Twee op de drie pubers met obesitas blijven zo ...

Twee op de drie pubers met obesitas blijven zo ...

Datum: 
11/07/2022

Overgewicht : “Twee op de drie pubers met obesitas blijven zo op latere leeftijd”

Er wordt al jaren op gehamerd en recent werden we door de ­Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) weer eens met de neus op de feiten gedrukt: steeds meer kinderen zijn te zwaar. Een op de vier minderjarigen in ons land zelfs en ze zullen daar de gevolgen van dragen. Kinderarts Karolien Van De Maele en de rest van het obesitasteam in het UZ Antwerpen (UZA) zien de gevolgen van overgewicht bij kinderen elke dag, de fysieke én de mentale. De ouders mee krijgen, de kinderen in stapjes heel nieuwe gewoontes aanleren, het is telkens een uitdaging en niet altijd een succes. “We zien nu pas het begin van de vele gevolgen van obesitas die van generatie op generatie wordt doorgegeven.”

Dat klinkt heel onheilspellend, maar dokter Karolien Van De Maele blijft er tegelijk heel positief bij. Vandaag onderstreept haar zonnige trui dat, “een andere dag zijn het felle kleuren”, zegt ze. “Het helpt mij om een hand uit te steken naar kinderen.” Ieder gezin dat aan de slag gaat met gezondheid, al is het met heel kleine aanpassingen, is de moeite. Zo is ze ingesteld. Met de nadruk op gezin, want een kind alleen zet je niet aan het werk. “Ouders die de hele dag door frisdrank drinken terwijl een kind alleen water mag, dat werkt gewoon niet”, zegt Van De Maele.

Ze werkt nog maar een jaar in het UZA, voorheen in Brussel, en leidt hier een obesitasteam van vier artsen, vier diëtisten en twee psychologen.

In de Antwerpse ­regio is het een van de weinige plekken waar kinderen met overgewicht intensief door een multidisciplinair team worden begeleid. Ziekenhuisnetwerk ZNA richtte zopas het Obesitas Centrum Kind en Jeugd op, dat zich specifiek richt op kinderen van 11 tot 17 jaar. Van De Maele en haar collega's zien ook veel jongere kinderen. “De jongsten zijn jonger dan 1 jaar.”

Wat maakt dat overgewicht en obesitas steeds grotere problemen zijn in onze maatschappij? Een eenduidig antwoord is er niet. “Wij zien steeds een samengaan van verschillende factoren”, legt Van De Maele uit. “Aanleg is een belangrijke, maar de wetenschap is er nog niet over uit hoe dat precies in elkaar zit. In bepaalde families hebben kinderen meer risico op obesitas. Maar er spelen zeker ook andere factoren. Onze maatschappij eet anders dan die van honderd jaar geleden. Alles is in overvloed beschikbaar in de winkels, en hoe meer keuze er is, hoe moeilijker het is om goede keuzes te maken. Intussen werkt ons brein nog steeds op dezelfde manier als dat van de oermens. We zijn jagers-verzamelaars. Als we voedsel beet hebben, vraagt ons lijf om meer, zodat we kunnen teren op onze reserve wanneer er geen voedsel beschikbaar is. Ons brein, onze maag en darmen geven elkaar voortdurend feedback, en dat werkt heel goed. Maar overvloed kan dat systeem verstoren.”

Vicieuze cirkel

Kinderen kunnen zo al van jongs af in een vicieuze cirkel terechtkomen, zegt Van de Maele. “Een jong lichaam komt daar vaak nog een tijd goed mee weg, zonder noemenswaardige problemen. Maar als je 't zijn gang laat gaan, en kinderen blijven bijkomen, dan wordt het almaar moeilijker om de cirkel te doorbreken, en zijn gezondheidsproblemen op den duur onvermijdelijk.”

Wat zijn de grootste gezondheidsrisico's bij zwaarlijvigheid? “Suikerziekte, hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten, leververvetting en vroeg sterven. We zien al jonge patiëntjes met diabetes type 2 ('ouderdomssuiker', red.). In theorie kunnen die de ziekte nog kwijtraken, maar dan kunnen we niet in kleine zachte stapjes werken (zie kader), maar moet er ineens radicaal veel veranderen. En dat is heel moeilijk.”

Kinderen met overgewicht of obesitas hebben ook vaker last van slaapapneu. Jongens kunnen later in hun puberteit komen, meisjes kunnen juist vroeger beginnen met menstrueren, niet menstrueren of een onregelmatige menstruatiecyclus hebben. Onderschat ook de gevolgen van obesitas bij kinderen op emotioneel vlak niet, zeggen experts. Zware kinderen worden vaak negatief bekeken, worden soms beschouwd als 'lui' of 'minder verstandig'. Zo hebben ze dikwijls minder zelfvertrouwen en raken sneller in een sociaal isolement, met als gevolg een verhoogd risico op het ontwikkelen van een depressie en angststoornissen.

Hoofd of buik

“Kinderen moet je helpen het verschil te voelen tussen honger van het hoofd en honger van de buik”, zegt Van de Maele. “Als ze iets willen eten, is het dan omdat ze echt honger voelen, of omdat ze zin hebben? Wanneer hebben ze zin? Als ze boos zijn, als ze zich vervelen? Jongeren die bijvoorbeeld vaak alleen thuis zijn, gaan meer eten om het gemis te compenseren. Dat goed leren aanvoelen, heeft wat begeleiding nodig. En dan kun je ook iets aan de oorzaak doen. Daarom is het niet vreemd dat wij ook samenwerken met psychologen.”

In sommige gezinnen is eten ook een heel beladen onderwerp, wanneer mama bijvoorbeeld al haar hele leven op dieet is. “Werken aan een gezond voedingspatroon is dan ook een taak van het hele gezin, een kind kan dat niet alleen. Maar er zijn ook veel gescheiden gezinnen, met in elk huishouden andere regels. Dat maakt het extra moeilijk. En dan zien we weleens trajecten die niet slagen, gezinnen die afhaken.”

Met de leeftijd groeit ook de kans om zwaarlijvig te blijven. Twee op de drie pubers met obesitas, blijven zo op volwassen leeftijd. “Wat we nu zien, zijn de eerste 'getuigen' van intergenerationele programmatie”, zegt dokter Van de Maele. “Als een vrouw tijdens haar zwangerschap obees is, dan heeft het kind ook beduidend meer kans om obees te worden. In de baarmoeder is het namelijk zo al geprogrammeerd, iets in die hoofd-buik-as werkt al niet goed. We zien nu de eerste generaties van volwassenen die obesitas op die manier hebben overgekregen.”

Het wordt hoog tijd dat onze maatschappij zich daar terdege bewust van wordt, vindt Van de Maele. “Peuters eten aan de tablet, kinderen voor tv. In sommige gezinnen bestaat samen eten zelfs niet meer. We zien ook geregeld ouders die het heel moeilijk vinden om hun kinderen te limiteren. Als een peuter in de winkel krijst om een Kinder Surprise, en je geeft toe, dan heeft die geleerd dat dat werkt.” Daarom moeten we alvast op plaatsen buitenshuis de juiste keuzes maken, zegt Van de Maele. “Gezond eten en drinken op school, gelukkig is daar steeds meer aandacht voor. Maar voor kleuters sportmogelijkheden vinden, is heel moeilijk. Sportclubs zouden ook kinderen met overgewicht meer mogen laten participeren, want nu hoor ik te vaak dat ze niet mogen meedoen omdat ze door hun gewicht niet goed meekunnen. Zulke kinderen isoleren zich al op jonge leeftijd. Mensen verbazen zich vaak dat de obesitascijfers zo hoog zijn, omdat je in speeltuinen, parken en zwembaden niet zoveel zware kinderen ziet. Maar dat heeft er zeker mee te maken dat ze zich daar al vroeg bewust van zijn en zich liever thuis wegstoppen.”

De kinderobesitaskliniek van het UZA is opgericht in 2008. Per jaar starten er ongeveer 120 tot 150 nieuwe patiënten, telkens een 600-tal kinderen (tot 18 à 19 jaar) zijn in opvolging.

www.gezondbelgie.be

Sylvia Mariën ■

Blijf op de hoogte van nieuws in het UZA via Twitter @uzanieuws en Facebook