Over neuromodulatie

Neuromodulatie is het beïnvloeden van de werking van de zenuwbanen. In het UZA wordt de techniek voor diverse aandoeningen ingezet, van rugpijn tot incontinentie.

Hoe werkt neuromodulatie?

Bij neuromodulatie wordt de activiteit van bepaalde zenuwbanen gestimuleerd of net onderdrukt. Dat gebeurt inwendig (invasieve neuromodulatie) na een ingreep of van buitenuit (niet-invasieve neuromodulatie).

Invasieve neuromodulatie

Bij invasieve neuromodulatie krijgt de patiënt een elektrode ingeplant die aan specifieke zenuwen een elektrische stroom toedient. De elektrode is verbonden met een inwendige pacemaker. De invasieve behandelingen gebeuren binnen de respectievelijke diensten. Voorbeelden zijn rugpijn, blaas- en stoelgangproblemen, doorbloedingsproblemen in de benen en de ziekte van Parkinson.

Niet-invasieve neuromodulatie

Bij niet-invasieve neuromodulatie worden de zenuwbanen van buitenaf beïnvloed met behulp van elektrodes of via magnetische impulsen. In het UZA gebeurt niet-invasieve neuromodulatie in het Universitair Centrum voor Neuromodulatie.

Onderzoek en behandeling

Door een EEG (elektro-encefalogram) of functionele magnetisch resonantie scan of PET-scan van de hersenen maken we de klacht zichtbaar. Zo ontdekken we welk mechanisme de klacht veroorzaakt en waar in de hersenen dat gebeurt. Meestal gaat het niet om één plek, maar om een heel netwerk. Op basis van de kennis over de plaats kunnen we het proberen te beïnvloeden via invasieve of niet-invasieve neuromodulatie.

Op welke vlakken wordt neurmodulatie toegepast?

Neuromodulatie wordt in het UZA ingezet voor de behandeling van:

Laatst aangepast: 05 juli 2023
Auteur(s): Team neuromodulatie