Aangeboren afwijkingen van de urinewegen

In het Antwerpse wordt 1 op 300 kinderen geboren met een afwijking van de urinewegen. Deze afwijkingen worden in het UZA prenataal opgespoord. Tijdens een gecombineerd spreekuur bekijken onze kindernefrologen samen met specialisten in de prenatale diagnostiek de echografie.

Soms is een vroegtijdige bevalling noodzakelijk, heel af en toe moet de baby in de baarmoeder geopereerd worden.  Er wordt in elk geval een opvangplan voorgesteld dat na de geboorte wordt uitgevoerd. Het hoofddoel van dit plan: urineweginfecties voorkomen en een afvoerbelemmering van de urine verbeteren.  Lees meer over prenatale diagnostiek.

Uitgezette nieren (hydronefrose)

De niertjes maken al vóór de geboorte urine aan. Als de urine niet vlot van de nieren naar de blaas kan lopen, zetten de niertjes uit. Dit is hydronefrose. Als ook de afvoerbuizen zijn uitgezet, spreken we van hydroureteronefrose. Als het probleem bij 1 niertje voorkomt, is er geen hoogdringendheid. Een oplossing kan wachten tot na de geboorte.

Nierreflux (vesico-ureterale reflux)

Ook in de baarmoeder plast de baby regelmatig. De urine is zelfs een belangrijk bestanddeel van het vruchtwater. Wanneer een deel van de urine terugvloeit naar de nieren spreken we van vesicoureterale reflux (VUR). In uitgesproken gevallen gaat dit gepaard met slecht aangelegde nieren en met een risico op infecties na de geboorte. Bij jongetjes is er een speciale vorm van VUR als gevolg van klepjes in de plasbuis: urethrakleppen. Deze klepjes snel herkennen is belangrijk: een behandeling vóór de geboorte kan nodig zijn.

Laatst aangepast: 23 maart 2016
Auteur(s): Team nierziekten kinderen