dit kan resulteren in gehoorverlies (aan één of beide oren).
Welke soorten gehoorverlies bestaan er?
Er zijn verschillende types gehoorverlies:
Geleidingsverlies of conductief gehoorverlies
We spreken van geleidingsverlies als er iets misloopt in het buitenoor (bv. oorstop) of het middenoor (bv. opstapeling van slijm of vocht, een probleem met de gehoorbeentjesketen of een gaatje in het trommelvlies).
Hierdoor kunnen geluiden niet goed worden doorgegeven aan het slakkenhuis.
Perceptief gehoorverlies
We spreken van perceptief gehoorverlies als er iets misloopt in het binnenoor (ter hoogte van de haarcellen), waardoor de geluiden niet kunnen omgezet worden in een elektrisch signaal of niet worden doorgegeven aan de gehoorzenuw.
Gemengd gehoorverlies
We spreken van gemengd gehoorverlies als er problemen in zowel het binnenoor als het middenoor zijn.
Neuraal gehoorverlies
We spreken van neuraal gehoorverlies als er iets misloopt door een probleem aan de gehoorzenuw.
Centraal gehoorverlies
We spreken van centraal gehoorverlies als er iets misloopt door een probleem in de hersenen (bv. in de hersenstam of auditieve cortex)
Wat zijn de oorzaken van gehoorverlies?
De oorzaken van gehoorverlies zijn zeer uiteenlopend. Gehoorverlies kan plots, geleidelijk aan of bij de geboorte ontstaan.
Geleidelijk of plots gehoorverlies
- oorstop
- te smalle of afwezige gehoorgang
- trommelvliesperforatie
- probleem met de gehoorbeentjesketen
- middenoorontsteking
- ongeval (trauma)
- lawaaibeschadiging
- erfelijke oorzaken
Aangeboren (congenitaal) en erfelijk gehoorverlies
Permanent aangeboren gehoorverlies bij kinderen kan vele oorzaken hebben.
In westerse landen is aangeboren slechthorendheid in 70% van de gevallen genetisch bepaald.
Andere oorzaken kunnen zijn:
- infecties die de moeder tijdens de zwangerschap doormaakte (vaak onopgemerkt)
- problemen rond de geboorte (bv. zuurstoftekort, ademhalingsproblemen, prematuriteit…),
- structurele fouten in de bouw van het oor
- het gehoorverlies kan samengaan met afwijkingen op andere plaatsen in het lichaam (vb de ogen, het hart, de nieren). In dit geval spreekt men van een syndromaal gehoorverlies.
Hoe testen we het gehoor en welke behandelingen zijn er voor gehoorverlies?
Van onderzoek tot behandeling
Diagnose
Kinderen
Sinds 1998 biedt Kind en Gezin een gehoortest aan voor alle pasgeborenen in Vlaanderen een Brussel. Deze test wordt afgenomen als de baby 3 tot 4 weken oud is. Bij een afwijkend resultaat wordt de baby doorverwezen naar een referentiecentrum voor verdere gehoortesten en aanvullende onderzoeken. Wanneer er na het eerste levensjaar een vermoeden is van gehoorverlies omwille van vertraagde taalontwikkeling, omdat het kind niet reageert op omgevingsgeluiden of omdat er problemen zijn op school, is het meestal de huisarts, kinderarts of CLB-arts die het kind zal doorverwijzen voor gehoortesten en aanvullende onderzoeken.
- Microscopisch ooronderzoek (micro-otoscopie)
- Oto-akoestische emissies
- BERA onderzoek (Brainstem Evoked Response Audiometry)
- Tympanometrie
- Audiometrie (reflex- en spelaudiometrie)
Omdat aangeboren gehoorproblemen vaak een genetische verklaring hebben, gebeurt er meestal ook een genetisch onderzoek. Het Centrum Medische Genetica (CMG) Antwerpen kan patiënten vandaag op meer dan 120 genen tegelijk testen die zijn gelinkt aan gehoorproblemen, in een zogenaamd genpanel. Deze test is uniek in België, en is een stuk gevoeliger dan de gebruikelijke testen die slechts één of enkele genen testen. Over de hele wereld zijn er trouwens slechts enkele laboratoria die een groot genpanel testen zoals in Antwerpen. Het CMG doet ook veel onderzoek naar erfelijke slechthorendheid. Het laboratorium o.l.v. Prof. Dr. Guy Van Camp staat al meer dan 20 jaar internationaal mee aan de spits van dit soort onderzoek. In dit lab werden in de loop der jaren vele nieuwe doofheidsgenen gevonden en bestudeerd.
In ongeveer de helft van de gevallen wordt de oorzaak gevonden. Deze informatie kan nuttig zijn om de evolutie van het gehoorverlies te voorspellen en advies te geven indien er bij de ouders nog een kinderwens bestaat (herhalingsrisico).
Volwassenen
Om na te gaan of er inderdaad sprake is van gehoorverlies, zal de arts en/of de audioloog een aantal onderzoeken uitvoeren:
- Microscopisch ooronderzoek (micro-otoscopie)
- Tonale- en spraakaudiometrie (om gehoordrempels te bepalen)
- Impedantiemetrie (bij problemen met het middenoor)
- Oto-akoestische emissies (OAE)
- Elektrocochleografie (EcoG)
- BERA onderzoek (Brainstem Evoked Response Audiometry)
- Auditory Steady-State Responses (ASSR/SSEP)
- Tympanometrie
- Tubomanometrie
Bij een vermoeden van erfelijke slechthorendheid wordt er doorgaans beeldvormend onderzoek uitgevoerd en advies gevraagd van de klinisch geneticus om een gerichte genetische diagnostiek in te zetten. Als bij volwassenen een erfelijke oorzaak voor het gehoorverlies wordt gevonden, kan dit van belang zijn bij therapiekeuze, beroeps –of sportkeuze , gezinsplanning en kan dit leiden tot het nemen van een aantal preventieve maatregelen.
Behandeling
De behandeling van gehoorverlies hangt sterk samen met de oorzaak van het gehoorverlies, al zijn er niet altijd verschillen tussen erfelijke en niet-erfelijke slechthorendheid.
- Bij een oorprop, volstaat medicatie en het verwijderen van de prop.
- Soms zijn er ook chirurgische ingrepen nodig, zoals trommelvliesbuisjes plaatsen of een stapedotomie.
- Vaak zijn patiënten ook geholpen met een prothetische oplossing.
Kinderen
Bij kinderen met permanent aangeboren gehoorverlies zal in samenspraak met de ouders een behandeling worden opgestart om ervoor te zorgen dat het kind terug beter kan horen en achterstand op vlak van taal-spraakontwikkeling beperkt of voorkomen kan worden.
- In eerste instantie wordt meestal gekozen voor een hoortoestelaanpassing.
- Wanneer een hoortoestelaanpassing na een proefperiode onvoldoende winst oplevert, kan bij zeer ernstig gehoorverlies een cochleair implantaat een betere keuze zijn.
- Met auditory verbal therapy leert uw kind zijn/haar restgehoor (met behulp van een hoorapparaat of cochleair implantaat) maximaal te gebruiken. Tijdens de therapie begeleiden we u als ouder tot medetherapeut.
- Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan de taalontwikkeling, het ontwikkelen van luistergerichtheid en sociaal-emotionele ondersteuning voor het gezin. Hiervoor wordt samengewerkt met de thuisbegeleidingsdiensten.
Volwassenen
Volwassen patiënten zijn vaak geholpen met een prothetische oplossing zoals: