Centraal veneuze katheter

Wanneer u voor uw behandeling bepaalde medicatie, chemotherapie of voeding moet krijgen, kan uw arts voorstellen om een centraal veneuze katheter (CVC) te plaatsen.

Wat is een centraal veneuze katheter?

Een centraal veneuze katheter is een infuus dat in een grote ader geplaatst wordt. De naam van de katheter is afhankelijk van de ader waarin deze zich bevindt.

Welke ader gekozen wordt, hangt af van onder andere welke medicatie toegediend wordt en hoe de waarden van de bloedplaatjes en bloedstolling zijn op het moment van de plaatsing.

  • Subclavia katheter: wordt in de vena subclavia (onder het sleutelbeen) geplaatst.
  • Jugularis katheter: wordt in de vena jugularis (in de hals) geplaatst.
  • Perifeer ingebrachte centrale katheter of PICC: wordt in een dieper gelegen perifere ader in de bovenarm geplaatst.

Waarom een centraal veneuze katheter?

Voor uw behandeling moet u medicatie, chemotherapie of voeding krijgen. Vele van deze stoffen zijn toxisch voor de kleinere bloedvaten en daarom gebruiken we een centraal veneuze katheter die in een grote ader geplaatst wordt. Deze centraal veneuze katheters hebben twee of drie verschillende toegangspoorten. Zo kunnen we verschillende infuusvloeistoffen tegelijkertijd toedienen. Via deze lijn kunnen we ook bloedafnames doen zonder telkens opnieuw te prikken. 

Hoe verloopt de plaatsing van een centraal veneuze katheter?

De hele procedure duurt ongeveer 45 minuten en gebeurt door een anesthesist in de preoperatieve ruimte van het operatiekwartier.

Voor, tijdens en na

Voorbereiding

  • U hoeft niet nuchter te zijn: u mag dus vooraf eten en drinken.
  • Vooraf krijgt u een operatieschortje aan.
  • Meld het aan de arts wanneer u antistollingsmedicatie gebruikt of allergisch of overgevoelig bent voor Lidocaïne/Xylocaïne (plaatselijke verdoving zoals bij de tandarts) en pleisters.

Het plaatsen van de katheter

Tijdens de plaatsing van de katheter ligt u op uw rug op een bed, met uw armen naast uw lichaam. We brengen elektrodes aan op uw borstkas om uw hartritme te controleren. Het plaatsen van de katheter gebeurt op steriele wijze (= vrij van ziektekiemen). U ligt tijdens de procedure onder steriele doeken en moet zo stil mogelijk blijven liggen.

Bij de plaatsing van een PICC of jugularis katheter wordt de ader in uw bovenarm of hals opgespoord door middel van echografie. De insteekplaats wordt ontsmet en (plaatselijk) verdoofd met Xylocaïne. Dit kan een onaangenaam prikkend/brandend gevoel geven. Het aanprikken van het bloedvat zelf en opschuiven van de katheter in dit bloedvat is niet pijnlijk. U voelt er meestal weinig tot niets van.

De katheter wordt vastgehecht aan de huid of bevestigd met een speciaal afdekplaatje en nadien afgeplakt met een pleister. Na het inbrengen van de katheter wordt met een röntgenfoto gecontroleerd of hij op de juiste plaats zit. Daarna wordt u terug naar de verpleegafdeling gebracht.

Na de plaatsing

De katheter wordt vastgehecht aan de huid of bevestigd met een speciaal afdekplaatje en nadien afgeplakt met een pleister. Na het inbrengen van de katheter wordt met een röntgenfoto gecontroleerd of hij op de juiste plaats zit. Daarna wordt u terug naar de verpleegafdeling gebracht.

Verzorging van de katheter

De verpleegkundigen op de afdeling hematologie hebben veel ervaring met verzorging van de centraal veneuze katheter. Om de andere dag wordt de insteekplaats ontsmet en opnieuw afgedekt. Baden en douchen is niet toegestaan, dit zorgt voor een verhoogde kans op infecties.

Wat zijn mogelijke complicaties?

De meest voorkomende complicaties zijn:

  • Pijn: soms leidt de manipulatie van de arm tijdens de punctie tot pijnklachten. Dit wordt opgevolgd op de afdeling en zo nodig krijgt u pijnstillers.
     
  • Nabloeding: op de verpleegafdeling wordt dit regelmatig gecontroleerd.
     
  • Pneumothorax (of klaplong) bij het plaatsen van een subclavia katheter. Dit wordt nagekeken bij het nemen van de röntgenfoto. In zeldzame gevallen is plaatsing van een thoraxdrain (een buisje tussen beide longvliezen) noodzakelijk.
     
  • Kathetersepsis: Er bestaat een kans dat de katheter geïnfecteerd raakt. Daarom wordt de insteekplaats regelmatig verzorgd en gecontroleerd. Zodra de katheter niet meer nodig is, wordt deze verwijderd. Mocht er alsnog een infectie optreden, dan moet de katheter verwijderd worden en vervangen door een nieuwe katheter op een andere plaats.
     

Als bij u een subclavia katheter of een PICC lijn geplaatst is, kunt u met deze katheter naar huis.

Neem in de volgende gevallen contact op met het ziekenhuis:

  • Bij tekenen van infectie: koorts (>= 38°C), roodheid, zwelling, warmte, pijn, vochtlek
  • Bij een barst of lek aan de katheter
  • Bij loslaten van het afsluitdopje
  • Bij tekenen van trombose (= bloedstolsel in de ader): roodheid, zwelling of pijn aan de arm of schouder
Laatst aangepast: 18 november 2021

Volg route 105 (oncologisch dagziekenhuis en consultaties)