De enige effectieve langetermijnbehandeling voor een vernauwing van de aortaklep (aortaklepstenose) is een aortaklepvervanging: de aangetaste hartklep wordt vervangen door een normaal werkende hartklep.
De klepvervanging kan chirurgisch uitgevoerd worden via een openhartoperatie, als uw algemene toestand dit toelaat. Als het operatieve risico te hoog is, stelt uw arts een niet-chirurgische klepvervanging voor via een katheter (een buisje) door de huid.
Een aortaklepvervanging via een katheter wordt ook TAVI genoemd. Een kunstklep, bevestigd in een metalen buisje, wordt ingebracht via een katheter (buisje) en ter hoogte van de aangetaste aortaklep ingeplant. De katheter wordt bij voorkeur ingebracht via een slagader in de lies, anders via een slagader onder het sleutelbeen of via één van de halsslagaders.
U wordt 1 tot 3 dagen vóór de ingreep opgenomen in het ziekenhuis, in het weekend voorafgaand aan de ingreep. U kunt het ziekenhuis meestal 5 à 7 dagen na de ingreep verlaten.
Het is belangrijk dat u de ochtend van de ingreep volledig nuchter bent.
U ondergaat enkele preoperatieve onderzoeken:
De ingreep gebeurt onder volledige verdoving. Uw aangetaste aortaklep wordt vervangen door een kunstklep. Deze kunstklep is gemaakt van natuurlijk weefsel en bevat net zoals een normale aortaklep drie klepbladen.
Bewegen is belangrijk tijdens de herstelfase. Soms is begeleiding door een kinesist aan huis aangewezen. In uitzonderlijke gevallen is opname in een revalidatiecentrum aangewezen.
De kans om te sterven door de ingreep zelf of kort na de ingreep is ongeveer 4 à 5 %. Dit risico moet echter afgewogen worden tegen het risico van de hartziekte die u nu heeft en tegen het risico van een openhartoperatie. Uw behandelende artsen zullen dit eerlijk met u bespreken.