University Clinical Research Center Antwerp (UNICCRA)
In ons vernieuwd centrum voor vroege klinische studies, het University Clinical Research Center Antwerp (UNICCRA), volgen we de allereerste behandelingen met nieuwe geneesmiddelen op. Naast een volledig nieuw dagziekenhuis, beschikt het centrum over een geïntegreerd laboratorium en meer ruimte om gespecialiseerde teams samen te brengen. Doel is patiënten toegang te geven tot geneesmiddelen die vaak pas over enkele jaren op de markt komen.
Om de snelgroeiende mogelijkheden met gerichte en gepersonaliseerde therapieën te kunnen aanbieden aan patiënten met ernstige aandoeningen - zoals alle kankertypes - investeerde het UZA in een uitgebreid interdisciplinair centrum voor klinisch onderzoek.
Het centrum is bedoeld voor alle klinische studies maar focust op fase 1- en fase 2-studies. Die vroegtijdige studies zijn zeer arbeidsintensief en vergen een specifieke expertise van studiemedewerkers. Net omdat de geneesmiddelen zo nieuw zijn, moeten patiënten nauwgezet opgevolgd worden. Maar ook bij fase 3-studies is het belangrijk om alle signalen meteen op te pikken. In het nieuwe centrum voor fase 1-onderzoek kunnen studiemedewerkers patiënten in de best mogelijke omstandigheden ontvangen, volgens strikte procedures en de laatste kwaliteitsstandaarden.
De nieuwe eenheid is uitgerust met:
- nieuwe consultatieboxen;
- een volledig nieuw dagziekenhuis met meer plaatsen voor dagopnames met een monitoringsysteem;
- een geïntegreerd laboratorium;
- een parameterkiosk waarmee patiënten zelf al hun bloeddruk, polsslag, zuurstofsaturatie en gewicht kunnen meten;
- meer ruimte om gespecialiseerde teams samen te brengen.
- ...
Exponentiële groei van vroege klinische studies
Het University Clinical Research Center Antwerp is in oppervlakte verdubbeld in vergelijking met de vorige research unit voor oncologische studies.
Diensthoofd oncologie en hoofd van het centrum prof. dr. Hans Prenen: 'Het aantal studies is exponentieel gegroeid de laatste jaren. Binnen oncologie alleen al lopen er meer dan honderd studies per jaar. Waar we tot vier jaar geleden enkele studiepatiënten per dag zagen, zijn dat er nu tot een twintigtal. Momenteel is het merendeel van de fase 1-studies in het UZA voor patiënten met kanker. Maar we willen het centrum ter beschikking stellen voor onderzoekers en hun patiënten uit alle disciplines, zowel van binnen als buiten onze muren.'
Het research center moet een incubator zijn die ons helpt om nog meer studies naar onze regio te halen en patiënten nog meer toegang te geven tot behandelingen die vaak pas over een aantal jaar op de markt komen.
Effectiviteit van experimentele kankertherapieën sterk toegenomen
Niet alleen het aantal nieuwe, experimentele kankerbehandelingen nam de voorbije jaren in een ongezien tempo toe, maar ook de effectiviteit ervan is sterk toegenomen. Prenen: 'We hebben steeds meer therapieën op basis van genetische kenmerken van de patiënt ter beschikking. Daardoor kunnen we veel beter inschatten welke behandeling voor welke patiëntengroep zinvol is. Vroeger was de kans dat een fase 1-therapie aansloeg rond de 5 procent. Nu zitten we soms rond de 50 procent. Door in studieverband elk tumortype genetisch te kunnen analyseren of profileren, weten we welk type gerichte medicatie daartegen werkt.'
Om vooraf na te gaan of dit soort nieuwe therapieën bij een patiënt zullen aanslaan, bouwt het UZA-team samen met onderzoekers van UAntwerpen een PDO-model uit of patient-derived organoids: 'Op basis van een stukje weefsel van de patiënt groeien in het labo vele mini-orgaantjes. Daarop kunnen we verschillende soorten medicatie tegelijk testen om te zien welke therapie het best zal aanslaan bij de patiënt in kwestie.'
Meer kans op medicijnen van de toekomst
Behandelingen in studieverband zijn niet langer uitsluitend voor patiënten die geen andere opties meer hebben binnen de reguliere zorg.
Prof. dr. Sébastien Anguille, diensthoofd hematologie UZA en expert CAR-T-therapie: 'Vandaag krijgen patiënten ook in een veel vroegere fase van hun ziekte al toegang tot medicatie van de toekomst. Maar het is even belangrijk om geen verkeerde verwachtingen te creëren bij patiënten in hun zoektocht naar de beste opties. De sector moet de mogelijkheden kennen die onze gezondheidszorg te bieden heeft zodat de toegankelijkheid voor patiënten toeneemt. Dat gaat hand in hand met het geven van correcte en volledige informatie en overleg met de patiënten en het zorgteam rondom hen – van mantelzorgers en huisarts tot specialisten.'
Steun ons onderzoek
Wil jij graag het MOCA en het wetenschappelijk onderzoek naar kanker mee ondersteunen? Iedere gift maakt het verschil!
