De elleboog bestaat uit drie botten waarvan de uiteinden bekleed zijn met kraakbeen. Als dit kraakbeen ziek of aangetast is door slijtage, een oud ongeval, reuma of een andere gewrichtsontsteking, ontstaat er artrose.
De arts voert een lichamelijk onderzoek uit en vraagt of u uw elleboog kunt laten bewegen. Nadien beweegt hij uw elleboog en kijkt wanneer er pijn optreedt, en of er sprake is van stijfheid. Aanvullende onderzoeken zijn een radiografie, een echografie en MRI.
In eerste instantie zal de arts een operatie proberen te vermijden, en de aandoening behandelen met kinesitherapie , oefentherapie en medicatie.
Als dit niet lukt op lange termijn zult u moeten overwegen of u een elleboogprothese wilt laten plaatsen. Afhankelijk van de leeftijd, aandoening en uitgebreidheid van de letsels zal uw arts samen met u de meest geschikte elleboogprothese kiezen.
Na de meeste elleboogingrepen krijgt u oefentherapie, al dan niet onder begeleiding van een kinesist.