Visueel geëvoceerde potentialen-onderzoek (VEP)

Een onderzoek met visueel geëvoceerde potentialen (VEP) meet en registreert de werking van de oogzenuwbanen, met bijzondere aandacht voor de geleidingssnelheid van de oogzenuwen. 

Er zijn twee soorten VEP's:

  • flits-VEP: hierbij kijkt u naar lichtflitsen.
  • patroon-VEP: hierbij kijkt u naar een veranderlijk dambordpatroon op een beeldscherm.

Op de dienst neurologie voeren we enkel een patroon-VEP uit. Op oogheelkunde wordt ook de flits-VEP uitgevoerd. 

Hoe verloopt een VEP?

Voorbereiding

Gebruik bij voorkeur zo weinig mogelijk make-up, haarlak of haargel op de dag van het onderzoek. Neem zeker uw eigen bril mee naar het onderzoek.

Onderzoek

De VEP wordt door een hiervoor opgeleide verpleegkundige uitgevoerd en kort nadien gecontroleerd door een neuroloog. Het onderzoek duurt gemiddeld 30 minuten.

  1. De verpleegkundige brengt een kleefpleister met elektrodes aan op uw achterhoofd en dekt één oog af.
  2. U neemt plaats in een donkere ruimte en wordt gevraagd om te kijken naar een beeldscherm met een veranderlijk dambordpatroon (patroon-VEP) of naar lichtflitsen (flits-VEP)
  3. Het signaal wordt door het netvlies opgenomen en via de oogzenuwen naar de hersenen geleid. Met behulp van de kleefpleister kunnen we meten of het signaal met een normale snelheid toekomt in de hersenen.
  4. Nadien wordt het andere oog op dezelfde manier getest.

Als het geteste oog reeds slecht ziet omwille van bijvoorbeeld lensproblemen, kan dit de resultaten beïnvloeden. Als de resultaten niet duidelijk zijn, kan het zijn dat we vragen om een onderdeel van het onderzoek te herhalen.

Wat gebeurt er na een VEP?

Na het onderzoek wordt een verslag opgestuurd naar de verwijzende arts. Het is niet steeds mogelijk om op het onderzoeksmoment zelf al feedback te geven over de resultaten. 

Laatst aangepast: 19 november 2021
Auteur(s): Team neurologie