Na de longtransplantatie-operatie gaat u eerst naar de afdeling intensieve zorg en daarna naar de transplantatie-afdeling.
Na de operatie wordt u naar intensieve zorg gebracht waar u continu opgevolgd en begeleid wordt door verpleegkundigen en artsen. Afhankelijk van de evolutie wordt u al dan niet nog een tijdje in slaap gehouden en blijft de beademing gebeuren met een toestel via een buisje dat in de luchtpijp zit. Wanneer u wakker wordt, krijgt u een slangetje in de rug (epidurale katheter) zodat u geen pijn hebt. Medicatie en voeding worden via infusen of een maagslangetje toegediend.
Om infectie te voorkomen ligt u in een isolatiekamer en moet iedereen die u bezoekt (ook artsen en verpleegkundigen) zich op een speciale manier omkleden (handen wassen, masker...). Verkouden personen worden niet toegelaten.
Wanneer de longen goed functioneren en er zich geen belangrijke problemen voordoen, kunt u naar de transplantatie-afdeling. U wordt er opnieuw in een isolatiekamer verzorgd.
Volgende onderzoeken en behandelingen gebeuren tijdens uw verblijf op de afdeling:
Naarmate u zich beter voelt, krijgt u alle informatie over de medicatie die u moet innemen en over alles waar u thuis op zult moeten letten. Er wordt u geleerd correct een dagboekje in te vullen en u kunt beschikken over een toestelletje waarmee u zelf uw longfunctie 2 x/dag moet opvolgen (ook thuis).
Raadpleeg voor alle details de brochure Longtransplantatie.