Obesitas bij kinderen: hoe het komt en wat je ertegen doet

Obesitas bij kinderen: hoe het komt en wat je ertegen doet

Datum: 
24/01/2019

Omdat overgewicht bij kinderen steeds vaker voorkomt, zochten we naar een specialist ter zake: dokter Kim van Hoorenbeeck. Wij praatten met haar en lazen in haar boek 'Leven met een extra rugzak' over hoe het zover kan komen en wat je er als ouder aan kunt doen.

Wie is Kim Van Hoorenbeeck?

Professor dokter Kim Van Hoorenbeeck is kinderarts en hoofd van het obesitasteam voor kinderen in het UZ Antwerpen. Ze begeleidt kinderen met overgewicht, van baby tot adolescent. Hierover schreef ze het boek ‘Leven met een extra rugzak’, bij uitgeverij Manteau.

Daarom worden kinderen te zwaar

Er zijn heel wat redenen waarom kinderen zwaarder kunnen worden dan goed voor hen is. Dit zijn de vijf voornaamste:

  • Het zit in de familie: Kinderen waarvan de ouders obesitas hebben, lopen meer risico om zelf ook overgewicht te krijgen.
  • Een onevenwichtige levensstijl: Levensstijl speelt haast altijd een rol bij obesitas. Te veel vet of suiker en te weinig beweging kunnen de boosdoeners zijn.
  • Hormonale factoren: Het kan dat een kind bijvoorbeeld een slecht werkende schildklier heeft. Deze kinderen zijn vaak ook kleiner. De huisarts kan hormonale aandoeningen vrij makkelijk laten opsporen via een bloedonderzoek.
  • Medicatie: Kinderen die bepaalde medicijnen nemen, zoals antidepressiva, middelen tegen epilepsie of cortisonetabletten, kunnen daarvan bijkomen. 
  • Emotionele factoren: Als kinderen zich niet zo goed in hun vel voelen, eten ze meer. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat kinderen die na schooltijd alleen thuis zijn, soms gaan eten om de eenzaamheid of de verveling te verdrijven. Kinderen die eten door emotionele factoren, belanden bovendien snel in een vicieuze cirkel: ze komen aan, volwassenen reageren daar negatief op, het kind voelt zich alsof het gefaald heeft, en gaat dan nóg meer eten. Een ander voorbeeld: kinderen met weinig zelfvertrouwen zijn vaker geremd om zich in te schrijven bij een sportclub. Ze zitten vaker thuis, bewegen minder, en beginnen uit verveling meer te eten. Waardoor ze dan weer aankomen, hun zelfvertrouwen nog verder wegzakt, enzovoort.

Lopen zware baby's meer kans?

Moeten ouders van baby ’s met een hoog geboorte- of babygewicht zich zorgen maken? “Niet noodzakelijk”, zegt dokter Van Hoorenbeeck. “Het is niet zo dat zware baby’s altijd uitgroeien tot zware kinderen. Heel vaak vallen kinderen zelfs af als ze beginnen te stappen. Pas wanneer we merken dat een baby veel weegt en bovendien moeilijk te verzadigen is, gaan we extra opletten. In dat geval kan bijvoorbeeld Kind en Gezin de ouders begeleiden met schema ’s van hoeveel een baby op een bepaalde leeftijd mag drinken.”

Wanneer spreek je van overgewicht?

Bij volwassenen worden overgewicht en obesitas ‘gemeten’ aan de hand van de BMI. Dat staat voor Body Mass Index, en drukt de verhouding uit tussen je gewicht en lengte. Bij kinderen tussen twee en achttien jaar is de berekening minder eenvoudig. Bij hen wordt, naast hun BMI, ook gekeken naar hun leeftijd en geslacht. Er gelden dus andere curves voor een meisje van zes dan voor een jongen van dertien.

Twijfel je of je kind overgewicht heeft, ga dan langs bij je huisarts. Hij of zij zal je kind meten en wegen, en op basis van de curves vaststellen of er sprake is van overgewicht. Wil je zelf de BMI van je kind berekenen, dan kun je onder meer surfen naar bmi.vlaanderen. Ook krijg je na ieder medisch schooltoezicht van het CLB documenten mee waarop je de juiste curves ziet, met een duidelijke vermelding van waar je kind zich bevindt.

Dikker dan vroeger

De laatste jaren is er een enorme toename van het aantal kinderen met overgewicht. De oorzaak ligt bij onze levensstijl. We eten meer en energierijker dan vroeger, en we bewegen veel minder. Waar kinderen bijvoorbeeld vroeger te voet naar school gingen, gaan ze nu met de auto of met de bus. En waar ze vroeger buiten speelden of sportten, zitten ze nu veel vaker voor de tv of computer. De optelsom is snel gemaakt: meer eten + minder energie verbruiken = een hoger gewicht.

41 miljoen

Zoveel kinderen hadden in 2016 wereldwijd een te hoog BMI. In 1990 was dat nog ‘maar’ 32 miljoen. In Afrika verdubbelde het aantal tijdens die periode van 5,4 miljoen naar 10,3 miljoen. Azië telt het grootste aantal kinderen met overgewicht (48%). In ons land is er bij 14,1 procent van de meisjes en 11,9 procent van de jongens sprake van overgewicht. Obesitas komt voor bij 4,8 procent van de meisjes, en bij 2,8 procent van de jongens.

Met allerlei nare gevolgen...

De gevolgen voor kinderen met overgewicht of obesitas zijn niet min. Ze hebben vaker last van hoge bloeddruk, slaapapneu, kortademigheid, een verstoord suikermetabolisme... Ook op het vlak van de geslachtshormonen kan overgewicht een invloed hebben. Jongens kunnen hierdoor later in hun puberteit komen, en meisjes kunnen vroeger beginnen met menstrueren of net niet menstrueren, of een onregelmatige menstruatiecyclus hebben. Ook op emotioneel vlak is obesitas bij kinderen niet te onderschatten. Zulke kinderen worden door de maatschappij vaak negatief bekeken, en worden soms beschouwd als ‘lui’ of ‘minder verstandig’. Geen wonder dat ze vaak minder zelfvertrouwen hebben en sneller in een sociaal isolement raken. Hierdoor hebben ze een verhoogd risico op het ontwikkelen van een depressie en angststoornissen.

Wat doe je eraan als ouder? 

Hou het bij water

Zet bij elke maaltijd water op tafel, en geef enkel water mee naar school. Heeft je kind graag water met een smaakje, dan kun je er wat muntblaadjes of een schijfje citroen bij doen. Ook thee (zonder suiker) is gezond. Frisdrank kun je beter beperken, ook de light variant. Die bevat weinig calorieen maar is heel zoet, en dat wakkert de zin in meer zoet aan.

Dat bord hoeft niet leeg 

Je kind hoeft niet altijd z’n bord leeg te eten, integendeel. Het feit dat onze ouders daar vroeger zo op hamerden, zou er zelfs voor zorgen dat wij nu nog steeds te veel eten. Het is net goed als je kind aangeeft dat het genoeg heeft, zo leert het z ’n eigen grenzen kennen. De gouden regel: jij bepaalt wát je kind eet, je kind bepaalt hoeveel.

De ideale portie

De hoeveelheid die een kind nodig heeft, hangt van heel wat factoren af. Is het een meisje of een jongen, hoeveel energie verbruikt het, hoe snel is het verzadigd? Er is geen algemene regel voor. Wel is het zo dat kinderen tot een stuk in de lagere school genoeg hebben aan de portie die past op een klein bord. Schakel dus niet te snel over op grote borden. Onze hersenen houden van een vol bord, en daardoor ben je geneigd om op een groter bord ook meer eten te scheppen.

Beter eten = minder wegen

En zo doe je dat!

Overgewicht kun je het beste aanpakken of voorkomen door een combinatie van gezonde voeding en veel bewegen. Ga voor vijf eetmomenten per dag: drie hoofdmaaltijden en twee tussendoortjes.

  • Het ontbijt

Een gezond ontbijt bestaat uit volkorengraanproducten (volkoren- of bruin brood, havermout, volkorenontbijtgranen…), fruit en een melkproduct (magere of halfvolle melk, magere witte yoghurt, magere plattekaas…).

  • De lunch

Dit is bij kinderen vaak de maaltijd die wordt meegegeven in de brooddoos. Voorzie liefst volkorengraanproducten (volkorenbrood, volkorenpasta, quinoa…), gezond beleg (mager vlees, magere kaas, plantaardig beleg zoals quorn, noten of avocado), en stop er bij voorkeur ook wat rauwe groenten bij.

  • Het avondmaal

Het ideale bord bestaat uit drie zones: de helft groenten, een vierde vlees, vis of vleesvervanger, en een vierde aardappelen, rijst of pasta. Zorg voor voldoende variatie, zodat je kind (en jullie allemaal) alle verschillende vitamines binnen krijgen. Om het avondmaal te bereiden gebruik je liefst olie of vloeibare margarine.

  • Tussendoortjes

Een stuk fruit, een melkproduct zoals magere yoghurt, en een klein handjevol noten zijn goeie tussendoortjes. Natuurlijk mag er al eens een minder gezonde knabbel bij; het is niet realistisch om die volledig te verbieden. Probeer ze wel te beperken tot 100 kcal per dag. Dat kan bijvoorbeeld zijn: 20 letterkoekjes, 20 gram chocolade, 1 koek, 25 gram chips of 1 bolletje ijs.

Bewust bewegen

Het belang van intensief sporten wordt overschat, het belang van beweging in het dagelijks leven wordt ónderschat. In het ideale geval zetten kinderen zo’n 13.000 stappen per dag. Dat is best haalbaar: laat ze te voet, met de step of met de fiets naar school gaan, ’s avonds buiten spelen, en ga in het weekend met hen naar het bos. Daarnaast kun je natuurlijk altijd nog een sport zoeken. Welke sport is het beste? Heel eenvoudig: de sport die jouw kind het leukste vindt.

Steeds meer groenten

In theorie is het mooi: een bord voor de helft gevuld met groenten. In de praktijk zal het vaak moeilijker gaan. Hoe kun je kinderen die niet van groenten houden toch motiveren om ze te eten? Werk in kleine stapjes. Begin met één schepje. Houdt je kind dat een hele week vol? Dan mag hij of zij in het weekend als beloning een leuke activiteit kiezen, die jullie samen gaan doen. De week erna gaan jullie dan voor twee schepjes. Langzaam opbouwen en haalbare doelen zijn de sleutelwoorden!

Zondigen mag

Overgewicht aanpakken is geen tijdelijk project. Het probleem is niet van de baan als de BMI van je kind weer goed zit. Als je in je oude gewoontes hervalt, zal het gewicht er snel weer bijkomen. Daarom kun je de aanpak beter niet te extreem maken, want dat hou je niet vol. Bijvoorbeeld: schrap frisdrank niet volledig, maar geef het enkel tijdens het weekend. Je zult bovendien merken dat je kind op deze manier veel bewuster van de frisdrank geniet.

Een paar praktische trucjes

  • Geef het goede voorbeeld. Als je zelf nooit groenten eet of water drinkt, kun je niet verwachten dat je kind dat zal doen.
  • Hou de voedingsdriehoek in je achterhoofd. Die gaat uit van drie principes: eet meer groenten en fruit dan vlees en vis, eet zo weinig mogelijk bewerkte voedingsmiddelen, en voorkom overconsumptie en verspilling.
  • Schat de portie van je kind juist in, en maak niet te veel eten klaar. Zo komt je kind niet in de verleiding om nog extra te vragen.
  • Geef je kind inspraak, maar beperk de keuze. Laat je hem of haar helemaal vrij om te kiezen, dan is de kans groot dat er elke dag choco en spaghetti op het menu staan. Stel zelf twee gezonde maaltijden voor, en laat hem of haar beslissen wat het gaat worden.
  • Blijf alle smaken aanbieden. We moeten minstens tien keer dezelfde smaak proeven vóór we kunnen zeggen of we iets wel of niet lusten.

7 tips om het leuk te houden

Aan je gewicht werken is voor niemand prettig, zeker niet voor kinderen. Enkele tips die kunnen helpen.

  1. Verwacht niet dat je kind dit alleen kan oplossen. Dit moet je als gezin aanpakken. Iedereen doet mee!
  2. Leg niet te veel nadruk op het gewicht. Vraagt je kind nog een extra boterham, zeg dan niet: ‘Nee, want anders ga je nooit afvallen’, maar wel: ‘Nee, want als je die ook nog opeet, kun je buikpijn krijgen’.
  3. Kies haalbare doelstellingen. Zeg niet: ‘Hier is een drinkbus met water, tegen vanavond moet die leeg zijn’. Voor een kind is dat moeilijk te organiseren. Kies een doorschijnende drinkbus en zet er streepjes op. Zeg: ‘Tegen de middag moet je aan dat streepje zitten, tegen de speeltijd aan dat streepje’. 
  4. Geef je kind geregeld een beloning. Beloon altijd met aandacht, nooit met snoep. Ga bijvoorbeeld samen iets leuks doen.
  5. Beloon altijd de inzet, niet het resultaat. Zeg bijvoorbeeld niet: ‘Als je 1 kilo kwijt bent, gaan we…’ maar wel: ‘Als je de hele week water drinkt in plaats van frisdrank, gaan we samen…’. 
  6. Kook samen. En maak er een leuk moment van. Het zal je kind motiveren om nadien goed te eten.
  7. Heb je een tiener, probeer dan open met hem of haar te praten, en niet te snel te oordelen. Zo kan het zijn dat hij of zij wel wilt gaan sporten, maar niet durft uit angst om uitgelachen te worden.

Als afvallen maar niet lukt...

Dokter Van Hoorenbeeck: “Lukt het niet om het overgewicht thuis aan te pakken, dan kan je kind geholpen worden in een professionele instelling, zoals het Zeepreventorium in De Haan. Toch blijft het ook dan belangrijk om een traject uit te stippelen waar het hele gezin aan meewerkt. Als je levensstijl verkeerd is, en je verandert daar niks aan, zal je kind na zijn terugkeer snel weer aankomen. Chirurgische ingrepen, zoals een maagring of maagverkleining, proberen we bij kinderen te vermijden. De beste aanpak blijft het aanpassen van de levensstijl.”

Meer lezen? 

‘Leven met een extra rugzak. Hoe obesitas bij kinderen doeltreffend aanpakken’, door Kim Van Hoorenbeeck. Uitgeverij Manteau, a 22,50.

Tekst: Evelien Roels

Blijf op de hoogte van nieuws in het UZA via Twitter @uzanieuws en Facebook