Vijf vragen over radiologie

Vijf vragen over radiologie

Datum: 
08/04/2022

Radiologen werken letterlijk en figuurlijk in het donker: hun activiteiten blijven vaak onzichtbaar. Toch spelen ze een cruciale rol in de diagnosestelling van heel wat patiënten. Vijf vragen aan UZA-radioloog dr. Eline De Smet over wat een radioloog precies doet en hoe een universitaire dienst het verschil maakt.

1. Waar houdt de dienst radiologie zich voornamelijk mee bezig?

‘Onze hoofdactiviteit is het beoordelen van röntgenfoto’s, het maken van echografieën en het interpreteren van CT- en MRI-scans. Maar daar houdt het niet op. Zo voeren interventioneel radiologen veel ingrepen uit (zie p. 26) en plaatsen we ook drains, bijvoorbeeld om een groot abces leeg te maken. Ook puncties nemen, onder meer om uit te sluiten of een gezwel kwaadaardig is, behoort tot ons takenpakket. Wij hebben elk ons deelgebied, bijvoorbeeld neurologische aandoeningen of het bewegingsstelsel, en we houden ons uitsluitend daarmee bezig.’

2. Hoe belangrijk is multidisciplinaire samenwerking daarbij?

‘Heel belangrijk, want geneeskunde is dermate complex geworden dat geen enkele arts het hele plaatje kan overschouwen. Om een voorbeeld te geven: als we op een scan veel vocht zien rondom een recent geplaatste heupprothese, kan dat bloed zijn, maar ook wijzen op abcesvorming. De chirurg die de prothese heeft geplaatst, kan ons dan vertellen of er een bloeding was tijdens de operatie, maar ook of de patiënt eventueel andere tekenen van een ontsteking vertoont. Samenwerking is dus cruciaal. Wekelijks hebben wij een twintigtal multidisciplinaire overlegmomenten. En ook tussendoor is er heel vaak contact met andere diensten.

3. Hoe maken jullie op het vlak van beeldvorming het verschil?

‘Wij beschikken over de meest geavanceerde MRI- en CT-toestellen, maar het verschil schuilt ook in de manier waarop je een onderzoek doet. Zo zijn er honderden manieren om een MRI-onderzoek uit te voeren: naargelang het orgaan of de vraag van de verwijzende arts kiezen wij voor het meest geschikte protocol. Wij besteden daar tijd en onderzoek aan, want als de zorg verandert, moeten wij mee evolueren. Zo maken we uiterst gedetailleerde beeldvorming mogelijk, waarbij je zelfs een onooglijk scheurtje in een gewrichtsband van twee millimeter kan zien.’

4. Welke rol spelen jullie bij screening?

‘Onze dienst is nauw betrokken bij het bevolkingsonderzoek naar borstkanker. In het Vlaamse screeningsprogramma wordt elke mammografie bekeken door twee radiologen. Bij twijfel volgt er een derde lezing: wij zijn een van de screeningscentra waar dat gebeurt. Onze borstradiologen interpreteren wekelijks zo’n vijfhonderd mammografieën. Zij zien in een oogwenk of een letsel verdacht is of niet. Ook werken we heel actief mee aan projecten om in de toekomst longkanker vroegtijdig op te sporen.’

5. Welke inspanningen doen jullie zoal om de stralingsbelasting te verlagen?

‘We gebruiken technologie die de stralingsdosis opvolgt en tot het absolute minimum beperkt. Onze stralingsfysicus ontwikkelt voortdurend protocollen om met zo min mogelijk straling een goede beeldkwaliteit te leveren. Artificiële intelligentie (AI) helpt daarbij: met behulp van een AI-algoritme optimaliseren we de kwaliteit van onze CT-scans, zodat we ook bij een lagere stralingsdosis goede beelden hebben.’ 

 

Blijf op de hoogte van nieuws in het UZA via Twitter @uzanieuws en Facebook