Voor de behandeling van een thoracaal aneurysma van de aorta ascendens kunt u terecht in de aortakliniek van het UZ Antwerpen (UZA).
Algemeen
Aneurysma van de aorta ascendens
Een aneurysma is een uitzetting of uitstulping van een slagader (door letsel, ouderdom of ziekte) en kan op vele plaatsen in het lichaam voorkomen, zoals in het hoofd of op de aorta.
De aorta ontspringt aan het hart en loopt ongeveer tot aan de navel. Een deel van de aorta doorkruist de borstkas (thoracale aorta), en een tweede deel van de aorta loopt doorheen de buik (abdominale aorta). De scheiding tussen de borstkas en de buik is ons middenrif (ademhalingsspier).
Een aneurysma kan zich op elk deel van de aorta vormen. Soms zijn twee delen van de aorta aansluitend betrokken in één lang aneurysma of is de gehele aorta aneurysmatisch vanaf zijn oorsprong aan het hart tot aan de splitsing in de buik. In dergelijke gevallen zijn meerdere interventies nodig of moet eerst het meest dringende deel te worden behandeld.
Wanneer het aneurysma zich ter hoogte van de thoracale aorta bevindt (zie figuur hierboven), spreken we van een thoracaal aorta aneurysma (TAA).
Een dergelijk aneurysma kan voorkomen in:
Hieronder gaan we dieper in op een aneurysma in het opwaartse gedeelte van de aorta (aorta ascendens).
Het stijgende gedeelte van de aorta (aorta ascendens):
De aorta ascendens bestaat uit verschillende delen:
De aortawortel is het deel het dichtst tegen het hart en is er door bindweefsel aan verbonden.
De aortawortel omvat:
De diameter van de aortawortel (van de ene sinus naar de andere) is normaal +-3.5 cm.
Het supra-sinusale deel begint net boven de aortawortel en heeft normaal gesproken de vorm van een buis met een diameter van ongeveer 3 cm diameter.
Een aneurysma van de stijgende aorta kan zich voordoen in:
Onderstaande figuren geven verschillende vormen van een aneurysma van de aorta ascendens weer.
Linksboven: aneurysma van de aortawortel (de sinussen zijn veel groter dan normaal);
Rechtsboven: aneurysma van de aortawortel doorlopend in het supra-sinusale deel
Linksonder: aneurysma van het supra-sinusale deel (enkel de buitenbocht is verzwakt, de wortel is normaal)
Rechtsonder: aneurysma van het supra-sinusale deel (binnen en buitenbocht zijn verzwakt en uitgezet, de wortel is normaal).
Een aneurysma van de aorta ascendens ontstaat vaak zeer traag en kan erg groot worden vooraleer er druk op andere organen ontstaat. Ze veroorzaakt de eerste jaren meestal geen pijn en de meeste mensen merken er dan ook vaak jarenlang niets van.
Vaak ontdekt uw arts een vergroting van de thoracale slagader toevallig tijdens een radiografie (beeldvorming) voor een andere aandoening, bijvoorbeeld bij een Rx thorax, een CT-scan of NMR.
Aortaklepinsufficiëntie is een frequent gevolg van een aneurysma en ontstaat wanneer de verwijding van de aortawortel voldoende uitgesproken is en de aortaklepblaadjes uiteen getrokken worden. Daardoor zullen de drie klepblaadjes van de aortaklep elkaar in gesloten toestand minder raken en zal de klep lekken (aortaklepinsufficiëntie).
Bij een lekkende aortaklep stroomt na iedere hartslag een deel van het net uitgepompte bloed terug in het hart. Het hart wordt dan extra belast. Wanneer de hoeveelheid terugstromend bloed voldoende groot is, kan dit klachten geven. De extra belasting van het hart kan op termijn leiden tot uitzetting van de linkerhartkamer en vermindering van de knijpkracht van het hart. Dat kan op langere termijn dan weer aanleiding geven tot hartfalen met bijhorende symptomen.
Het ontstaan van aortakleplekkage en de evolutie naar hartfalen is een langzaam proces en kan jaren duren vooraleer de patiënt er erg in zal hebben.
Het aneurysma kan ook plots scheuren op de meest verzwakte zone en een inwendige bloeding veroorzaken. De scheur in de bloedvatwand kan gedeeltelijk of volledig zijn. De wand van de aorta is opgebouwd is uit ongeveer drie lagen. Bij een volledige scheur zijn alle lagen betrokken, bij een gedeeltelijke scheur enkel de (2) binnenste lagen. In het eerste geval spreken we van een ruptuur (breuk), in het tweede geval ontstaat een aortadissectie.
Een gescheurd aneurysma moet zeer dringend behandeld worden.
Om te vermijden dat het aneurysma groeit en op termijn zal barsten of scheuren, moet het tijdig behandeld te worden.
Als het aneurysma nog niet erg groot is, schrijven we medicatie voor om de slagkracht van het bloed op de bloedvatwand te verminderen. Door de druk in de bloedvaten en het aantal slagen per minuut zo laag mogelijk te houden, vermindert het risico op scheuren en wordt de groei van het aneurysma afgeremd.
Een (open chirurgische) operatie wordt aangeraden wanneer:
Het moment waarop we tot operatie overgaan, wordt individueel (en op maat) voor u bepaald. Hierbij wordt rekening gehouden met uw leeftijd, lichaamsbouw, gezondheid van uw hart, uw algemene gezondheid, genetische factoren, grootte en plaats van het aneurysma, groeisnelheid van het aneurysma, enz. Dit alles wordt u tijdens uw bezoek aan de aortakliniek van het UZ Antwerpen (UZA) uitgelegd.
De operatie wordt uitgevoerd door een hartchirurg verbonden aan de aortakliniek.
Op de tekening hieronder ziet u enkele mogelijke ingrepen aan de aorta ascendens:
Het risico van een open chirurgische operatie van een aneurysma is kleiner dan het risico dat de aorta barst of breekt. Het risico dat de aorta barst of breekt ligt voor een aorta met een diameter van 5,5 à 6 cm tussen de 7-20% per jaar.
Gelukkig zijn er in ons ziekenhuis toestellen waarmee de grootte van het aneurysma zeer precies gemeten kan worden, namelijk de echocardiografie, de CT-scan en de MRI-scan. De dienst radiologie van het UZ Antwerpen (UZA) gebruikt hiervoor speciale oppuntgestelde technische protocollen die toelaten uiterst correcte metingen en berekeningen uit te voeren. Ook kan de radioloog 2D en 3D reconstructies van de beelden aanleveren.
Er bestaan (nog) geen goedgekeurde endovasculaire technieken om aneurysmata van de aortawortel of het tubulaire deel van de aorta ascendens te behandelen.
Bovenstaande beschreven ingrepen zijn dus ‘open’ operaties, waarbij de borstholte geopend wordt, een hart-longmachine wordt aangesloten en het hart wordt stilgelegd. Vaak worden deze aortaoperaties ook, indien noodzakelijk, gecombineerd met andere ingrepen aan het hart: bijvoorbeeld gelijktijdig aanleggen van overbruggingen, reparatie of vervanging van een andere hartklep of hartritmechirurgie.
De frequentie van de opvolgonderzoeken hangt af van uw situatie (grootte van het aneurysma, al dan niet lekkende aortaklep, gekend met bindweefselziekte of niet, bloeddruk, etc.).
Dankzij opvolgonderzoeken kunnen we het aneurysma in het oog houden en tijdig ingrijpen wanneer het aneurysma de gevarenzone benadert. We wachten niet tot het risico op barst of breuk te hoog is. Daarom ligt de beslissing om in te grijpen op een diameter tussen de 5,0 en de 5,5 cm.
Ook patiënten die al een aorta-ingreep ondergingen blijven in opvolging in de aortakliniek UZ Antwerpen (UZA). Controle van de geopereerde delen en opsporen of opvolgen van andere aneurysmata is wenselijk.