Cardiotocografisch onderzoek (CTG) of monitoring

Het UZA is een referentiecentrum voor foetale bewaking. Met een cardiotocografie (CTG of foetale monitor) controleren we de hartslag van de baby. De moeder ligt daarvoor aan een monitor die de resultaten in grafiekvorm toont. In normale omstandigheden is de hartslag van uw ongeboren kindje 110 à 150 slagen per minuut.

Er bestaan verschillende vormen/technieken van CTG:

Uitwendige vorm

Bij de uitwendige vorm leggen we een zogenaamde probe (rond schijfje) op uw buik om de hartslag van de baby te registreren. We leggen er eventueel een tweede probe bij om de weeën te monitoren. Dit gebeurt zowel op de raadpleging als op de verloskamer.

Inwendige vorm

Bij de inwendige vorm plaatsen we een kleine elektrode op het hoofdje van de baby. Dit gebeurt enkel tijdens de arbeid en wanneer we vinden dat de baby constant gemonitord moet worden.

STAN-techniek

We gebruiken in het UZA ook de STAN-techniek. Dat is een speciale techniek waarbij we een elektrocardiogram (filmpje van het hart) van de baby nemen om nog beter te zien of er zich een probleem zou kunnen voordoen tijdens de bevalling.

Nemo Fetal Monitoring System

Met het Nemo Fetal Monitoring System is er nu een nieuwe techniek om moeder en baby op te volgen tijdens de arbeid. Een pleister die op de buik wordt geplakt, vangt elektrofysiologische signalen uit de buik op. Een computerprogramma analyseert de gegevens en haalt er de juiste info uit: de hartslag van het kind en de weeën. De Nemo-techniek is betrouwbaarder en veiliger, want het signaal is zeer helder en er is weinig signaalverlies (ook bij vrouwen met overgewicht). Bovendien is de nieuwe sensor draadloos en plakt deze vast op de buik, wat de vrouw meer bewegingsvrijheid geeft terwijl we kunnen blijven monitoren.  

Onderzoek

Vaak zullen we u ook vragen aan een onderzoek mee te doen. We zijn met een internationale groep bezig aan een techniek om een elektrocardiogram van de baby te kunnen nemen zonder dat we inwendig een elektrode moeten steken.

Laatst aangepast: 19 november 2019
Auteur(s): Team prenatale diagnose