De hectiek van onze samenleving leidt tot slaaptekort. Denken we. Maar is dat wel zo? Slapen we minder dan vroeger? Dat wilden wetenschappers van de universiteit van Oxford weleens weten.

De universiteit had daarvoor hét meetinstrument in handen. In 1974 hebben onderzoekers 15.000 Britten gevraagd een week lang uur na uur bij te houden wat ze deden. Ook de uren slaap. Zo weten we dat mensen in 1974 gemiddeld 7.23 uur sliepen. Vorig jaar vroeg Oxford dan opnieuw aan 15.000 mannen en vrouwen van gemiddeld 48 jaar om hun activiteiten en uren slaap bij te houden. En wat blijkt? We vallen een halfuurtje vroeger in slaap (23.20 uur) en worden een kwartiertje later wakker (7.20 uur) dan 40 jaar geleden. We slapen vandaag gemiddeld 8.06 uur per nacht. Dat is 43 minuten meer van in de jaren 70. Werklozen slapen zelfs een uur meer. Gepensioneerden 27 minuten.

Betere matrassen?

Verrassende cijfers die indruisen tegen alle berichten over slaap­tekort door stress, tv en smartphones. “De cijfers over dat zogezegde slaaptekort vandaag, komen uit slordige studies”, zeggen de Oxford-onderzoekers. “Studies die mensen vragen hoeveel uren ze denken te slapen. Maar mensen onderschatten de slaapuren, omdat ze hun actieve uren overschatten. Ons onderzoek liet geen ruimte voor die fouten.”

Oxford zoekt ook uit hoe het komt dat we vandaag meer slapen. Door het thuiswerk? Doordat we vroeger in bed kruipen met onze smartphone en zo vroeger in slaap vallen? Door betere matrassen?

Ook bij ons wordt verrast gereageerd op de resultaten. “Het idee leefde inderdaad dat we minder ­slapen dan vroeger”, zegt professor Johan Verbraecken van het slaapcentrum van het UZA. “Nu weten we dat dat niet zo is. Ik zie geen reden om de cijfers van ­Oxford af te vallen.”

Paul Demeyer