Embolisatie van een (inwendige) bloeding

De meest voorkomende reden voor een embolisatie (bloedvat afsluiten) is een (inwendige) bloeding. Vaak gaat het om ernstige bloedingen, waarbij het alternatief een chirurgische ingreep is. Een minimaal invasieve benadering, zoals embolisatie, is tegenwoordig de behandeling van eerste keuze om een grote operatie te vermijden.

Het kan bijvoorbeeld gaan om:

  • een bloeding na een ongeval
  • een maag-darmbloeding
  • een longbloeding
  • een post partum bloeding

Hoe verloopt een embolisatie bij een bloeding?

De interventieradioloog voert de ingreep uit in de angiografiekamer (kamer voor bloedvatonderzoek) op de dienst radiologie. De embolisatie gebeurt onder lokale verdoving, soms ook onder algemene verdoving.

Voor, tijdens en na

De inwendige bloeding vaststellen

Een inwendige bloeding kan vastgesteld worden met een CT-scan (er lekt dan intraveneus contrast buiten de vaten). In sommige gevallen is het niet mogelijk de bloeding op de CT-scan te zien en is de kans op een succesvolle embolisatie klein. In dat geval zal uw arts een andere, meer geschikte behandeling voorstellen.

De embolisatie

De interventieradioloog brengt, via een klein aanprikgaatje in de lies en onder begeleiding van röntgenstralen, een katheter in tot op de plek waar het bloedt. Als we de bloeding gevonden hebben, kunnen we het bloedvat dichtmaken (emboliseren) en zo de bloeding stoppen, zonder dat er geopereerd hoeft te worden.

Er zijn verschillende methoden en materialen om een bloedvat dicht te maken:

  • Coils (kleine opgekrulde metaaldraadjes)
  • Vasculaire plugs
  • Lijm
  • Gelfoam (een oplosbaar sponsachtig materiaal)
  • Micropartikels (zeer kleine bolletjes)
  • ... en nog veel meer
     

De keuze is afhankelijk van de soort bloeding en de locatie.

Wat zijn mogelijke complicaties?

Non target embolisatie (zeldzaam)

Bij het dichtmaken van het bloedvat bestaat er een klein risico dat ook de toevoer van bloed naar omliggend weefsel wordt gestopt (non-target embolisatie). Hierdoor kan er schade optreden aan het omliggende weefsel.

In veel gevallen zal je hier niets van merken, soms kan dit resulteren in pijn. In extreme gevallen kan de schade aan omliggende weefsel te uitgebreid zijn, waardoor een aanvullende operatie nodig is om het beschadigde weefsel te verwijderen.

Door rustig en weloverwogen te behandelen, proberen we dit risico te minimaliseren.

Niet succesvolle behandeling (soms)

In zeldzame gevallen is een enkele behandeling niet voldoende. Er zijn hier vele redenen voor. Soms is het daarom noodzakelijk om een tweede of derde keer te behandelen.

Wanneer contact opnemen met je arts?

Heb je last van een bijwerking? Neem dan contact op met je arts of verpleegkundige. Bijwerkingen zijn zelden levensbedreigend. Toch is het belangrijk om de arts zo snel mogelijk op de hoogte te brengen. Je arts kan je misschien medicijnen voorschrijven die je klachten verlichten.

Team
Consulent interventieradiologie
Interventieradioloog
(kliniekhoofd interventieradiologie)
Interventieradioloog
Interventieradioloog
Geassocieerd arts interventieradiologie
Laatst aangepast: 17 augustus 2021
Auteur(s): Team interventieradiologie