Zwangerschapsproblemen
Als de arts een medisch probleem tijdens uw zwangerschap vermoedt, kunt u vroegtijdig worden opgenomen op de materniteit, en gaat u naar de afdelingmaternal intensive care.
Als u tijdens uw zwangerschap moet opgenomen worden in het ziekenhuis, bestaat de behandeling over het algemeen voornamelijk uit het voorbereiden van uw baby op een eventuele vroeggeboorte. Met medicatie laten we de longen zo snel mogelijk “rijpen”. Monitors en extra echo's dienen om u en uw baby nauw te observeren.
Verblijf in observatie
Vrouwen wiens zwangerschap niet goed verloopt, kunnen terecht in de maternal intensive care (MIC) van het UZA. Soms loopt er iets fout door problemen bij de moeder, soms blijkt de ongeboren baby niet helemaal gezond. Een opname is dan onvermijdelijk.
Wie komt op deze afdeling terecht?
De redenen van opname kunnen heel gevarieerd zijn, onder andere:
- vroegtijdige weeën en of ontsluiting
- vroegtijdig breken van de vliezen
- bloedverlies
- afwijkingen aan baarmoeder en baarmoederhals
- gezondheidsproblemen bij de moeder, zoals hoge bloeddruk en eiwitten in de urine (zwangerschapsvergiftiging)
- foetale factoren, zoals een baby die in de baarmoeder niet voldoende groeit (intra-uteriene groeirestrictie)
- buikletsels
- voorgeschiedenis van herhaalde miskramen
- ontstekingen (vaginale ontstekingen, urineweginfectie, diarree, koorts)
- sociaal-economische factoren (alcohol- en/of druggebruik)
De MIC ontvangt ook patiënten uit andere ziekenhuizen, wanneer deze doorverwezen worden. Dit kan zowel om intensievere observatie te krijgen voor als na de bevalling.
Lees meer over het verblijf in de brochure 'In observatie op de materniteit'.
Vroeggeboorte
Wat is een vroeggeboorte?
Een normale zwangerschap duurt 40 weken vanaf de eerste dag van de laatste menstruatie. Veel vrouwen bevallen één tot twee weken te vroeg. Anderen gaan over tijd en bevallen na de uitgerekende datum.
Soms kondigt de geboorte zich een hele tijd voor de uitgerekende bevallingsdatum aan. We spreken van ‘vroeggeboorte’ of ‘prematuriteit’ bij een bevalling vóór 37 weken. Dit komt voor bij ongeveer 7 % van de zwangerschappen.
Als een zwangerschap vóór 22 zwangerschapsweken afgebroken wordt, spreken we niet meer over ‘vroeggeboorte’ maar over ‘miskraam’, waarbij de baby geen overlevingskansen meer heeft.
Hoe worden mijn baby en ik voorbereid op een vroeggeboorte?
Bij een dreigende vroeggeboorte vóór de 37ste week is zorgvuldige observatie en deskundige medische begeleiding in het ziekenhuis noodzakelijk. In het UZA gebeurt dit op de Maternal Intensive Care (MIC). Het is van belang de zwangerschapsduur te verlengen voor de gezondheid van de baby. De behandeling hangt af van de oorzaak en is situatiegebonden. Ze kan bestaan uit:
- Rust
- Bloedafnames
- Dagelijkse monitoring van de baby
- Regelmatige echografische opvolging
- Medicatie: meestal worden weeënremmers gebruikt zoals Tractocyl®, Prepar®, Adalat®, Minitran® en antibiotica zoals Azithromycine®.
- ‘Longrijping’ door twee keer een spuitje met corticosteroïden (bijnierschorshormonen) om vooral de longen, maar ook de hersenen en het zenuwstelsel van de baby voor te bereiden. Verder gebruiken we in bepaalde gevallen magnesium om de hersenen van de baby te beschermen.
De Maternal Intensive Care (MIC) van het UZA is verbonden met de eenheid intensieve neonatale zorg. Een te vroeg geboren baby verblijft er ongeveer tot de uitgerekende bevallingsdatum.