Het carpal tunnel syndroom is een aandoening die veroorzaakt wordt door verhoogde druk op een zenuw in de pols. Er is een ruimte in de pols die de carpal tunnel genoemd wordt. In deze tunnel lopen de buigpezen van de vingers en een zenuw. Een carpal tunnel syndroom treedt op wanneer de druk in dit kanaal zodanig toeneemt dat de zenuwfunctie gestoord wordt.
Druk op de zenuw kan op verschillende manieren veroorzaakt worden:
Bij mensen met schildklierproblemen, reuma en suikerziekte komt een carpal tunnel syndroom vaker voor. In de meeste gevallen wordt er echter geen duidelijke oorzaak gevonden.
Het verhaal van de patiënt met een carpal tunnel syndroom is dikwijls al erg duidelijk. Bij het onderzoek voert de arts verder enkele tests uit. Om de diagnose te bevestigen kan de arts een EMG aanvragen.
Verandering van de werksituatie, rust, dragen van een polsverband of medicatie kunnen de klachten vaak verbeteren. Ook een inspuiting met cortisone kan helpen om de klachten minstens tijdelijk op te lossen. Vaak is echter een operatie nodig om de zenuw meer plaats te geven.
Na de ingreep wordt een verband aangelegd dat 2 weken dicht mag blijven. Nadien worden de hechtingen verwijderd en kunt u uw hand terug normaal gebruiken.