Voor één op de twee jongeren wordt de lente afzien.

Voor één op de twee jongeren wordt de lente afzien.

Datum: 
11/04/2018

Niezen, een snotneus, verschrikkelijke jeuk of tranende ogen. Dertig procent van de bevolking heeft last van een allergie of van astma. En dat aantal neemt toe bij jongere generaties. Zoveel zelfs dat het aantal adolescenten die medicatie tegen allergie of astma nemen met meer dan 5.000 gestegen is, blijkt uit nieuwe cijfers. “Allergieën beïnvloeden het dagelijkse leven, tot de schoolresultaten toe”, zegt hoogleraar Philippe Gevaert.

We hebben er even op moeten wachten, maar daar is de zon. Kinderen kunnen weer ravotten in de tuin, volwassenen genieten van een verfrissend glas op het terras. Helaas, daar zijn ook de allergieën. Dertig procent van de Belgen heeft last van snotneuzen en aanhoudende niesbuien. Bij de generaties jonger dan 40 jaar loopt dat ondertussen op tot 45 procent. Het aantal jongeren tussen 12 en 18 jaar dat medicijnen neemt tegen allergieën en astma – dat ook een allergische variant kent – is met meer dan 5.000 gestegen tussen 2013 en 2016. Dat blijkt uit een studie van de Onafhankelijke Ziekenfondsen, waarin onderzocht werd hoeveel terugbetaalde medicijnen adolescenten gebruiken op jaarbasis. Om de allergiesymptomen te bestrijden en hun levenskwaliteit te verhogen gaan jongeren aan de pillen. “Maanden aan een stuk lopen snotteren en niezen is niet banaal”, zegt hoogleraar Philippe Gevaert (UGent), expert bij het Allergienetwerk van het UZ Gent. “Een allergie heeft wel degelijk een invloed op het dagelijkse leven. Kinderen met een graspollenallergie hebben tijdens het seizoen (van mei tot juli, nvdr.) bijvoorbeeld minder goede schoolresultaten tijdens de examens in juni dan voor kerst. Dat kan hun schoolresultaten, hun latere studiekeuze en de rest van hun leven beïnvloeden.”

Al in de kleuterklas

Opmerkelijke vaststelling, want kinderen met allergische symptomen door pollen worden steeds jonger. “Twintig jaar geleden kwamen ze aan het begin van de middelbare school”, zegt kinderallergoloog Margo Hagendorens (UZ Antwerpen). “Nu zie ik zelfs al kleuters met neusjeuk en rode ogen. Zij hebben dikwijls ouders die zelf met een allergie kampen én de symptomen herkennen. Bij die kinderen kunnen we al vroeg de juiste diagnose stellen, waardoor ze ook sneller de juiste medicatie nemen.” Waarom alsmaar meer kinderen en jongeren& allergieën hebben, is nog niet duidelijk “De meest gangbare verklaring is de zogenaamde hygiënehypothese”, zegt Gevaert. “We hebben gezonde voeding, proper water, onze behuizing is goed en er zijn minder infecties. Ons immuunsysteem wordt minder geoefend om infecties te bestrijden.” Verschillende internationale onderzoeken bevestigen die hypothese. Kinderen van landbouwers bijvoorbeeld die nog echt tussen de beesten lopen en melk rechtstreeks van de koe drinken, hebben minder kans om een allergie te ontwikkelen. Hetzelfde voor kinderen die snel naar de kinderopvang gaan of met broers en zussen opgroeien, omdat ze zo met bacteriën in contact komen. “Maar dat wil niet zeggen dat we vuiler moeten leven”, aldus Gevaert. “De kindersterfte is gedaald en we leven langer, juist omdat we hygiënischer leven.”

Toch is dat niet de enige oorzaak. “Het is dikwijls een combinatie van factoren”, zegt Hagendorens. “Uit recent onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat de luchtverontreiniging door dieseldeeltjes de pollen in de lucht agressiever maakt. Ook dat leidt tot meer allergische reacties.”

Blijf op de hoogte van nieuws in het UZA via Twitter @uzanieuws en Facebook