ArterioVeneuze Malformatie (AVM)

Wat is een arterioveneuze malformatie (AVM)? 

Een arterioveneuze malformatie (AVM) is een aangeboren misvorming van het bloedvatstelsel. Ze kunnen voorkomen in of bij de hersenen, maar ook in het ruggenmerg.

Misvorming van het bloedvatstelsel

Ons bloedvatstelsel bestaat uit 3 soorten bloedvaten:

  • Slagaders (arteries): voeren bloed van het hart af
  • Aders (venen): voeren bloed naar het hart toe
  • Haarvaten (capillairen): verbinden een slagader met een ader
     

Bij een AVM ontstaat tijdens de ontwikkeling van de bloedvaten een abnormale directe verbinding (vaatmisvorming of malformatie) tussen slagaders en aders. Hierdoor verhoogt de bloeddruk in de aders en ontstaat een wirwar of kluwen van uitgezette bloedvaten (vaatkluwen).

Door de overdruk op dunwandige (slag)aders kan de AVM scheuren met een bloeding in de hersenen of in het ruggenmerg als gevolg.

Wat zijn de oorzaken van een AVM?

Een AVM is een zeer zeldzame aangeboren aandoening. Minder dan 1% van de mensen wordt ermee geboren.

Hoewel je geboren wordt met een arterioveneuze malformatie, is de aandoening in de meeste gevallen niet erfelijk. Kinderen van AVM-patiënten hebben normaal gesproken geen grotere kans op een AVM dan de algemene bevolking.

In zeldzame gevallen is er wel sprake van een onderliggende genetische aandoening, zoals bij de ziekte van Rendu-Osler-Weber, een erfelijke aandoening van de bloedvaten.

Wat zijn de symptomen van een AVM? 

Mogelijke klachten zijn:

  • epilepsieaanval: door de verhoogde bloeddruk kan er stuwing ontstaan in het hersenweefsel rond de bloedvaten, met epilepsie als gevolg.
     
  • uitvalsverschijnselen zoals tijdelijke of permanente verlamming of gevoelsstoornissen, door een abnormale doorbloeding van de hersenen.
     
  • hoofdpijn
     
  • oorsuizen of tinnitus (de patiënt hoort de eigen hartslag)
     
  • functieverlies van het ruggenmerg (gevoelsstoornissen of krachtverlies van de benen, urineverlies)
     
  • bloeding in de hersenen of ruggenmerg
     

Hoe wordt een AVM vastgesteld (diagnose)? 

De neuroloog kan volgende onderzoeken uitvoeren om een AVM vast te stellen:

Hoe wordt een AVM behandeld? 

Na de onderzoeken bespreekt ons multidisciplinair team van artsen, verpleegkundigen en paramedici samen met jou welke behandeling of combinatie van behandelingen de minste risico’s en het beste resultaat inhouden. De behandelingsstrategie wordt individueel op jouw maat bepaald.

Meestal zijn er meerdere behandelingsstappen noodzakelijk. Wanneer het risico van een behandeling groter is dan het risico zonder behandeling, wordt er in sommige gevallen (voorlopig) geen behandeling voorgesteld. Je zal dan wel nauw opgevolgd worden door de artsen van het NVCA-team.

Mogelijke behandelingen zijn:

Operatieve ingreep

Als de plaats van de AVM het toelaat, kunnen we deze tijdens een operatie weghalen (resectie). Door de AVM volledig weg te halen, zorgen we ervoor dat deze niet opnieuw kan uitgroeien. Aan de operatie gaat vaak een embolisatie (afsluiting) van de AVM vooraf.

Lees hier meer over het chirurgisch verwijderen van een AVM.

Bestraling

Als alternatief voor een operatie wordt in sommige gevallen bestraling (stereotactische radiotherapie of radiochirurgie) van de AVM voorgesteld. Hierbij wordt heel precies een geconcentreerde dosis bestraling toegediend op de AVM, zonder dat de schedel wordt geopend. De bestraling zorgt ervoor dat de bloedvaten verlittekenen en de AVM verschrompelt.

  • Stereotactische radiotherapie werkt vooral bij kleine AVM’s en kan in deze gevallen tot 80% van de patiënten succesvol behandelen. Het vaatkluwen kan na bestraling volledig verdwijnen over een tijdspanne van 1 tot 2 jaar.
     
  • Zolang de AVM nog in de hersenen zit, blijft het risico op een bloeding bestaan. De tijdspanne van 1 tot 2 jaar na de behandeling blijft dus een risicovolle periode.
     
  • Lichamelijke klachten bij een juist gedoseerde bestraling zijn eerder beperkt.
     
  • De bestraling vindt niet in het UZA plaats, maar wel in de centra waarmee we samenwerken.
     

Hoe verloopt de opvolging na de behandeling van een AVM?

De operatieve behandeling van een AVM in het hoofd of in het ruggenmerg is zeer risicovol. Na de operatie volgen we je dan ook nauwgezet op met meerdere scans, angiografieën en consultaties in het UZA. In het begin zal je frequent op controle komen (om de 3 à 6 maanden), waarna we overschakelen op jaarlijkse controles. De opvolging wordt steeds individueel op jouw maat bepaald.

Laatst aangepast: 19 november 2021